131
VIII. Vraag. Wat heeft men te verstaan onder het beleggen van gelden
Antwoord. Het plaatsen van gelden, anders dan als voorschotten aan
leden of als crediet in loopende rekening aan leden.
Dergelijke plaatsingen van geld mogen nimmer geschieden dan na verkregen
toestemming van het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank.
IX. Vraag. Gebeurde het reeds, dat zekere verbintenissen door het Bestuur
der Coöp. Centr. Boerenleenbank als „gewichtig" worden aangewezen
Antwoord. Neen.
X. Vraag. Mocht dit gebeuren, blijven die verbintenissen dan immer
behooren tot de „gewichtige", waarvoor toestemming noodig is van het Bestuur
der Coöp. Centr. Boerenleenbank?
Antwoord. Dit zal afhangen van de Algemeene Vergadering der Coöp.
Centr. Boerenleenbank. De eerste Algemeene Vergadering, te houden nadat
het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank besloot een zekere verbintenis
als „gewichtig" aan te wijzen, kan deze aanwijzing bevestigen. Doet zij het
niet, dan is de aanwijzing vervallen.
XI. Vraag. Kunnen de Boerenleenbanken met andere banken in geld
verkeer treden?
Antwoord. Zonder toestemming van het Bestuur der Coöp. Centr. Boe
renleenbank mogen de Boerenleenbanken noch met elkaar, noch met andere
bankiers of bankinstellingen in geldverkeer treden.
XII. Vraag. In art. 3 van de statuten der plaatselijke Boerenleenbank
worden de voorwaarden opgesomd, waaraan iemand moet voldoen om lid te
kunnen worden van de Boerenleenbank. Moeten al deze voorwaarden in elk
geval gehandhaafd worden
Antwoord. Slechts één eisch kan men in zeer bijzondere omstandigheden laten
vallen, nl. deze, dat men lid zij van den Boerenbond. Het is b.v. mogelijk,
dat op een dorp geen Boerenbond bestaat. In dit geval kan men voor alle
leden, aan te nemen vóór de oprichting van een Boerenbond, ontheffing
vragen van den eisch, gesteld in Art. 3, 1,5° der statuten.
Elders kan het gebeuren, dat men alleen onder hen, die geen lid van den
Boerenbond kunnen worden, iemand kan vinden, geschikt en genegen om
het kassiersambt te vervullen. Om zoo iemand verkiesbaar te maken tot
kassier, moet het Bestuur hem aannemen als lid. Het is dus wenschelijk,
dat het Bestuur bevoegd is vrijstelling te verleenen van den eisch, dat men
lid zij van den Boerenbond, wil men lid kunnen worden van de Boerenleenbank.
Elke vrijstelling moet echter onderworpen worden aan de goedkeuring van
het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank.
XIII. Vraag. Wat moet de Boerenleenbank elke maand inzenden aan
de Coöp. Centr. Boerenleenbank
Antwoord, a. Een opgave der leden, die tot de Boerenleenbank in de
afgeloopen maand zijn toegetreden en der personen, die hun lidmaatschap
hebben verloren.
b. Een formulier, waarbij aan de eene zijde verklaard kan worden of
men al dan niet de door de Coöp. Centr. Boerenleenbank toegezonden maand
rekening goedkeurt en aan de andere zijde een afschrift gegeven wordt der
laatste maandafsluiting. (Z.g. saldobiljet der maandrekening).
XIV. Vraag. Wanneer behoort de maandafsluiting van het Dagboek te
geschieden
Antwoord. Velen meenen, dat zij op den laatsten dag der maand moet
plaats hebben. Dit is niet juist. Het Dagboek wordt afgesloten bij den aan
vang der maandelijksche Bestuursvergadering, opdat het Bestuur in staat zij
onmiddellijk de kas op te nemen en den inhoud te vergelijken met het
bedrag, dat volgens de afsluiting aanwezig moet zijn.
XV. Vraag. Wat moet de Boerenleenbank
Boerenleenbank inzenden
Antwoord. Afschriften van
elk jaar ter Coöp. Centr.
Zie Art. 6, 1, 2° van het Huishoudelijk
Reglement der Coöp. Centr. Boerenleen
bank.
Zie Art. 6, 1, 6" van het Huishoudelijk
Reglement der Coöp. Centr. Boerenleen
bank.
Art. 6, 2 van het Huishoudelijk Regle
ment der Coöp. Centr. Boerenleenbank
luidt: „De aanwijzigingen, bedoeld onder 1,
sub tï°, zullen door de eerstvolgende Alge
meene Vergadering bevestigd worden."
Zie Art. 7 van het Huishoudelijk Regle
ment der Coöp. Centr. Boerenleenbank.
Art. 3, 2 van de Statuten der plaatse
lijke Boerenleenbank bepaalt
„Het Bestuur van de Boerenleenbank
kan om bijzondere redenen van het be
paalde onder 1. sub 5° (dat men lid zij
van den Boerenbond) vrijstelling ver
leenen,onder goedkeuring van het Bestuur
der Coöperatieve Centrale Boerenleen
bank."
Zie Art. 10, 4 der statuten van de
plaatselijke Boerenleenbank.
Zie Art. 20, 1 en 3 van het Huishou
delijk Reglement der Coöp. Centr. Boe
renleenbank.