132
1. de rekening en balans over het afgeloopen boekjaar, goedgekeurd door
de Algemeene Vergadering;
2. de uittrekselen der Grootboeken II en III, bij die rekening en balans
behoorend.
XVI. Vraag. In welke gevallen mag de Boerenleenbank een voorschot
of een crediet in loopende rekening eerst verstrekken na verkregen toestem
ming van het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank
Antwoord. In de volgende gevallen
A. Voorschotten.
1. het voorschot loopt langer dan 10 jaar en is tevens grooter dan
1000.— Gld.
2. het voorschot wordt verstrekt op hypotheek en is tevens grooter dan
2.000.— Gld.
3. het voorschot wordt verstrekt aan een vereeniging.
B. Credieten in loopende rekening.
1. het crediet wordt verleend onder hypothecaire zekerheid en is tevens
grooter dan 2.000.Gld.
2. het crediet wordt verleend aan een vereeniging.
XVII. Vraag. Wat gebeurt met de winst der Boerenleenbank?
Antwoord. De winst wordt bewaard en opgehoopt tot een reservefonds.
XVIII. Vraag. Komt aan die storting der winst in het reservefonds nooit
een einde
Antwoord. De storting eindigt eerst, wanneer het Bestuur der Coöp.
Centr. Boerenleenbank van oordeel is, dat het reservefonds hoog genoeg is.
XIX. Vraag. Zal het Bestuur het reservefonds spoedig groot genoeg
achten
Antwoord. Neen. Het belang der leden vordert, dat het reservefonds
zoo sterk mogelijk zij. Hoe grooter het fonds, hoe degelijker de Boerenleen
bank en hoe geringer de aansprakelijkheid der leden.
XX. Vraag. Moet de geheele winst steeds in het reservefonds gestort
worden
Antwoord. De Algemeene Vergadering kan besluiten een zeker bedrag
der winst van het afgeloopen jaar niet bij het fonds te voegen, maar aan
een bepaald doel te besteden. Daarbij moet echter aan de volgende voor
waarden worden voldaan
1. het bedrag mag niet grooter zijn dan 25°/o van de winst, behaald
over het afgeloopen jaar, en ook niet grooter dan 4% van het bestaande
reservefonds (d. w. z. het fonds, met inbegrip van de winst of het verlies
van het vóórlaatste jaar):
2. van het bedrag mag niets in geld aan de leden worden uitgekeerd
3. de bestedingswijze is onderworpen aan de goedkeuring van het Bestuur
der Coöp. Centr. Boerenleenbank.
XXI. Vraag. Wat gebeurt met de winst als het reservefonds de hoogte
heeft bereikt, die het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank noodig
oordeelt
Antwoord. De Algemeene Vergadering mag de winst dan in haar geheel
besteden op de wijze, die haar goeddunkt, met inachtneming der voorwaarden,
bedoeld onder 2 en 3 van het vorig antwoord.
XXII. Vraag. Wat gebeurt met het reservefonds na ontbinding der
Boerenleenbank
Antwoord. Het wordt geheel en al aan een zustervereeniging overgedragen,
onder goedkeuring van het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank.
XXIII. Vraag. Moet de Boerenleenbank het Bestuur der Coöp. Centr.
Boerenleenbank kennen in de wijziging harer statuten
Antwoord. Ja, geen enkele wijziging kan in de statuten worden aangebracht,
zonder goedkeuring van het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank.
Zie Art. 26, 9° van de statuten der
plaatselijke Boerenleenbank.
Zie van de statuten der plaatselijke
Boerenleenbank
Art. 49, 1, 6°.
Art. 49, 1, 7°.
Art 49, 1, 8°.
Art. 49, 1, 7°.
Art. 49, 1, 8°.
Zie Art. 53 van de statuten der plaat
selijke Boerenleenbank.
Zie Art. 54, 1 der statuten van de
plaatselijke Boerenleenbank.
Zie Art. 54, 3 der statuten van de
plaatselijke Boerenleenbank.
Zie Art. 59 der statuten van de plaat
selijke Boerenleenbank.
Zie Art. 61 van de statuten der plaat
selijke Boerenleenbank.
ROERMONDSCHF. STOOMDRUKKERIJ, ROERMOND.