MEDEDEELINGEN
ZUNDERT.
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN.
Het Bestuur van de Coöp. Centr. Boeren
leenbank acht het wenschelijk, dat de aange
sloten Boerenleenbanken juist worden inge
licht omtrent het gebeurde te Zundert, weshalve
de volgende mededeelingen worden verstrekt
14 Februari jl. kwam ten kantore der
Coöp. Centr. Boerenleenbank het telefonisch
bericht van den President van den Raad
van Toezicht der Boerenleenbank te Zundert,
dat de zaken van den Kassier dier Boeren
leenbank, P. C. Buijs, niet in orde waren.
Onmiddellijk vertrok een Inspecteur, de Heer
Le Loux, naar Zundert, met de opdracht,
indien de Boerenleenbank benadeeld zou zijn,
terstond den Hoofdinspecteur te waarschuwen.
's Avonds nog telefoneerde de Heer Le
Loux, dat de Boerenleenbank vermoedelijk
bij de bedriegelijke handelingen van den
Kassier betrokken was en weinige oogen-
blikken later was de Hoofdinspecteur op reis
naar Zundert.
Daar aangekomen vernam hij, dat de Kas
sier verklaard had in moeilijke geldelijke
omstandigheden te verkeeren, voornamelijk
een gevolg van mislukte speculaties. Hierin
had de Raad van Toezicht der Boerenleen
bank aanleiding gevonden hem terstond
(14 Februari) in zijn bediening te schorsen
en de brandkast met inhoud te doen over
brengen naar het kantoor van den President
van den Raad van Toezicht. Dadelijk werden
de noodige kaarten gedrukt, waardoor allen
houders van boekjes zou verzocht worden,
hun boekjes ter inzage te zenden. Des Zater
dags, laat in den avond, werden deze kaarten
gepost.
Zondagsmorgens, bij het uitgaan der Kerk,
verzamelden de President van den Raad van
Toezicht, de Hoofdinspecteur en de Inspec
teur groepen landbouwers rondom zich en
verzochten hun zoodra mogelijk met de
boekjes te komen. Vervolgens werd een
bezoek gebracht aan den Kassier. Deze lag
te bed, verzekerde, dat de boeken der Boeren
leenbank in orde waren, doch noemde ten
slotte toch een vijftal spaarboekjes op, waar
aan het een en ander moest ontbreken.
Voor het kantoor van den President van
den Raad van Toezicht hadden intusschen
reeds tientallen inleggers en voorschotnemers
post gevat, om hun boekjes te laten onder
zoeken. Reeds spoedig bleek bij het onder
zoek, dat door den Hoofdinspecteur en den
Inspecteur, ijverig bijgestaan door den Presi
dent van den Raad van Toezicht en den
Directeur der Boerenleenbank, werd ingesteld,
dat de geschorste Kassier vele bedriegelijke
handelingen had gepleegd. Toen vast stond,
dat ook de Boerenleenbank was bedrogen,
werd den brigade-commandant der Maré
chaussee te Zundert verzocht Buijs in hech
tenis te nemen. Reeds den volgenden dag
(16 Februari) kwamen de Heeren Rechter
commissaris en Officier van Justitie uit Breda,
die Buijs een voorloopig verhoor afnamen,
waarbij deze bekende verschillende verduis
teringen te hebben gepleegd en zich ook
enkele keeren aan valschheid in geschrifte
te hebben schuldig gemaakt. Buijs werd in
zijn arrest bevestigd en later naar Breda
overgebracht.
Het onderzoek, dat, onder leiding van den
Maart 1914. N°. 21.