99
3°. betalingen in loopende rekening aan leden;
4°. betalingen en bijschrijvingen van rente, door
de Boerenleenbank verschuldigd,
worden in de desbetreffende boekjes door de
handteekening van den Kassier bekrachtigd,
nadat door den betrokken inlegger, voor
schotnemer of loopende rekening-houder voor
de onder 1°, 3° en 4° bedoelde betalingen
eene kwitantie en voor de onder 2° bedoelde
uilbetalingen van voorschotten eene schuld
bekentenis is afgegeven.
3. Geldaanvragen en verzoeken tot overschrijving
van gelden, gericht tot de Coöp. Centr. Boe
renleenbank, benevens alle andere stukken,
waardoor de Boerenleenbank verbonden wordt,
moeten geteekend worden door den Directeur
en een Bestuurslid.
4. Kwitantiën voor gelden, van de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank ontvangen, worden
geteekend door den Kassier.
Wordt art. 25 aangenomen, dan zal in art. 30,
waarbij de verplichtingen van den Kassier zijn
aangegeven, tusschen 4° en 5° dienen ingelascht
te worden
4b. Alle kwijtingen van ontvangen gelden te onder
teekenen, met inachtneming van het bepaalde
bij art. 25, le lid.
Eveneens zal dan dienen te vervallen het 4e lid van
art. 6 van het Huishoudelijk Reglement der Plaatse
lijke Boerenleenbank.
Art. 26, sub 6'J.
Het Bestuur is verplicht:
Toezicht te houden op de verrichtingen van
den Kassier, vooral op de maandelijksche en jaarlijk-
sche verantwoording, en minstens eens per jaar
den stand der spaarboekjes, voorschotboekjes en
boekjes voor loopende rekening met de boeken
en bescheiden der Boerenleenbank te vergelijken,
hetzij aan de hand van die boekjes zelf, en zulks
bij voorkeur, hetzij aan de hand van saldobiljetten,
waarop de stand der boekjes door het Bestuur is
aangegeven en die door de houders dezer boekjes
worden teruggezonden.
Art. 44.
1. Voor de verkiezingen in de Algemeene Ver
gadering wordt minstens volstrekte meerderheid
van geldige stemmen vereischt, met dien ver
stande, dat geen keuze kan gedaan worden,
wanneer niet meer dan de helft der leden
aanwezig of vertegenwoordigd is en aan de
verkiezing deelneemt, behoudens het bepaalde
bij het 7de lid van dit artikel.
2. Wordt bij eerste stemming geen volstrekte
meerderheid verkregen, dan heeft een nieuwe
vrije stemming plaats.
3. Wordt bij deze tweede stemming nog geen
volstrekte meerderheid verkregen dan heeft
opnieuw een stemming plaats, waarbij voor een
verkiezing slechts in aanmerking kunnen komen
de personen, die bij de tweede vrije stemming
de meeste stemmen op zich vereenigden, tot
een aantal van het tweevoud der nog te ver
vullen plaatsen, doch zoo, dat, indien ten gevolge
van het behalen van een gelijk aantal stemmen
meer personen voor herstemming in aanmer
king komen, dan voor het vormen van dit
dubbeltal wordt vereischt, deze allen voor een
verkiezing in aanmerking komen. Staken dan
de stemmen, zoo zal de stem des Voorzitters
of het lot beslissen, naar gelang het Huishou
delijk Reglement bepaalt.
4. Besluiten over zaken worden genomen met
minstens volstrekte meerderheid van geldige
stemmen, met dien verstande, dat geen stemming
kan plaats hebben, wanneer niet meer dan de
helft der leden aanwezig of vertegenwoordigd
is en aan de stemming deelneemt, behoudens
het bepaalde bij het 7de lid van dit Artikel.
5. De stemming geschiedt met gesloten briefjes,
wanneer het personen geldt of een vierde der aan
wezige of vertegenwoordigende leden het vordert.
6. Twee stemopnemers en een secretaris worden
door den Voorzitter aangesteld.
7. Is het aantal ter Algemeene Vergadering opge
komen leden te gering om verkiezingen te
kunnen houden of besluiten te kunnen nemen,
dan wordt binnen veertien dagen opnieuw een
Algemeene Vergadering opgeroepen, die ver
kiezingen kan houden en besluiten nemen,
ongeacht het aantal opgekomenen. De dagorde
dezer Algemeene Vergadering mag geen andere
punten bevatten dan die, welke bij de eerste
oproeping was gevoegd.
TOELICHTING.
De wijzigingen betreffen de leden 1, 4 en 7
van dit artikel. Zij worden voorgesteld om te voor
komen, dat op een Algemeene Vergadering ver
kiezingen gehouden en besluiten genomen kunnen
worden, hoewel een wellicht aanzienlijk getal aan
wezigen, niet aan de stemming deelneemt.
Art. 49.
1. Het Bestuur geeft voorschotten en credieten in
loopende rekening alleen en uitsluitend aan leden
der Boerenleenbank voor hoogstens tien jaren.
2. De ter leen verstrekte gelden zullen te allen
tijde opeischbaar zijn, na een voorafgaande
opzegging van een maand.
3. Loopt een voorschot langer dan één jaar, dan
moet elk jaar een gedeelte worden afgelost
en de grootte der jaarlijksche aflossingen uit
de schuldbekentenis blijken.
4. Voorschotten voor langer dan tien jaren en
tevens hooger dan 1000.behoeven de
goedkeuring van het Bestuur der Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank.