71 •voorstellen. Wel zal de Commissie het op prijs stellen, indien zij, die voornemens zijn dergelijke voorstellen in te dienen, niet lang meer wachten met hun voornemen uit te voeren. Late inzending kan veel last veroorzaken. EINDIGEN EENER BORGSTELLING. Nu en dan doet zich het geval voor, dat een horg van zijn borgstelling ontheven wenscht te worden. Wat heelt de Boerenleenbank dan te doen Heeft de borg het recht zijn borgstelling te doen eindigen wanneer hij wil Neen. De schuldbeken tenis kent den borg dit recht niet toe. De aan sprakelijkheid van den borg eindigt niet, zoolang de schuldbekentenis van kracht blijft. Gaf men aan den borg het recht zelf zijn borgstelling te doen eindigen, wanneer hij wil, dan zou de Boeren leenbank bloot staan aan het lijden van geldelijk verlies. Men zou b.v. kunnen zeggen, dat de borg zijn borgstelling kan doen eindigen, wanneer hij haar zes maanden te voren opzegt. De Boeren- Jeenbank zou dan moeten zorgen, dat zij de gelden voor het verstrijken van dien termijn had opge vorderd en terugontvangen, of dat een nieuwe schuldbekentenis was opgemaakt met een nieuwen borg. In de meeste gevallen zou dit gelukken, maar slaagde zij er ook één keer niet in, dan werd wellicht een geldelijk verlies geleden van beteekenis. Daaraan mag de Boerenleenbank zich niet blootstellen en daarom kan men bezwaarlijk van haar verlangen, dat zij den borg het recht toekent zijn borgstelling naar welgevallen te doen ophouden. Iets anders is het of de Boerenleenbank den borg niet ter wille moet zijn, wanneer deze ge gronde redenen heeft om zijn aansprakelijkheid te doen eindigen. Wij aarzelen geenszins deze vraag met „ja" te beantwoorden. Wil een borg om ernstige redenen van zijn borgstelling ontheven worden, dan ligt het ongetwijfeld op den weg van het Bestuur der Boerenleenbank tot die ontheffing mede te werken. Het Bestuur zal zich in dit geval tot den schuldenaar wenden met de mede- deeling. dat de borg bezwaar heeft nog langer voor de terugbetaling der geleende gelden aan sprakelijk te zijn. Den schuldenaar wordt verder gevraagd binnen drie maanden b.v. te zorgen voor een nieuwen borg ten genoege van het Bestuur. Onnoodig te zeggen, dat de schuldenaar in verre weg de meeste gevallen een nieuwen borg zal zoeken en er een zal vinden. Mogelijk is het echter, dat de schuldenaar onwillig is een nieuwen borg te zoeken. Welnu, dan kan het Bestuur het voorschot opzeggen. Ook is mogelijk, dat de schuldenaar onmachtig is een nieuwen borg te vinden. Dan blijft natuurlijk de aansprakelijkheid van den oorspronkeiijken borg voortduren. Het is niet billijk ook dan de leening op te zeggen. In elk geval kan de borg nooit van zijn ver plichtingen worden ontheven, zoolang niet de geiden zijn terugbetaald of een nieuwe schuldbe kentenis met een anderen borg is opgemaakt. Het kan natuurlijk gebeuren, dat een borg opheffing zijner aansprakelijkheid verzoekt alleen om den schuldenaar te plagen of door de een of andere aanleiding van geringe beteekenis. Het spreekt van zelf, dat het Bestuur niet tot die plagerij of het toepassen van dit wraakmiddel moet medewerken. Integendeel, het zal veel meer han delen overeenkomstig de beginselen der Boeren leenbank, indien het den borg door kalme over reding van zijn onedel voornemen ziet af te brengen. Daarom zal het Bestuur goed doen do* de redenen, die de borg voor zijn verlangen opgeeft, ernstig te onderzoeken en nimmer aan te dringen op het vragen van een nieuwen borg, zonder ook den schuldenaar gehoord te hebben. ONDERTEEKENEN VAN ONINGEVULDE FORMULIEREN C. Nu en dan treffen de Inspecteurs bij een Boeren leenbank formulieren voor geldaanvragen aan (form. C.), die nog niet zijn ingevuld en toch reeds door den Directeur en een B estuurslid zijn geteekend. Het is duidelijk, dat dez Bestuurders, door onder een oningevuld form .r C. hun handteekening te plaatsen, zeer onv orzichtig han delen. Immers, de Kassier kan dan het formulier voorzien van elk bedrag, dat hem goeddunkt en zonder dat het Bestuur er iets van weet, een aanzienlijke som gelds van de Coöp. sitr. Boeren leenbank opvorderen. En als dit geld nu eens verkeerd gebruikt wordt, wie is dan de schuldige Natuurlijk de Kassier, die oneer, ik was; maar óók zijn schuldig de Directeur en het Bestuurslid, die hem tot die oneerlijkheid gelegenheid gaven. Nu zegge men niet, dat men een eerlijk en ver- trouwenswaardig Kassiergerust over .iertéekende oningevulde formulieren voor gel ivrage kan laten beschikken. Als men zoo redt teert, kan men elk toezicht wel afschaffen. Het i volstrekt geen bewijs van wantrouwen jegens den Kassier wan neer het Bestuur zich stipt aan d, voorschriften houdt en dus ook de formulieren voor geldaan- vrage slechts onderteekent, nadat zij behoorlijk zijn ingevuld. Dan alleen kan het stuur weten waarvoor de gelden noodig zijn, Dn alleen kan het toezicht houden op het gebr ervan, dan alleen is het verantwoord jegens de leden der Boerenleenbank. Men zie dus nie' op tegen een beetje moeite, maar behartige ook n dezen met ernst en nauwgezetheid zijn plicht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1913 | | pagina 3