LOOPENDE REKENING OF VOORSCHOT? Onlangs ontmoetten wij een Boerenleenbank, welker Bestuur van oordeel was, dat het beter voor den Boerenbond zou zijn een voorschot van 2.000.te ontvangen dan een crediet in loopende rekening tot dat bedrag. Naar onze meening is juist het omgekeerde het geval. We zullen zeggen waarom. Een voorschot wordt gevraagd door iemand, die op een te voren bekenden dag een zekere som noodig heeft, waarvan de grootte eveneens te voren bekend is. Ook kan de geldnemer reeds bij het aangaan der leening bepalen binnen hoeveel tijd en in welke termijnen hij zijn schuld zal aflossen. Bij een voorschot moet dus in alles zekerheid of nagenoeg zekerheid bestaan. Is die zekerheid er niet of slechts in enkele punten, dan moet de geldnemer een crediet vragen in loopende rekening. Nu komt niemard of niets o. i. meer in aanmerking voor loopende rekening dan de Boerenbond, die zich met het aankoopen van hulpmeststoffen en veevoeder belast. De meststoffen en voederartikelen worden op ver schillende tijdstippen van het jaar gekccht. Op verschillende tijdstippen dus zal de Boerenbond geld noodig hebben voor zijn betalingen en geld ontvangen van zijn leden. Neemt men aan, dat hij slechts op drie verschillende tijden inkoopt, dan zou hij reeds drie voorschotten moeten heb ben, men zou drie schuldbekentenissen moeten opmaken, drie folio's aanleggen in Grootboek II enz. Hieruit alleen blijkt reeds, dat het veel meer op den weg ligt van den Boerenbond zijn geld te leenen in loopende rekening, dan als gewoon voorschot. In loopende rekening heeft hij slechts een crediet te vragen en als hij maar zorgt dit niet te overschrijden, kan hij zoo dikwijls geld halen of brengen, als noodig is. Eenvoudiger kan het toch al niet en wij raden dan ook allen land- bouwvereenigingen aan steeds haar geld in loopende rekening te leenen, tenzij uit alle omstandigheden blijkt, dat aan een gewoon voorschot de voorkeur gegeven moet worden. TE VEEL BETAALDE RENTE VAN EEN VOORSCHOT. De Kassier eener Boerenleenbank schrijft „Een voorschotnemer heeft op 1 Januari 1913 „nog een schuld aan de Boerenleenbank van f900. „Van deze 900.moet hij op 31 December 1913 36.rente betalen. Op 30 Juni 1913 betaalt „hij ƒ300.af, die tot Nieuwjaar dus voor hem 6.renle opbrengen en tevens wil hij nu reeds „de rente, welke hij nog met Nieuwjaar schuldig „is, voldoen. Deze rente zal, zoo hiervan geen „intrest ten zijnen gunste berekend wordt, bedragen 36.6.30.De schuldenaar „betaalt dus ƒ30.rente. Op 30 September 1913 „echter, komt hij, wijl hij in het bezit van een „klein kapitaaltje is gekomen en vervroegde terug betaling immers geoorloofd is, wederom 300. „aflossen, welke tot Nieuwjaar een rente van ƒ3. „voor hem opbrengen. Hoe nu zulks te boeken Ziehier ons antwoord. Uit de inrichting van Grootboek II blijkt vol doende, dat alleen rekening is gehouden met rente betaling op 31 December en bij het eindigen van het voorschot. Wel kan men ook gemakkelijk en duidelijk een te late rentebetaling boeken en aan- teekening houden van de rente, die op 31 December nog te vorderen blijft, maar dat een voorschot nemer te veel rente betaalt, komt natuurlijk zoo zelden voor, dat men met het oog daarop in Groot boek II geen afzonderlijke kolommen heeft aan gebracht. Wat nu te doen dien enkelen keer, dat eens te veel rente betaald wordt, in het geval b.v. door onzen briefschrijver bedoeld? De schuldenaar betaalt reeds 30Juni zijn ƒ30. rente voor het geheele jaar. Moet de Boeren leenbank hem nu rente vergoeden gedurende een half jaar over die 30.rente? Neen. Evenmin als de Boerenleenbank rente van rente vordert, vergoedt zij rente van rente. Die boeking zou trouwens al te omslachtig worden. Kwam er nu verder geen verandering, dan was de zaak eenvoudig. Alleen had men dan de rentebetaling op 30Juni in plaats van op 31 December. Maar de voor schotnemer komt 30 September ƒ300.aflossen, waardoor hij 4 °/o rente verdient gedurende 3 maan den, dus 3.Deze 3.kunnen niet van de rente over 1913 gekort worden, want deze rente is al betaald. Feitelijk heeft de voorschotnemer, toen hij 30.rente betaalde, dus 3.te veel betaald. Gemakkelijk brengt de Kassier de zaak in het reine door in Grootboek II, op het folio van den schuldenaar, in kolom 18 onder de „Aan merkingen," op denzelfden regel, waarop de ƒ30 betaalde rente geboekt zijn, te schrijven: „Hier onder 3.te veel betaalde rente." Deze f 3.te veel betaalde rente moeten ge kort worden van de rente, die de schuldenaar over 1914 te betalen zal hebben. Daarom wordt op de rechterbladzijde van het folio, onmiddellijk na de afsluiting van 1913, als eerste boeking van 1914, in kolom 17, 3.gebracht. Daarachter, in kolom 13, onder de „Aanmerkingen", schrijft de Kassier: „Te veel betaald over 1913". Tot boekingen in het Dagboek geeft een en ander geen aanleiding. Ter vermijding van vergissingen blijft het intus- schen het best den voorschotnemer te verzoeken zijn rente op het einde des jaars te betalen. Heeft hij geld over, dat hij niet op zijn voorschot wenscht te doen afschrijven, dan kan hij het inleggen op de spaarbank. 72 Roermondsche Stoomdrukkerij, Roermond.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1913 | | pagina 4