MEDEDEELINGEN
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN.
September 1917- N°. 35.
BOERENLEENBANKEN
Sedert het vorig nummer der „Mededeelingen"
verscheen, zijn geen nieuwe Boerenleenbanken tot
de Coöp. Centr. Boerenleenbank toegetreden.
Het aantal aangesloten Boerenleenbanken be
draagt 421.
NIEUWE STATUTEN.
Onderstaande Boerenleenbanken hebben haar
gewijzigde statuten nog niet ter goedkeuring inge
zonden aan het Bestuur der Coöp. Centr. Boe
renleenbank
Coevorden
Grathem
Halsteren
Herkenbosch
Lage-Zwaluwe
Langeveen
Margraten
Nieuwkuijk
Oosterhout (N.-Br.'
Reusel
Udenhout
Veldhoven
Venlo
Wamel
NIEUWE HUISHOUDELIJKE REGLEMENTEN
Onderstaande Boerenleenbanken hebben haar
gewijzigd Huishoudelijk Reglement nog niet ter
goedkeuring ingezonden aan het Bestuur der Coöp.
Centr. Boerenleenbank
Barger-Compascuum
Coevorden
Donk
St. Geertruid
Grathem
Halsteren
Helden
Herkenbosch
Lage-Zwaluwe
Langeveen
Margraten
Nieuwkuijk
Oosterhout (N.-Br.
Ottersum
Oudenbosch
Puiflijk
Reusel
Twello
Udenhout
VERBETERINGEN
In de „Mededeelingen" No. 32, bladzijde 126
laatste regel leze men „formulier 35" in plaats
van: formulier 39."
In Circulaire II betreffende de toepassing der
bepalingen van de nieuwe zegelwet zie ook
de „Mededeelingen" No. 34 bladzijde 135 leze
men onder 3. „Uitstelformulieren 14 met een
zegel van Vijftig cent."
4. „Verklaring betreffende bijzondere rente
voor hypotheken, formulier 31, met een zegel
van Vijftig cent.
DE ZEGELING VAN STUKKEN, DIE, OPGE
MAAKT VÓÓR 1 JUNI 1917, THANS NOG
VAN KRACHT ZIJN.
Thans behandelen wij alléén die stukken, welke
zijn opgemaakt vóór 1 Juni 1917 en welke gezegeld
moeten worden, omdat zij vallen onder de be
palingen der oude zegelwet en thans nog van
kracht zijn.
Voor deze stukken geldt nog het oude zegel
recht; vandaar het verschil tusschen de hierna
volgende opgaven en die der circulairen I en II.
Tot 1 December 1917 kan men de stukken,
opgemaakt vóór 1 Juni 1917, laten zegelen zonder
in boeten te vervallen.
Daarna wordt voor elke vastgestelde overtreding
der wet ten aanzien van de hierbedoelde stukken,
behoudens het verschuldigde recht, een boete ge-
eischt van vijftien of vijf en twintig gulden.
Een uitzondering op deze boetebepalingen wordt
blijkens de ministeriëele aanschrijving van
25 Juni 1917 gemaakt voor de stukken, welke,
vallende onder de voorschriften der oude zegelwet,
opgemaakt en gedateerd zijn vóór 1 Januari
negentienhonderd en vijftien.
„Het ligt in het voornemen," zegt de Minister,
„om boeten, welke na 1 December 1917 mochten
worden geconstateerd ten aanzien van nog van
kracht zijnde stukken, welke vóór 1 Januari 1915
zijn opgemaakt en aan formaatzegel of aan vast
rechtwaren onderworpen, geheel kwijt te schelden."
De practijk zal diensvolgens zijn, dat, wanneer
een zoodanig stuk, opgemaakt vóór 1 Januari 1915,
na 1 December 1917 moet gezegeld worden, om
in rechten als bewijs te dienen, bij gezegeld ver
zoekschrift vrijstelling van boete wordt gevraagd.
En daar dit geval zich zeer zelden zal voordoen,
verdient het aanbeveling van de gunstige beschik
king des Ministers gebruik te maken en de hier
bedoelde stukken, opgemaakt vóór 1 Januari 1915,
ongezegeld te laten.
Ingevolge het hierboven vermelde moeten vóór
1 December 1917 ter zegeling worden aangeboden
de volgende stukken, die opgemaakt zijn op of
na 1 Januari 1915 en vóór 1 Juni 1917:
1°. Schuldbekentenissen formulier 12 en 12a
van het oude groote formaat567 cM2. met
een zegel van 25 cent plus 50 opcenten
(37'/2 cent).
2°. Schuldbekentenissen formulier 12 van het
nieuwe, kleine formaat384 tot 425 cM2. met
een zegel van 15 cent plus 50 opcenten
(22V2 cent).