MEDEDEELINGEN
VAN DB COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN.
December 1913. N°. 19.
BOERENLEENBANKEN.
Toen het vorig nummer der „Mededeelingen"
verscheen, waren bij de Coöp. Centr. Boeren
leenbank 362 Boerenleenbanken aangesloten.
Sedert dien tijd is haar aantal gestegen tot 363.
De Boerenleenbank van Batenburg (Geld.) is
toegetreden.
FORMULIEREN Dl EN D2
Zooals bekend is, luidt Art. 13 van het Huis
houdelijk Reglement der Coöp. Centr. Boeren
leenbank sedert zijn laatste wijziging aldus:
„De zending van gelden door de locale
„Boerenleenbanken geschiedt aan den Direc
teur der Coöperatieve Centrale Boerenleen
bank, onder inzending van een afzonderlijk
„advies aan een lid van het Bestuur of van
„den Raad van Toezicht, daartoe door den
„Raad van Toezicht aan te wijzen.
„De Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
„zal speciale formulieren voor dit doel ver
krijgbaar stellen".
Reeds einde September j.1. is allen Kassiers
medegedeeld, dat de formulieren, in Art. 13 bedoeld,
gereed zijn en dat de oude formulieren D-E met
ingang van 1 October 1913 niet meer gebruikt
mochten worden.
Het nieuwe formulier Dl moet met elke geld
zending gezonden worden aan de Coöp. Centr.
Boerenleenbank. Is het bedrag der geldzending
5.000.of minder, dan wordt formulier Dl
verzonden, gelijk met het geld in één en dezelfde
enveloppe. Gaat de geldzending de 5.000.te
boven, dan moeten het formulier en het geld
gescheiden worden toegezonden, elk in een afzon
derlijke enveloppe.
Op formulier D2 wordt van elke geldzending,
hoe klein die ook wezen moge, bericht gezonden
aan den President van den Raad van Toezicht
der Coöp. Centr. Boerenleenbank, Mr. Th. J. H.
Aquarius, te Haelen (L.) Voor het toezenden van
formulier D2 zijn ter Coöp. Centr. Boerenleenbank
enveloppen verkrijgbaar, voorzien van het adres
van Mr. Aquarius.
Formulier E is voortaan gescheiden van formu
lier D en wordt den Boerenleenbanken toege
zonden als kwitantie voor geldzendingen.
Wij vertrouwen, dat de oude formulieren D-E
in geen geval nog gebruikt zullen worden en daaren
tegen de nieuwe formulieren Dl en D2 stipt op
de bovenomschreven wijze zullen worden aange
wend. Vooral verzuime men nooit van de geld
zending kennis te geven aan Mr. Aquarius, op
een behoorlijk ingevuld en geteekend formulier D2.
DE SOLIDITEIT DER BOERENLEENBANK
ALS SPAARBANK.
De Kassier van een onzer Boerenleenbanken
schrijft
„Het komt wel eens voor, dat de soliditeit der
„Boerenleenbanken als spaarbanken wordt aan
getast. Wat is hierop te antwoorden:
„a. aangaande de Coöp. Centr. Boerenleenbank
baangaande de aangesloten Boerenleenbanken?
„Zou U deze vraag misschien eens in de „Mede-
„deelingen" willen behandelen, dan kunnen alle
„Bestuursleden en Kassiers ervan profiteeren."
Een volledige uiteenzetting van de soliditeit der
Boerenleenbank als spaarbank zou de plaatsruimte
vorderen, door een geheel nummer der „Mede
deelingen" aangeboden. Maar dat zal de schrijver
ook niet van ons verlangen en niet bedoelen.
Ongetwijfeld kan hij volstaan met het vernemen
der voornaamste punten, waarop de degelijkheid
der spaarbank steunt. Die punten kan men nader
toegelicht vinden in elk boek, dat over de Boeren
leenbanken handelt.
De soliditeit der spaarbank hangt natuurlijk af
van de soliditeit der Boerenleenbank zelf, ja, is
geen andere dan deze. Is dus de soliditeit der
Boerenleenbank aangetoond, dan moet onmiddellijk
worden aangenomen, dat ook de spaarbank degelijk
en betrouwbaar is.
De soliditeit der Boerenleenbank, op haar beurt,
hangt af van de beantwoording der vragen:
a. Welke waarborg bestaat er voor de terug
betaling der gelden?
b. Hoe worden de beschikbare gelden beheerd
A. Voor de terugbetaling der gelden zijn borg
alle leden der Boerenleenbank, met heel hun ver
mogen en al hun bezittingen. Waarom? Omdat
elk lid, door het lidmaatschap, de z.g. hoof
delijke aansprakelijkheid aanvaardt, waardoor hij
zich verbindt, hoofdelijk aansprakelijk te zijn voor
de terugbetaling van alle spaargelden, die de
Boerenleenbank heeft aangenomen.
Art. 12 der Statuten zegt duidelijk:
„De leden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor
„de verbintenissen, welke de Boerenleenbank
„vóór hunne intrede en tijdens hun lidmaat-
„schap heeft aangegaan, voor zoover het