67
CREDIETAANVRAGEN.
Nu en dan gebeurt het, dat een Boerenleen
bank, zonder crediet aan te vragen, haar bij de
Coöp. Centr. Boerenleenbank berustende gelden
bijna geheel verbruikt. Zij ontvangt dan van de
Coöp. Centr. Boerenleenbank een waarschuwing,
vergezeld van den raad, spoedig een credietaan-
vrage in te zenden. Het formulier, waarop deze
aanvrage gesteld moet worden, ontvangt zij tege
lijkertijd. De Boerenleenbank heeft er dus niet
over te klagen, dat het haar niet gemakkelijk
gemaakt wordt. Desondanks blijft de credietaanvrage
meermalen zóó lang achterwege, dat alle beschik
bare gelden zijn opgevraagd. Nadrukkelijk zij er
daarom op gewezen, dat de aanvragen om crediet
of credietverhooging tijdig moeten worden inge
zonden. Een Boerenleenbank, b.v., die 5.000.
crediet heeft, waarvan zij reeds 4.900.ver
bruikte, behoeft geen geldaanvrage van 200.
in te dienen. Aan haar verzoek kan beslist niet
voldaan worden. Zij mag ter Coöp. Centr. Boeren
leenbank geen cent leenen boven de 5.000.
zoolang haar crediet niet is verhoogd.
OORSPRONKELIIKE ARTIKELEN.
Art. 6.
Gewichtige verbintenissen, bedoeld bij art. 8
sub 4 der statuten, zijn
1. het verstrekken van stichtingskapitaal aan
stoomzuivelfabrieken
2. het koopen van effecten;
3. blijft;
4. blijft;
5. blijft.
Art. 8.
Zij zijn verplicht minstens een derde van de
ingelegde spaargelden aan de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank in loopende rekening te geven,
tenzij ze deze gelden als voorschotten bij de leden
kunnen plaatsen.
Het Bestuur kan in speciale gevallen vrijstel
ling verleenen.
Art. 13.
De zending van gelden door de locale Boeren
leenbanken geschiedt aan den Directeur der C.
C. B. L.
Wordt meer dan f 1000.in eens verzonden,
Elke credietaanvrage moet behandeld worden
op een vergadering van het Bestuur der Coöp.
Centr. Boerenleenbank en te voren door den
Hoofdinspecteur worden onderzocht en voorzien
van advies. Het Bestuur vergadert den 2dcn
Maandag van elke maand. Het is dus raadzaam,
de credietaanvragen vóór den lsten der maand in
te zenden.
Wij hopen, dat onze Boerenleenbanken dezen
raad zullen opvolgen.
WIJZIGINGEN VAN HET HUISHOUDELIJK
REGLEMENT DER COÖP. CENTR.
BOERENLEENBANK.
Wij laten hier volgen de artikelen van het
Huishoudelijk Reglement der Coöp. Centr. Boeren
leenbank, die door de Algemeene Vergadering
van 2 Juni 1913 zijn gewijzigd. De Kassiers en
verdere beheerders gelieven er zorgvuldig aan-
teekening van te houden.
NIEUWE ARTIKELEN.
Art. 6.
Gewichtige verbintenissen, bedoeld bij art. 8
sub 4 der statuten, zijn
1. het verstrekken van stichtings- en bedrijfs
kapitaal aan vereenigingen, als bedoeld bij art. 4
der plaatselijke statuten
2. het beleggen van gelden
3. blijft
4. blijft;
5 blijft
Art. 8.
Zij zijn verplicht minstens een derde van de
ingelegde spaargelden aan de Coöperatieve Cen
trale Boerenleenbank in loopende rekening te
geven, tenzij ze deze gelden als voorschotten bij
de leden kunnen plaatsen.
Bij het verleenen van voorschotten aan vereeni
gingen, als bedoeld in art. 4 der plaatselijke statuten,
moeten zij die vereenigingen de verplichting opleg
gen, om van elke relatie met andere kassiers of
bankinstellingen af te zien.
Het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank kan in speciale gevallen vrijstelling ver
leenen.
Art. 13.
De zending van gelden door de locale Boeren
leenbanken geschiedt aan den Directeur der Coöpe
ratieve Centrale Boerenleenbank, onder inzending
van een afzonderlijk advies aan een lid van het