MEDEDEELINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN. Augustus 1914. N°. 23. BOERENLEENBANKEN. Toen het vorige nummer der „Mededeelingen" verscheen, waren bij de Coöp. Centr. Boeren leenbank 373 Boerenleenbanken aangesloten. Sedert dien tijd is haar aantal gestegen tot 376 De volgende drie Boerenleenbanken zijn toe getreden Herpen (N.-Br.)Aalst (N.Br.); Bakel(N.Br.) DE VOORTZETTING DER BUITENGEWONE ALGEMEENE VERGADERING DER COÖP. CENTR. BOERENLEENBANK. Alle Boerenleenbanken waren tegen 3 Aug. 1914 opgeroepen ter voortzetting van de Buitengewone Algemeene Vergadering der Coöp. Centr. Boeren leenbank. Wijl dien dag de treinenloop echter voor het gewoon reizigersverkeer gestaakt was, konden de Afgevaardigden Eindhoven niet bereiken, zoodat geen vergadering werd gehouden. Deze zal nu plaats hebben, zoodra de omstandigheden het zullen toelaten. In afwachting dier vergadering vestigen wij de aandacht onzer Boerenleenbanken thans reeds op onderstaande voorstellen der Commissie tot Statu tenwijziging. De Commissie had zich voorgenomen deze voorstellen gedrukt aan de afgevaardigden ter vergadering van 3 Augustus te doen uitreiken. Nu dit onmogelijk was, worden zij langs dezen weg reeds bekend gemaakt. NIEUWE VOORSTELLEN DER STATUTENCOMMISSIE. De Commissie tot Statutenwijziging stelt voor Artikel 25 van de Statuten der plaatselijke Boeren leenbank te lezen als volgt: 1. Alle ontvangsten door de Boerenleenbank, waaronder begrepen worden: 1°. inlagen van spaargelden 2°. terugbetalingen van voorschotten 3°. stortingen in loopende rekening met leden 4°. betalingen en bijschrijvingen van rente en provisie, door de Boerenleenbank te vorderen, worden in de desbetreffende boekjes bekrachtigd door de handteekening van den Kassier, indien zij het bedrag van twee duizend gulden niet te boven gaan, en door de handteekeningen van den Kassier en een der leden van het Bestuur, indien zij grooter zijn dan twee duizend gulden. 2. Alle betalingen door de Boerenleenbank, waaronder begrepen worden 1°. terugbetalingen van spaargelden; 2°. uitbetalingen van voorschotten; 3°. betalingen in loopende rekening met leden; 4°. betalingen en bijschrijvingen van rente, door de Boerenleenbank verschuldigd, worden in de desbetreffende boekjes door de handteekening van den Kassier bekrachtigd, nadat door den betrokken inlegger, voorschotnemer of loopende-rekeninghouder een kwitantie is afgegeven. 3. Geldaanvragen en verzoeken tot overschrijving van gelden, gericht tot de Coöperatieve Cen trale Boerenleenbank, benevens alle andere stukken, waardoor de Boerenleenbank verbonden wordt, moeten geteekend worden door den Directeur en een Bestuurslid. 4. Kwitantiën voor gelden, van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank ontvangen, moeten geteekend worden door den Kassier. Art. 25 der Plaatselijke Statuten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1914 | | pagina 1