IV. Vraag. Mag de Boerenleenbank gewichtige verbintenissen aangaan?
Antwoord. Dit mag niet geschieden zonder toestemming van het Bestuur
der Coöp. Centr. Boerenleenbank.
V. Vraag. Wat heeft men te verstaan onder gewichtige verbintenissen
Antwoord. Gewichtige verbintenissen zijn
1. het verstrekken van stichtings- en bedrijfskapitaal aan vereenigingen,
ten bate van den landbouw opgericht
2. het beleggen van geld
3. het stichten van eigen gebouwen
4. het geven van hypothecair crediet boven de f 2000.aan een en
denzelfden persoon
5. alle verbintenissen met niet-leden, waaruit voor de Boerenleenbank een
geldelijke verplichting of aansprakelijkheid voortvloeit
6. alle verbintenissen, die door het Bestuur als „gewichtig" zullen
worden aangewezen.
VI. Vraag. Welke bijzondere bepalingen gelden bij het verstrekken van
stichtings- of bedrijfskapitaal aan vereenigingen
Antwoord. Aan vereenigingen, ten bate van den landbouw opgericht, mogen
door de Boerenleenbank, na verkregen goedkeuring van het Bestuur der
Coöp. Centr. Boerenleenbank, credieten in loopende rekening worden verleend,
mits daarbij het volgende worde in acht genomen
1. Als het credieten betreft tot hoogstens f 2500.
a. het crediet in loopende rekening moet elk jaar uitgenomen het
eerste jaar met minstens 5°o verminderen;
b. de bestuursleden (der betrokken Vereeniging) moeten zich hoofdelijk
borg stellen.
2. Als het bedrijfscredieten betreft boven de f 2500.
a. het crediet in loopende rekening moet elk jaar uitgenomen het
eerste jaar met minstens 5 verminderen
b de bestuursleden (der betrokken Vereeniging) moeten zich hoofdelijk
borg stellen;
c. de vereeniging moet zich onder een door het Bestuur der Centrale Bank
goed te keuren controle stellen en afschrift van het desbetreffende
controlerapport bij het Bestuur der Centrale Bank inleveren, uiterlijk
binnen één maand, nadat bedoeld rapport is ingekomen
d. in de statuten moet de aansprakelijkheid der leden, ter beoordeeling
van het Bestuur der Centrale Bank, afdoende zijn geregeld.
3. Als het bedrijfs- en grondcrediet betreft boven de f 2500.
In overleg met het Bestuur der Centrale Bank moet er een juiste vaststelling
plaats hebben van de hoegrootheid van het bedrijfs- en van het grondcrediet.
Het bedrijfscrediet kan verleend worden met inachtneming van de onder
2 genoemde voorwaarden a tot en met d.
Het grondcrediet mag slechts voor de helft door de Boerenleenbank
worden verleend en alleen dan, als de aanvragende vereeniging bereid
is, het op te nemen bedrag af te lossen binnen 10 jaar.
VII. Vraag. Wat moet bij de toestemmingsaanvrage tot verleenen van
crediet aan een vereeniging worden overgelegd
Antwoord, a. Een behoorlijk gewaarmerkt uittreksel uit de notulen der
Algemeene Vergadering van de belanghebende vereeniging, aantoonend, dat
deze besloot een crediet van Gld., tegen een rente van °/o
'sjaars, bij de Boerenleenbank aan te vragen.
b. Opgave der grootte van het verlangde crediet en van de voorwaarden,
waaronder de Boerenleenbank het wil verstrekken (rentevoet, provisie,
jaarlijksche credietvermindering).
c. Een exemplaar der Nederlandsche Staatscourant of van het Bijvoegsel
tot de Nederlandsche Staatscourant, waarin de statuten der vereeniging zijn
opgenomen.
d. Opgave der juiste familienamen, voornamen en woonplaatsen van de
Bestuursleden der belanghebbende vereeniging.
130
Art. 8, 4° van de Statuten der Coöp.
Centr. Boerenleenbank bepaalt
„Elk lid is verplicht toestemming te
vragen tot het aangaan van gewichtige
verbintenissen, bij Huishoudelijk Regle
ment te bepalen."
Zie ook Art. 26, 8° van de statuten
der plaatselijke Boerenleenbank.
Art. 6, 1 van het Huishoudelijk Regle
ment der Coöp. Centr. Boerenleenbank
noemt al deze punten en zegt, dat zij
begrepen worden onder gewichtige ver
bintenissen, bedoeld bij Art. 8, sub 4 der
Statuten.
Al deze bepalingen zijn vastgesteld
door de Algemeene Vergadering der Coöp.
Centr. Boerenleenbank van 21 Juni 1915.