7. Moet, wanneer een voorschotnemer maande lijks rente betaalt en het bedrag hiervan niet grooter is dan tien gulden, hoewel het rente bedrag over het geheele jaar berekend wèl grooter is, een zegel gebruikt worden Neen, doch op voorwaarde dat de rente betaling „per maand" uitdrukkelijk in de schuldbekentenis is voorgeschreven en in het voorschotboekje vermeld. Is dit niet het geval, dan moet de eerste rente betaling beschouwd worden als een voldoening „in mindering" van een bedrag, hetwelk grooter is dan tien gulden en is een zegel vereischt. 8. Moeten, wanneer de eerste aflossing van een voorschot, waarvoor een zegel vereischt is, tegelijk met de voldoening van rente, waar voor ook een zegel vereischt is, plaats heeft, twee of een zege! gebruikt worden In den regel twee. Daar in het voorschotboekje kapitaalbedragen en rentebedragen gescheiden worden vermeld, zijn twee handteekeningen noodig en moeten er derhalve twee zegels worden gebruikt. Is evenwel de eerste aflossing tevens de alge- heele aflossing van het voorschot, dan zou men voor het gezamenlijk bedrag van kapitaal en rente met één zegel kunnen voldoen. 9. Moet bij de eerste aflossing van een voor schot, ook wanneer deze niet grooter is dan tien gulden, een zegel gebruikt worden Ja, indien het voorschot in zijn geheel grooter is dan tien gulden. 10. Moeten kwitantiën, afgegeven door gemeenten, gezegeld zijn Neen. 11. Moet een lastgeving of een verzoek tot be taling gezegeld zijn Neen. VOLMACHT VOOR HET TERUGONTVANGEN VAN SPAARGELDEN. Een Kassier vraagt ons „Is het strikt noodzakelijk, dat iemand, die geld komt terughalen, b.v. een vader voor zijn zoon of omgekeerd, een broer voor een zus, enz. daar voor een volmacht moet hebben, of mogen ze eenvoudig per order teekenen?" Antwoord Het behoeft geen betoog, dat het het regelmatigst is, dat de spaargelden worden terugbetaald aan den inlegger zelf. Dit behoort dan ook de regel te zijn. Het kan echter gebeuren, dat een inlegger beslist verhinderd is zelf naar de Boerenleenbank te gaan en zijn zoon zendt of zijn zuster, enz. Er is geen bezwaar tegen, dat in zulk een uit zonderingsgeval aan den mondeling gemachtigde de terugbetaling worde ter hand gesteld, mits hij althans in het bezit zij van het spaarboekje. Zou er echter de minste achterdocht zijn, dat degene die zich als gemachtigde voordoet, buiten weten van den inlegger geld terug wil halen, dan moet de terugbetaling worden uitgesteld. De Boeren leenbank is tot dit uitstel bevoegd, want onder de „Algemeene Bepalingen," die vóór in elk spaar boekje zijn opgenomen, lezen wij onder het hoofd „Terugbetalingen" onder meer: „Niettemin heeft zij (de Boerenleenbank) het recht de terugbetaling tijdelijk te weigeren en te eischen, dat de aan brenger een volmacht vertoone van den rechtheb bende of zijn erfgenamen." De uitbetaling wordt op de gewone wijze in het spaarboekje aange- teekend en de gemachtigde teekent de kwitantie, die bij de Boerenleenbank blijft berusten. Zoodra er sprake van is, daj iemand door den inlegger gemachtigd wordt om geregeld geld terug te halen, moet een schriftelijke volmacht worden opgemaakt. BRIEVEN. Men houde bij schrijven van brieven aan de Coöp. Centr. Boerenleenbank het volgende in het oog: a. De brieven behooren geschreven te worden op een ongeschonden vel postpapier en dus niet op halve velletjes, bladzijden uit een schoolschrift, enz. b. Wanneer men een vraag te stellen heeft aan de Coöp. Centr. Boerenleenbank en een aan de Boeren-Hypotheekbank, twee verschillende licha men, schrijve men twee verschillende brieven. Het is geoorloofd deze onder één enveloppe ter Coöp. Centr. Boerenleenbank in te zenden. c. Goedkeuringsaanvragen voor wijzigingen van de statuten of van het Huishoudelijk Reglement moeten steeds bij afzonderlijk schrijven worden ingezonden. In dezen brief stelle men dus geen andere vragen en doe men geen andere mede- deelingen d. De herbenoeming van beheerders of van kassier, de benoeming van nieuwe beheerders of van een nieuwen kassier worden eveneens bij afzonderlijk schrijven medegedeeld. e. Is de brief een antwoord op een schrijven van de Coöp. Centr. Boerenleenbank, dan ver- zuime men niet de dagteekening, de letter en het nummer van dit schrijven in den brief aan te halen. f. Vragen om inlichtingen in zake het kassiers salaris behooren ons gesteld te worden door den Directeur of den President van den Raad van Toezicht der Boerenleenbank en niet door den Kassier zelf. 136 Roermondsche Stoomdrukkerij, Roermond.

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1917 | | pagina 4