een nieuwe wet wil maken, de socioloog,die middelen beraamt tot opheffing van maatschappelijke nooden, de fabrikant, die eenig onderdeel der Nederland- sche nijverheid tot in kleine bijzonderheden wil leeren kennen, de landbouwer of boerenleider, die studie wil maken van het grondgebruik in ons vaderland, zij allen behoeven slechts aan te kloppen bij het Centraal Bureau voor de Statistiek, om terstond de beschikking te krijgen over kostbare en nauwkeurige gegevens. Geen wonder dan ook, dat eenieder, die een beetje voelt voor de belangen van zijn land, de nijverheid, den handel, den landbouw, de weten schap, er gaarne toe medewerkt om een instelling, van zulke groote beteekenis als het Centraal Bureau, behulpzaam te zijn in de vervulling van haar taak. Ook de medewerking van onze Boerenleenbanken wordt door het Bureau op hoogen prijs gesteld. Wij kunnen het alleen aan onbekendheid met het doel en het nut van dit Bureau toeschrijven, dat vele Kassiers tot dusver nalieten de vragenlijst van het Centraal Bureau in te vullen. Wij hopen, dat hierin eenige verandering ten goede zal komen. Als de vragenlijst goed wordt ingevuld, is het vol doende alléén deze lijst naar 's-Gravenhage terug te zenden. Rekening, balans en uittreksels behoe ven er dan niet bij te worden gevoegd. Heeft een Kassier moeite met de invulling der lijst, dan weet hij, dat de Inspecteurs der Coöp. Centr. Boerenleenbank altijd bereid zijn hem de behulpzame hand te bieden. Afdoende redenen om de lijst oningevuld te laten bestaan er dus niet. Mogen spoedig al onze Boerenleenbanken het hare er toe bijdragen het Centraal Bureau voor de Statistiek zoo goed mogelijk aan zijn doel te doen beantwoorden. '/s OVERWAARDE. Art. 50 der statuten van de plaatselijke Boeren leenbanken bepaalt, dat de borgstelling bij voor schotten en credieten in loopende rekening ook bestaan kan uit hypotheek of waardepapieren. Hetzelfde artikel schrijft echter nadrukkelijk voor, dat de te verhypothekeeren goederen en te ver panden waardepapieren '/a overwaarde moeten bezitten. Bij hypotheken wordt deze bepaling altijd streng nageleefd. Geeft iemand echter waarde papieren in onderpand, dan verliest men het voor schrift van art. 50 soms uit het oog. Wellicht, dat men op een dwaalspoor wordt gebracht door het handelsgebruik, dat slechts een overwaarde van 10% vordert. Wij willen daarom eens goed de aandacht er op vestigen, dat de Boerenleenbank ook bij verpanding van waardepapieren '/3 over waarde moet eischen. Voorts denke men er aan, dat als waarde wordt aangenomen de koerswaarde der stukken en dus niet de waarde, die op de stukken staat uitgedrukt, de z.g. nominale waarde. Een stuk van 1000.b.v., waarvan de koers 90 is,, heeft een koerswaarde van 900.Met dit stuk als onderpand kan iemand dus een voorschot ont vangen van 600. Weet het Bestuur der Boerenleenbank niet met zekerheid welke de koerswaarde is der aangeboden stukken, dan vrage men deze even aan bij de Coöp. Centr. Boerenleenbank. AANGEVRAAGDE INSPECTIËN. In het jaar 1912 werden 309 Boerenleenbanken geïnspecteerd. Bij 60 Boerenleenbanken, vóór 1 Januari 1911 aangesloten, (de 27 Boerenleen banken, die bij de inspectie nog slechts één boek jaar voltooid hadden, rekenen wij dus niet mede) moesten rekening en balans door den Inspecteur worden opgemaakt. Bij 82 Boerenleenbcnken, eveneens de nieuwe niet medegerekend, moesten in de rekening en balans veranderingen worden aangebracht. Hieruit alleen reeds blijkt hoe onmis baar geregelde inspectie is! In 1913 zullen 345 Boerenleenbanken geïnspec teerd worden, waaronder 309, die reeds minstens 2 boekjaren voltooid hebben. Uit de ervaring, in 1912 en vroeger opgedaan, mogen wij afleiden, dat bij 60 tot 70 Boerenleenbanken de rekening en balans niet door den Kassier, maar door den Inspecteur worden opgemaakt. Teneinde het nu mogelijk te maken, dat ook bij deze Boerenleen banken de rekening en balans konden worden goedgekeurd, door de algemeene vergadering, die volgens de statuten omstreeks 1 Mei moet plaats hebben, schreven wij in het vorig nummer der „Mededeelingen" „Wellicht kunnen sommige Kassiers, ondanks „alle moeite, die zij zich getroosten, er niet in „slagen de rekening en balans over 1912 op te „maken. Hun wordt dringend verzocht hiervan „zoodra mogelijk kennis te geven aan den Hoofd inspecteur." Welnu, reeds 40 van deze kennisgevingen kwamen in en vóór 1 Mei werden ot worden alle Boeren leenbanken, waarvan wij het verlangde bericht ontvingen, geïnspecteerd. Wij meenen echter met grond te mogen ver onderstellen, dat nog 20 tot 30 Kassiers, die hun rekening en balans zelf niet kunnen opmaken, nalieten dit mede te deelen. Tot hen richten wij opnieuw in het belang hunner Boerenleenbank het verzoek den Hoofdinspecteur even mede te deelen, dat zij de hulp van een Inspecteur noodig hebben. Hij zal die hulp dan spoedig zenden. Vóór 1 Mei kan nu niet meer, wijl tot half Mei de tijd reeds bezet is. Maar de kans is dan toch groot, dat de inspectie vóór half Juni plaatsheeft. Nadrukkelijk zij er op gewezen, dat deze inspectie niet als een buitengewone wordt beschouwd en dus geen kosten voor de Boerenleenbank meebrengt. 60 Roermondsche Stoomdrukkerij, Roermond.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1913 | | pagina 4