114 worden op een wijze, door de Algemeene Ver gadering te bepalen, mits 1°. geen geldelijke uitkeering aan leden worde gedaan; 2°. het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank aan de wijze van besteding zijn goedkeuring hechte." Het is ons gebleken, dat een Boerenleenbank bovenstaande bepaling zóó heeft opgevat, dat zij van de jaarlijksche winst mag besteden a. 25 b. een bedrag, gelijk aan 4 van het bestaande reservefonds. Natuurlijk is dit de bedoeling niet. De Boerenleenbank mag besteden 25 van de jaarlijksche winst, mits dit bedrag van 25% niet hooger is dan 4 van het bestaande reservefonds. In geen geval mag dus meer besteed worden dan 4 0 o van het reservefonds. De volgende voorbeelden zullen een en ander duidelijk maken. I. Een Boerenleenbank heeft een reservefonds van f 2000. De winst bedraagt f 400. 25% der winst is dan f 100. 4% van het bestaande reservefonds is echter slechts f 80. De Boerenleenbank mag van haar winst derhalve niet f 100.besteden, maar slechts f 80.hoogstens. II. Een Boerenleenbank heeft een reservefonds van f 6000. De winst bedraagt f 500. 25 der winst is dan f 125. 4% van het bestaande reservefonds is f240. De Boerenleenbank mag derhalve 25 harer winst, f 125.geheel besteden, maar ook niet meer. Wij zien hieruit, dat het te besteden bedrag noch de 25% van de winst, noch de 4% van het bestaande reservefonds mag te boven gaan. VERHUIZENDE LEDEN EENER BOERENLEENBANK. Volgens de oude Statuten der Boerenleenbank verliest iemand van zelf het lidmaatschap als hij buiten den kring gaat wonen, waarover de Boeren leenbank haar werking uitstrekt. Door de nieuwe Statuten is dit eenigszins anders geworden. Volgens het 2e lid van Art. 7 gaat het lidmaatschap verloren 1°. door vrijwillige uittreding; 2°. door den dood 3°. door ontzetting. De ontzetting kan alleen geschieden door het Bestuur en volgens Art. 9, lste lid, slechts in de volgende gevallen 1°. als een lid aan de vereischten, in Artt. 3 en 4 gesteld, niet meer voldoet; 2°. als het in staat van faillissement wordt verklaard 3°. als het tot terugbetaling van voorschotten of schulden in rechten moet gedwongen worden 4°. als het handelt in strijd met de reglemen ten of de belangen van de Boerenleenbank. Men moet goed in het oog houden, dat het Bestuur in al deze gevallen een lid kan ontzetten. Dat een lid in die gevallen ontzet moet worden schrijven de Statuten geenszins voor. Wanneer een lid gaat wonen buiten den kring, waarover de Boerenleenbank haar werking uit strekt, voldoet het niet meer aan alle eischen, in art. 3 der Statuten gesteld. Tot deze eischen behoort nl. ook, dat men zijn woonplaats hebbe binnen den kring der Boerenleenbank. Zulk een verhuisd lid kan dus door het Bestuur uit zijn lidmaatschap worden ontzet. Maar het Bestuur is niet verplicht den verhuisde als lid te ontslaan. Acht het Bestuur het om de een of andere reden wenschelijk, dat de verhuisde niet ontslagen wordt, dan kan hij lid blijven. Wil de verhuisde persoon echter geen lid blijven, dan behoeft hij het niet. Hij kan vrijwillig uittreden en hij behoeft dan in dit bijzondere geval niets te betalen. Wel is waar zegt het lste lid van art. 8 der nieuwe Statuten, dat ieder lid bij vrijwillige uittreding vijf gulden moet storten in de kas der Boerenleenbank, maar het 3de lid van hetzelfde artikel bepaalt „Leden, die uittreden omdat zij hebben opgehou den woonplaats te hebben binnen den kring der Boerenleenbank of omdat hun woonplaats is komen te liggen binnen den kring eener nieuwe Boerenleenbank, die met goedvinden van het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boerenleen bank is opgericht, zijn niet verplicht tot het betalen van het bedrag, bedoeld in het lste lid van dit artikel." ONVERWACHTE INSPECTIËN. Zooals reeds vroeger op een Algemeene Ver gadering der Coöp. Centr. Boerenleenbank werd medegedeeld, wordt een Boerenleenbank nu en dan op een niet te voren aangekondigd tijdstip, onderworpen aan een inspectie. Gewoonlijk wordt een dergelijke inspectie gehouden door twee inspecteurs, die onmiddellijk na hun komst maat regelen nemen om inzage te krijgen van alle spaarboekjes, voorschotboekjes en boekjes voor loopende rekening, die door de Boerenleenbank zijn uitgegeven. Het is duidelijk, dat zulk een groote inspectie van veel waarde is voor de Boerenleenbank en er slechts toe kan bijdragen om het vertrouwen in de instelling te vergrooten. Wij oordeelen het nuttig hier over deze inspec tiën te spreken opdat de beheerders van iedere Boerenleenbank weten, dat zulk een onverwachte inspectie ook over hun bank gehouden kan worden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1915 | | pagina 2