Voorstellen, welke nog te behan=
delen zijn op de Algemeene Ver=
gadering van den 9 December a.s.
98
dat nog in de Algemeene Vergadering moet behan
deld worden.
7. WINSTVERDEELING. (Art. 54).
De Boerenleenbanken hebben geen aandeelen
kapitaal, en daarom is voor haar het bezit van
een groot Reservefonds van het hoogste belang.
Degenen, die hun geld bij de Boerenleenbank
beleggen, zijn gewaarborgd door de onbeperkte aan
sprakelijkheid der leden; maar de leden zelf zullen
dan pas gewaarborgd zijn, dat het lidmaatschap
hun zoo goed als nooit eenig verlies kan ople
veren, als het Reservefonds ook groote verliezen,
die voor of na kunnen en zullen komen, zal
kunnen dragen.
Hoewel het noodzakelijk is, voor groote reserve
fondsen te zorgen, bestaat er toch geen bezwaar
een gedeelte der winst ter beschikking van de
Algemeene Vergadering te stellen, ten bedrage van
hoogstens 25 van de winst, doch niet meer dan
4 procent van het bestaande reservefonds. Waar
een reservefonds is van ƒ2000.komt dus 80.
jaarlijks ter beschikking, wanneer de winst minstens
320.bedraagt.
Het gedeelte der winst, waarover de Algemeene
Vergadering kan beschikken, mag niet besteed
worden tot geldelijke uitkeering aan leden.
De wijze, waarop het geld besteed wordt, behoeft
de goedkeuring van het Bestuur der Coöp. Centr.
Boerenleenbank.
STATUTEN
COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK.
Art. 4.
Na lid 2 wordt voorgesteld te laten volgen een
nieuw lid 3, luidend:
3. Bijstorting op de aandeelen kan gevorderd
worden door het Bestuur, onder goedkeuring van
den Raad van Toezicht.
Het tegenwoordig lid 3 wordt lid 4.
Letter i van lid 1 zal luiden
dat de voorschotten en credieten met een opzeg
ging van hoogstens één maand te voren ingevor
derd kunnen worden
Art. 58. Lid 4 zal luiden
Deze Statuten treden in de plaats der Statuten
van den 14den Augustus 1908 en treden in werking
op den dag, dat zij in de Nederlandsche Staats
courant worden openbaar gemaakt, tenzij deze
openbaarmaking vóór 31 December 1914 geschiedt,
in welk geval zij op 31 December 1914 in werking
treden.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK.
Art. 32. Het ls,e lid zal luiden:
De reiskosten, door de vertegenwoordigde Boeren
leenbanken ten behoeve der Algemeene Vergade
ring gemaakt, worden berekend uit den kilometer
afstand van alle plaatsen te zamen tegen 4'/2 ets.
per K.M. Aan Boerenleenbanken, die hiertoe
volgens het oordeel van het Bestuur in aanmerking
komen, wordt voor noodzakelijke logeerkosten
van den afgevaardigde 2.50 vergoed. Het totale
bedrag dezer reis- en logeerkosten wordt gelijkelijk
door de aangesloten Boerenleenbanken gedragen.
STATUTEN
PLAATSELIJKE BOERENLEENBANK.
Art. 25.
1. Alle ontvangsten door de Boerenleenbank,
waaronder begrepen worden
1°. inlagen van spaargelden;
2°. terugbetalingen van voorschotten;
3°. stortingen in loopende rekening door leden
4°. betalingen en bijschrijvingen van rente en
provisie, door de Boerenleenbank te vor
deren,
worden in de desbetreffende boekjes bekrach
tigd door de handteekening van den Kassier,
indien zij het bedrag van twee duizend gulden
niet te boven gaan, en door de handteeke-
ningen van den Kassier en een der leden
van het Bestuur, indien zij grooter zijn dan
twee duizend gulden.
Meerdere stortingen, op eenzelfden dag, door
een persoon gedaan en te zamen het bedrag
van twee duizend gulden overtreffend, wor
den beschouwd als één storting.
2. Alle betalingen door de Boerenleenbank, waar
onder begrepen worden
1°. terugbetalingen van spaargelden;
2°. uitbetalingen van voorschotten
VAN DE
Art. 5.
DER
DER