127
VERLOREN GERAKEN VAN BRIEVEN
Sommige Boerenleenbanken ontvangen enkele
weken na de inspectie een brief, waarin gevraagd
wordt, de maatregelen te nemen, welke noodig zijn
om de afwijkingen en fouten, die bij de inspectie
zijn vastgesteld, te herstellen. Steeds wordt in die
brieven een dag bepaald vóór welken aan de Coöp.
Centr. Boerenleenbank moet worden medegedeeld,
welke maatregelen genomen werden. Komt dit
bericht niet tijdig in, dan wordt de Directeur der
Boerenleenbank aan het verzoek herinnerd.
Wat is dan meermalen het antwoord „Wij
hebben uw brief verloren en verzoeken u er een
afschrift van te zenden." Nu wil het toeval, dat
die „verloren geraakte" brieven altijd heel lang
zijn, en er het Bestuur heel wat in wordt gevraagd.
Zoowel in het belang der goede orde bij de
Boerenleenbanken zelf als ter voorkoming van het
tijdroovend afschriften zenden onzerzijds, verzoe
ken wij den Directeuren, die de brieven naar
aanleiding van de inspectie ontvangen, er voor te
waken, dat deze brieven niet verloren geraken.
OVERSCHRIJVING VAN SPAARGELDEN.
Door de Algemeene Vergadering van 1906 werd
besloten, „dat inleggers van spaargelden het recht
hebben, te eischen, dat hunne inlagen zonder
renteverlies zuilen worden overgeschreven op eene
andere leenbank, als zij door verandering van
woonplaats, de oprichting van nieuwe of de splitsing
van bestaande leenbanken, niet meer behooren tot
den kring der leenbank, waarbij zij hebben inge
legd." Ook bepaalde dezelfde Algemeene Ver
gadering, dat de Coöp. Centr. Boerenleenbank bij
deze overschrijving kosteloos haar medewerking
zal verleenen.
Over de boekingen, waartoe de overschrijving
van spaargelden voor de kassiers aanleiding geeft,
willen wij hier het een en ander zeggen.
Laat ons aannemen, dat een inlegger van de
Boerenleenbank te A. verhuist naar B., waar ook
een Boerenleenbank gevestigd is. Indien wij verder
veronderstellen, dat A. den 10de" Maart verhuist,
dan heeft de overschrijving zijner spaargelden den
16den Maart plaats, want bij verhuizing in de eerste
helft der maand moeten de spaargelden den
16den dierzelfde maand worden overgeschreven en
bij verhuizing in de laatste helft der maand den
|s,cn der volgende maand.
De kassier der Boerenleenbank te A. berekent
derhalve, hoeveel rente de spaargelden van den
verhuizenden inlegger van 1 Januari tot 16 Maart,
dus in 2'/2 maand, hebben opgebracht. Laat ons
aannemen, dat het kapitaal 200.bedraagt en
de Boerenleenbank 3°o rente vergoedt, dan be
draagt de vordering van den inlegger op 16 Maart
dus 201.25 200.— kapitaal en 1.25 rente).
De kassier schrijft deze 1.25 rente op 16 Maart
bij, op de wijze, zooals hij dat den 31sten Decem
ber gewoon is te doen, zoodat het rentebedrag
geboekt wordt in de kolommen 5, 6, 10 en 14
van het Dagboek en in Grootboek I op de rech
terzijde van het folio des inleggers.
De vordering, die de inlegger op de Boeren
leenbank te A. heeft, moet nu overgeschreven
worden op de Boerenleenbank te B. Zij houdt
dus op een schuld der Boerenleenbank te A. te
zijn. De Kassier moet daarom de 201,25 boeken
alsof hij ze uitbetaalde aan den inlegger, dus in
de kolommen 10 en 11 van het Dagboek en in
Grootboek I op de linkerzijde van het folio des
inleggers. Dit folio kan nu worden afgesloten en
buiten gebruik gesteld. Hoewel de Kassier der
Boerenleenbank te A. de f201,25 boekte als uitbe
taald, zijn ze echter de kas niet uitgegaan. Ze
zijn namelijk door tusschenkomst van de Coöp.
Centr. Boerenleenbank overgeschreven op de Boe
renleenbank te B. Eerst had de Boerenleenbank
van A. een schuld van 201,25 aan den inlegger.
Deze schuld bestaat na de overschrijving niet
meer, maar is vervangen door een schuld van
f 201,25 aan de Coöp. Centr. Boerenleenbank of
een vermindering van het te-goed bij deze instel
ling van 201,25. Ook deze nieuwe schuld of
vermindering van te-goed moet uit de boeken der
Boerenleenbank te A. blijken en daarom boekt de
Kassier op 16 Maart 201.25 als ontvangen van
de Coöp. Centr. Boerenleenbank in de kolommen
5 en 8 van het Dagboek, terwijl hij in Groot
boek 111 de rekening der Coöp. Centr. Boeren
leenbank voor f 201,25 crediteert.
Onmiddellijk nadat de inlegger zijn verlangen
lot het overscrhrijven zijner spaargelden van de
Boerenleenbank te A. naar die te B. aan den kas
sier der Boerenleenbank te A. bekend maakt,
schrijft de kassier twee brieveneen aan de Coöp.
Centr. Boerenleenbank en een aan den kassier
der Boerenleenbank te B. De Coöp. Centr.
Boerenleenbank verzoekt hij op 16 Maart 201,25
spaargelden over te schrijven van A naar B. In
de boeken der Coöp. Centr. Boerenleenbank wordt
dan den 16dc" Maart de Boerenleenbank van A.
voor 201,25 gedebiteerd en die te B. voor ƒ201,25
gecrediteerd.
Den Kassier te B. deelt hij mede, dat den
16de" Maart 201,25 spaargelden nl. 200.
kapitaal en 1,25 bijgeschreven rente, worden
overgeschreven van de Boerenleenbank te A. naar
die te B.
Wat moet de kassier van B. nu boeken?
Den 16den Maart krijgt zijn Boerenleenbank
een vordering op de Coöp. Centr. Boerenleen
bank van 201.25, of wordt haar schuld bij deze
instelling met 201,25 verminderd, en ontstaat
voor haar een schuld aan den nieuwen inlegger
van 201,25 spaargelden.
De kassier moet dus den 16de" Maart in het
dagboek 201,25 boeken als gezonden aan de