91
6. De verzending der gelden geschiedt voor REKENING EN RISICO DER AANVRAGENDE
LEENBANK; (wij zijn gedwongen die verantwoordelijkheid te leggen op de aanvragende leenbank,
omdat geen enkele maatschappij het risico der verzending op zich wil nemen).
VERDER VERZOEKEN WIJ U DRINGEND GEENE NIEUWE VOORSCHOTTEN TOE
TE STAAN.
Zoodra de omstandigheden bovenbedoelde maatregelen niet meer noodig zullen maken, zal U
nader bericht gezonden worden.
Tenslotte verzoeken wij U, er de inleggers uwer leenbank op te wijzen, dat er niet het minste
gevaar bestaat voor hunne inlagen. Immers AL DE LEDEN UWER LEENBANK ZIJN HOOFDELIJK
AANSPRAKELIJK VOOR DE INGELEGDE SPAARGELDEN. Blijft een ieder rustig en kalm dan
bestaat er niet het minste gevaar dat zijn dubbeltjes verloren zullen gaan.
In de hoop dat dit schrijven U bereiken zal,
Hoogachtend,
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
V. A. M. VAN DEN HEUVEL, Voorzitter van het Bestuur.
P. M. VAN VORST, Secretaris van het Bestuur.
Mr. TH. J. H. AQUARIUS, President van den Raad van Toezicht.
TH. VAN DER MARCK, Geestelijk Adviseur.
Mr. P. W. H. TRUYEN, Rechtskundig Adviseur.
J. F. BERKVENS, Directeur.
Eindhoven, Zondag 2 Augustus 1914.
Wij hebben aan dit rondschrijven weinig toe te
voegen. De hieronder afgedrukte maatregelen,
door de Rijkspostspaarbank genomen, toonen duide
lijk aan, hoe goed men handelde door de terug
betalingen van de Boerenleenbank tot het nood
zakelijke te beperken.
Van weinige plaatsen is ons intusschen medege
deeld, dat er inleggers zijn,die hun spaargelden opvor
derden. Wij kunnen den beheerders onzer Boeren
leenbanken niet dringend genoeg verzoeken toch
vooral de aandacht hunner inleggers erop te ves
tigen, dat de spaargelden bij de Boerenleenbank
onder alle omstandigheden veel veiliger bewaard
zijn dan in hun eigen woning. Alle leden der
Boerenleenbank waarborgen met hun geheele ver
mogen de terugbetaling der spaargelden. En wie
waarborgt ons het bezit van ons geld, indien wij
het thuis bewaren? Niemand.
In den Fransch-Duitschen oorlog van 1870-'71
is dan ook gebleken, dat vele Duitsche landbou
wers hun gelden bij de Boerenleenbanken brachten.
Zelfs bood men den Boerenleenbanken een gel
delijke belooning aan, indien zij de gelden wilden
aannemen. Laten onze inleggers nu toch eens
verstandig zijn om niet meer geld terug te vragen
dan strikt noodzakelijk is. Bij enkele Boeren
leenbanken kwamen reeds vele spaargelden in
tijdens de dagen der mobilisatie. Daar blijkt men
zijn belang goed te begrijpen en de soliditeit der
Boerenleenbanken goed in te zien. Maar bij die
Boerenleenbanken heeft men dan ook beheerders,
die al hun invloed aanwenden om de leden terug
te houden van de onverstandige daad, hun spaar
gelden op te vorderen.
Zeker, Nederland beleeft moeilijke dagen. Maar
juist daarom is thans kalmte meer noodig dan
ooit. Een kalmte, voortkomend uit een onwan
kelbaar vertrouwen op Gods wijsheid en barm
hartigheid. En waar zouden wij dit vertrouwen
eer mogen verwachten dan bij onze Christenboeren