88 VERHOOGING DER RENTE VAN DE COÖP. CENTRALE BOERENLEENBANK. 27 Mei j.1. is aan alle Boerenleenbanken, bij aangeteekend schrijven, de volgende mededeeling gedaan De Raad van Toezicht der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, daartoe bevoegd krachtens het bepaalde bij art. 16 van het Huishoudelijk Reglement, heeft de eer U mede te deelen, dat de rente voor voorschotten vanaf 1 Juli a.s. is verhoogd tot op 4 1 4° o." Uit deze mededeeling blijkt dat de Coöp. Centr. Boerenleenbank, te beginnen met 1 Juli 1914, 4'/4 's jaars zal vorderen voor alle gelden, die de aangesloten Boerenleenbanken aan haar schul dig zijn. Zoolang mogelijk heeft de Coöp. Centr. Boeren leenbank het volgehouden den Boerenleenbanken de noodige gelden voor te schieten tegen 33 4 's jaars. Het voortdurend stijgen van het aantal Boerenleenbanken-debitricen en de hooge prijs van het geld hadden tengevolge, dat tot verhoo ging van den rentevoet moest worden overgegaan. Met ingang van 1 Juli 1914 zullen dus alle Boeren leenbanken voor haar schuld bij de Coöp. Centr. Boerenleenbank 4'A moeten betalen. Ons is gevraagd of voor de bestaande schuld de rentevoet van 33/4% blijft gelden. Het antwoord luidt ontken nend. Voor de geheele schuld wordt de rente 4] 4 o. De Boerenleenbanken, die van het geld, dat zij bij de Coöp. Centr. Boerenleenbank leenden, voor schotten hebben verstrekt tegen 4 's jaars, zullen nu een Algemeene Vergadering moeten beleggen ter verhooging van die rente. Thans immers moeten zij zelf voor het geld 4' 4% betalen. Om geen verlies te lijden, dienen zij voor haar voor schotten dus minstens 4'/2 's jaars te gaan vorderen. Dit geldt natuurlijk ook voor de be dragen, die zij in loopende rekening aan leden hebben verstrekt. TEEKENEN PER ORDER. Het teekenen van kwitantiën voor terugbetaalde spaargelden en uitbetalingen in loopende rekening moet geschieden door den persoon, te wiens name het spaarboekje of boekje voor loopende rekening is gesteld, of door zijn schriftelijk gemachtigde. Nu en dan treffen de Inspecteurs kwitantiën aan, die per order zijn geteeekend door den Directeur of den Kassier der Boerenleenbank. Van een machtiging tot dit teekenen blijkt niets. Trouwens, de beheerderen en de Kassier der Boerenleenbank moeten zich niet laten machtigen om aan hun eigen instelling, de Boerenleenbank, een kwitantie af te geven op order van een inlegger of loopende- rekeninghouder. Schuldbekentenissen en contracten in loopende rekening mogen nooit „per order" geteekend worden. De schuldenaars of loopende-rekeninghouders moeten zelf teekenen tenzij de schuldbekentenis of het contract notarieel worden opgemaakt. IN BLANCO TEEKENEN VAN GELD AANVRAGEN. Onlangs kregen wij van een Kassier een zeer onaangenamen brief over het feit, dat een Inspecteur bij zijn inspectie een geldaanvrage vernietigd had, die door den Directeur en een Bestuurslid in blanco geteekend waren. Wij willen er daarom nog eens op wijzen, dat de Inspectie niet alleen dient om gemaakte fouten te verbeteren, maar ook om het maken van fouten, het plegen van oneerlijke handelingen, enz. te voorkomen. Een ieder zal inzien, dat dit laatste zelfs nog veel beter is dan herstellen hetgeen verkeerd is en oneerlijk heden ontdekken. Wanneer de Directeur of een Bestuurslid for mulieren voor geldaanvrage in blanco teekenen, schenken zij den Kassier het middel om buiten hun voorkennis gelden ter Coöp. Centr. Boeren leenbank aan te vragen. Al is de Kassier nog zoo eerlijk, al geniet hij terecht het volle ver trouwen van alle leden, toch is het Bestuur niet verantwoord indien het hem middelen tot het plegen van bedrog ter beschikking stelt. Ontdekt de Inspecteur van die middelen, dan handelt hij ongetwijfeld in het belang der Boerenleenbank, door ze onbruikbaar te maken. Een Inspecteur, die dus een in blanco geteekend formulier voor geldaanvrage vernietigt, doet allerminst iets, waarvan men hem een grief mag maken. Hij voorkomt daardoor, dat op het bewuste formulier gelden worden aangevraagd en zonder voorkennis van het Bestuur worden ontvangen. REKENING EN BALANS OVER 1913. Mochten er nog Boerenleenbanken zijn, waar de rekening en balans over 1913 niei is opge maakt, dan gelieve men hiervan kennis te geven aan den Hoofdinspecteur. Wij verwachten een dergelijke kennisgeving niet alleen van Kassiers, maar vooral ook van Direc teuren der bedoelde Boerenleenbanken. MOEILIJKHEDEN. Wij kunnen er niet genoeg op aandringen, dat Kassiers, Directeuren of andere beheerders van Boerenleenbanken, die moeilijkheden hebben met eenige zaak, hun bank betreffend, ons vragen dit punt in de „Mededeelingen" te behandelen. Allicht, dat zij daardoor een dienst bewijzen aan de leiders van andere Boerenleenbanken. Roermondsche Stoomdrukkerij, Roermond.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1914 | | pagina 4