100 5. Vroegere terugbetaling dan bij de leening is overeengekomen, is altijd geoorloofd. 6. Het Bestuur kan den voorschotnemer een jaar uitstel geven van de betaling zijner aflossing, met inachtneming van het bepaalde onder het 3e en 4e lid van dit Artikel en onder voor waarden, bij Huish. Reglement te bepalen. Art. 50. 1Onveranderd. 2. Geen voorschot of crediet in loopende reke ning mag op hypotheek worden verleend, wan neer het te verhypothekeeren goed ten behoeve van anderen dan de Boerenleenbank is belast. 3. Op waardepapieren mag tot hoogstens 80°/o der beurswaarde, op onroerende goederen ten hoogste der geschatte verkoopswaarde wor den gegeven. DE CRISIS EN ACHTERSTALLIGE VOORSCHOTNEMERS. Schrijft men tegenwoordig een Boerenleenbank, dat maatregelen genomen moeten worden ten opzichte der achterstallige voorschotnemers, dan is de kans groot, dat men ten antwoord krijgt: „Wij zijn van oordeel, dat wij in deze moeilijke „tijdsomstandigheden de achterstallige voorschot- „nemers met rust moeten laten." Het gevaar dreigt, dat men bij sommige Boeren leenbanken met een beroep op de „tijdsomstandig heden" den achterstand der voorschotten zal laten voortduren. Hiertegen willen wij waarschuwen. Het voortduren van achterstand is nimmer gewet tigd. Ook tegenwoordig niet. Wanneer bij een Boerenleenbank de noodige orde heerscht, zal zelfs het ontstaan van achterstand tot de uitzon deringen behooren, wijl de voorschotnemers weten, dat zij minstens acht dagen vóór den vervaldag hunner aflossing uitstel moeten vragen, indien zij hun verplichtingen niet kunnen nakomen. Vraagt een voorschotnemer geen uitstel en betaalt hij niet op den vervaldag de aflossing, dan is hij van dien dag af in gebreke en moet hij onmiddellijk worden gemaand. Een aanmaning beteekent nog volstrekt niet een vervolging. Ook na de aanmaning kan nog uitstel van betaling gegeven worden. De crisis kan dus wel ten gevolge hebben, dat meer voorschotnemers uitstel van betaling noodig hebben, dan in gewone omstandigheden, maar nooit behoeft of mag zij ten gevolge hebben, dat men den achterstand laat voortduren zonderde noodige maatregelen te nemen. Bij het verleenen van uitstel verlieze men de volgende twee punten niet uit het oog: 1Uitstel worde slechts gegeven voor hoogstens één jaar. 2. Bij elk uitstel dient formulier 14 te worden geteekend door schuldenaar en borg(en), en gehecht aan de schuldbekentenis, waarbij het behoort. DE VOORDEELEN VAN AANSLUITING BIJ EENE CENTRALE BOERENLEENBANK. De Staatscommissie voor den Landbouw heeft in haar „Rapport betreffende het Landbouwcrediet," de onbeperkte persoonlijke aansprakelijkheid en de aansluiting bij eene Centrale Bank de twee onmisbare steunpunten genoemd voor de crediet- waardigheid der Boerenleenbanken. Wat de aansluiting bij eene Centrale Bank betreft, zegt de Staats-Commissie „De dorpsbank kan eene sterke, centrale orga nisatie, die helpend, bemiddelend, leidend en con troleerend optreedt niet missen. Het geldverkeer tusschen de lokale banken en hare Centrale wordt bij het onderdeel „Taak der Centrales" besproken. Wij zullen daar zien, hoe krachtige steun aan haar door aansluiting in dit opzicht deelachtig wordt. Doch ook controle en leiding zijn haar even onmisbaar. Dit alles missen de Boerenleenbanken, die niet bij eene Centrale aangesloten zijn. Daardoor zijn deze banken aan gevaar blootgesteld en lijdt hare soliditeit schade. De Staatscommissie meent dus een waarschuwend woord te moeten doen hooren, om geen Boerenleenbanken op te richten, die zich niet bij eene Centrale aansluiten en zulks te meer, omdat, mocht zoodanige losse bank in ongelegen heid geraken, daarvan allicht eenige onverdiende terugslag op de aangesloten Boerenleenbanken zou worden waargenomen, ten koste van haren goeden naam. Immers het groote publiek maakt weinig onderscheid tusschen al dan niet aangesloten Ban ken en betrekt, zoo een der laatste ten gronde gaat, de geheele categorie van banken in zijn oordeel." Aan deze uitspraak der Staatscommissie dachten wij onwillekeurig, toen de namen van twee Boeren leenbanken, die de Centr. Boerenleenbank verlaten hadden, op de lijst stonden van de crediteuren der Firma Wed. Joh. F. van Rijckevorsel te 's Bosch, die surséance van betaling heeft aangevraagd. De op zich-zelf staande Boerenleenbanken heb ben bij deze Firma belegd: Boerenleenbank te Heeswijk 4.114. Boerenleenbank te Oirschot 29.238. Vanaf haar bestaan zijn bij de Coöp. Centr. Boerenleenbank te Eindhoven 6 banken uitgetre den. Drie banken gingen weg, wijl zij bij gebrek aan voldoende werking ontbonden werden nl. de Boerenleenbanken te Swolgen, Sittard en 's Heeren- hoek. Mierlo (dorp) werd ontzet, wijl deze Boeren leenbank weigerde de voorschriften der Centrale na te komen; vrijwillig traden uit de boerenleen banken van Heeswijk en Oirschot. En wat zagen wij gebeuren De Boerenleenbank van Mierlo (dorp) leed dui zenden guldens schade, wijl zij betrokken was in het faillissement der Noord-Brabantsche Bank. En hoeveel schade zullen de Boerenleenbanken van Heeswijk en Oirschot lijden? Roermondsche Stoomdrukkerij, Roermond.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1914 | | pagina 8