82 Hoofdinspecteur, na 16 Februari nog geregeld is voortgezet door den Inspecteur Le Loux, bijgestaan door den Adjunct-Inspecteur Van Gemert, heeft het volgende aan het licht gebracht Verschillende personen zijn tot Buijs gegaan met geld, dat zij op de Boerenleenbank wilden plaatsen. Buijs bood hun dan 0,4 of 0,5 meer rente aan. Ging men op dit voorstel in, dan werd het geld niet op de Boerenleenbank geplaatst, doch ontving de persoon een schuldbekentenis, door Buijs persoonlijk afgegeven. Vermoedelijk heeft Buijs ook wel aanzoek gekregen van sommige personen, om hun op die wijze wat meer intrest te doen trekken dan de Boerenleenbank geeft. Vast staat, dat Buijs reeds in 1909 met het afgeven van zulke schuldbekente nissen begonnen is. Dit is zoo lang geheim gebleven, omdat Buijs aan deze personen op het hart drukte, er niemand over te spreken, jj dat hij meer rente vergoedde dan de Boeren leenbank. Wijl al deze handelingen echter buiten de Boerenleenbank om liepen, kon er bij de Inspectie nooit iets van blijken. Alleen door een toeval konden zij aan het licht komen. Op bovengenoemde en dergelijke wijze heeft Buijs ongeveer f 70.000 in beheer gekregen. Van dit geld zal vermoedelijk maar héél weinig terecht komen, daar alles verhaald moet worden op Buijs persoonlijk. Deze is bereids in staat van faillissement verklaard. Sedert Juli 1913 heeft Buijs bij zijne knoeierijen ook de Boerenleenbank betrokken. Hij deed zulks door inlagen van spaarders behoorlijk in hun officieel spaarboekje te verantwoorden, doch ze niet in de kas te storten en noch in het Groot-, noch in het Dagboek in te schrijven. Wijl Buijs echter een deugdelijke vordering op de Boerenleen bank deed ontstaan, heeft hij deze instelling bedrogen. Voorts heeft hij enkele keeren een valsche handteekening gezet in het kwitantieboekje en spaargelden geboekt als terugbetaald en twee keer in zijn Dagboek een cijfer uitgekrabd. Door deze krabbingen eigende hij zich f 1.100.- toe. Vast staat, dat de Boerenleenbank voor f 8.000. bedrogen is. Omtrent enkele bedriegerijen, tot een gezamenlijk bedrag van f 11.000. moet nog een nader onderzoek worden ingesteld, om met zekerheid te kunnen zeggen of zij ten nadeele zijn van de Boerenleenbank of van de betrokken personen. Gelukkig kunnen wij verklaren, dat het vertrouwen in de Boerenleenbank niet ge schokt is. Van de f 170.000. spaargelden is nog geen f 20.000. - teruggevraagd en zelfs is er na het gebeurde alweer op nieuw ingelegd, zelfs door één persoon, die tot dusverre nog geen spaarboekje bij de Boeren leenbank had. Nog altijd zijn te Zundert twee Inspecteurs aan den arbeid, om er voor te zorgen, dat de nieuwe Kassier de boek houding geheel in het reine kan overnemen. Den 5den Maart j.1. hield de Boerenleenbank een buitengewone Algemeene Vergadering, onder leiding van den Hoofdinspecteur. Deze vergadering, die bijzonder druk bezocht was, ontsloeg den geschorsten Kassier en benoemde zijn opvolger. De Hoofdinspecteur gaf den aanwezigen allerlei inlichtingen en beant woordde verschillende vragen. De vergade ring, die van 6 tot 10 uur duurde, had een uitstekend verloop, de aanwezigen waren van het begin tot het einde vol aandacht en zeer ordelijk en bij het heengaan toonden zij zich heel voldaan. Aan het einde van dit overzicht gekomen, willen wij er op wijzen, dat Raad van Toezicht en Bestuur te Zundert geregeld de voorge schreven vergaderingen hielden en daarop de boeken en bescheiden onderzochten. Hier-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1914 | | pagina 2