68 dan wordt daarvan bij de verzending kennis gegeven aan den Voorzitter van het Bestuur der C. C. B. L. of een ander Bestuurslid, door het Bestuur aan te wijzen. Die kennisgeving moet geschieden door inzen ding van speciale formulieren, te verstrekken door de Centrale Bank. Art. 17. De interest van inkomende gelden begint te loopen acht dagen na de stortingvan uitgaande gelden gaat hij in of houdt hij op daags te voren. Art. 18. Bij de jaarlijksche afsluiting wordt van de locale boerenleenbanken van de grootste zijde harer rekening (waarbij het saldo van 't vorig jaar niet wordt medegerekend) Vio pCt. als provisie gevor derd met een maximum van f 25. Bestuur of van den Raad van Toezicht, daartoe door den Raad van Toezicht aan te wijzen De Coöperatieve Centrale Boerenleenbank zal speciale formulieren voor dit doel verkrijgbaar stellen. Art. 17. De interest van inkomende gelden begint te loopen vijf dagen na de storting; van uitgaande gelden gaat hij in of houdt hij op daags te voren. Aanvangende in 1914 zal deze valuta jaarlijks met één dag verminderd worden, zoodat in 1917 de ééndaagsche valuta zal bereikt zijn. Art. 18. Bij de jaarlijksche afsluiting wordt van de locale boerenleenbanken van de grootste zijde harer rekening (waarbij het saldo van 't vorig jaar niet wordt medegerekend) V20 pCt. als provisie ge vorderd. GELDZENDINGEN BOVEN f 5.000. Er gaat geen week voorbij of bij de Coöp. Centr. Boerenleenbank komen aangeteekende brieven aan meteen inhoud van meer dan ƒ5.000. terwijl in één en dezelfde enveloppe èn het geld èn het formulier geldzending (D en E) verpakt zijn. Nogmaals wijzen wij er op, dat dergelijke geldzendingen niet verzekerd zijn. Alléén als men minder dan 5.000.zendt, mag formulier D/E bij het geld in de enveloppe gesloten worden. Zendt men een grooter bedrag dan 5.000dan moet men dus twee afzonderlijke brieven aan de Coöp. Centr. Boerenleenbank doen toekomen, elk in zijn eigen enveloppe: a. een brief met het geld; b. een brief met formulier D/E. In haar eigen belang raden wij den Boeren leenbanken ernstig aan van dezen regel nooit af te wijken. UITSTEL VAN BETALING. Wanneer een voorschotnemer doorziekte, tegen spoed of dergelijke oorzaak niet in staat is zijn verplichtingen na te komen, moet hij zich tijdig tot het Bestuur wenden met het verzoek hem uitstel van betaling te verleenen. Besluit het Bestuur het gevraagde uitstel toe te staan, dan moet dit besluit in de notulen der bestuursvergadering worden opgenomen. Verder en hierop willen wij met nadruk wijzen behoort een formulier (no. 14) te worden opgemaakt, inhoudend de ver klaring, dat schuldenaar en borg het uitstel aan vaarden. Het ingevuld formulier 14 ziet er b.v. aldus uit: De ondergeteekenden J/' fenMn, wonende te fjen.,*.,/,en r6- wonende te aanvaarden ten opzichte van het op 12 /m/m 19^ door de Boerenleen bank te Lltn,un£utoegestane voorschot een uitstel tot afbetaling tot 12 os/u^m/u, 19/^ en betalen voor dit uitstel eene provisie van f 0.25. ^/ennen^euue/, den 37'*en yIQ/3. De borg(en), De schuldenaar, Hetgeen op het formulier gedrukt staat is hier boven met gewone letters aangegeven. Is formulier 14 ingevuld en geteekend, dan ver dient het aanbeveling het vast te hechten aan de schuldbekentenis, waarop het betrekking heeft. De bescheiden blijven dan bij elkaar, waardoor men steeds een gemakkelijk overzicht heeft. Ook is het wenschelijk, dat de Kassier in Grootboek II, aan het hoofd van het folio van den schuldenaar, die uitstel ontving, met enkele woorden dit uitstel vermeldt. B.v. „uitstel verleend tot 12 Augustus 1913 ter Bestuursvergadering van 23 Juli 1913." Voor langer dan één jaar moet het Bestuur geen uitstel verleenen. Wel mag bij wijze van uitzondering een nieuwe schuldbekentenis worden opgemaakt met gemakkelijker voorwaarden van aflossing. Roermondsche Stoomdrukkerij, Roermond.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1913 | | pagina 4