MEDEDEELINGEN
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN.
BOERENLEENBANKEN.
Toen het vorig nummer der „Mededeelingen"
verscheen waren bij de Coöp. Centr. Boerenleen
bank 348 Boerenleenbanken aangesloten.
Sedert dien tijd is haar aantal gestegen tot 351.
De volgende 3 Boerenleenbanken zijn toege
treden
Heino (O.), Vinkei (N.Br.) en Borkel (N.-Br.)
BEWAREN VAN TITELS DER EFFECTEN.
Onlangs deelde het Bestuur der Coöp. Centr.
Boerenleenbank den Boerenleenbanken mede, dat
voortaan de titels van Boerenleenbanken en Land-
bouwvereenigingen ter Coöp. Centr. Boerenleen
bank in bewaring gegeven kunnen worden.
Wij laten hier de voorwaarden volgen, waar
onder dit in bewaring geven plaats heeft
Art. 1. De Coöp. Centr. Boerenleenbank neemt
enkel en alleen de titels (zonder talons of coupons)
in bewaring.
Art. 2. Tot de bewaargeving zijn alleen toe
gelaten de bij de Coöp. Centr. Boerenleenbank
aangesloten Boerenleenbanken en de centrale en
locale vereenigingen, opgericht in het belang van
den landbouw.
Art. 3. Het bewaarloon bedraagt 0.25 per
jaar (ƒ0.03 per maand) van elke 1000.nominale
waarde.
Art. 4. Porto's, aanteekenen en assurantie
komen ten laste van de bewaargeefster.
Art. 5. De verrekening van het bewaarloon
heeft plaats per 31 December van elk jaar.
Art. 6. De gelegenheid tot het in bewaring
geven van titels, resp. het terugnemen dier titels,
bestaat voorloopig slechts ééns per maand en wel
op den tweeden Maandag der maand.
Art. 7. De titels worden door een door het
Bestuur aan te wijzen Bestuurslid (der Coöp.
Centr. Boerenleenbank) en door den Directeur
(der Coöp. Centr. Boerenleenbank) weggesloten
in een der brandkasten met dubbel slot, staande
in de safe-inrichting der Coöp. Centr. Boeren
leenbank.
Art. 8. De door de Coöp. Centr. Boerenleen
bank af te geven ontvangbewijzen worden geteekend
door het in art. 7 bedoelde Bestuurslid en door
den Directeur.
Art. 9. De aanvragen om terugzending der in
bewaring gegeven titels moeten worden geteekend
door den Directeur en een Bestuurslid der desbe
treffende vereeniging.
Art. 10. De rechten en verplichtingen der
Coöp. Centr. Boerenleenbank en van de bewaar
geefster worden overigens geregeld naar de bepa
lingen, voorkomende in de lste en 2de afdeeling
van den twaalfden titel van het derde boek van
het Burgerlijk Wetboek.
HET NIET IN ONTVANGST NEMEN VAN
AANGEVRAAGDE VOORSCHOTTEN.
Een Kassier schrijft ons:
„Zeer aangenaam zou het het Bestuur onzer
Boerenleenbank en misschien ook wel van andere
Boerenleenbanken zijn, zoo U in de „Mededeelin
gen" over de volgende vraag eens een artikeltje
schreeft. Iemand vraagt b.v. 1 Januari een voor
schot aan, ie ontvangen 1 Mei. Nu komt die
persoon 1 Februari of wat later het aangevraagde
voorschot, dat reeds door Bestuur en Raad van
Toezicht tras toegestaan, opzeggen. Moet in dit
geval van het aangevraagde voorschot provisie
worden betaald?"
Noch de statuten, noch de Huishoudelijke Regle
menten onzer Boerenleenbanken bepalen, dat
iemand, die een aangevraagd voorschot niet in
ontvangst neemt, provisie moet betalen. Wanneer
iemand 1 Januari een voorschot aanvraagt te
ontvangen 1 Mei, en 1 Februari reeds zegt, dat
hij het geld niet noodig heeft, bestaat er heel
weinig reden een provisie te vorderen. Er zijn
immers nog geen onkosten gemaakt, het geld
is nog altijd bij de Coöp. Centr. Boerenleenbank
en de aanvrager komt 1 Februari feitelijk niets
anders mededeelen, dan dat hef er kan blijven.
Het geval is echter mogelijk, dat de schuldenaar
op het laatste oogenblik het voorschot nog afzegt,
b.v. 30 April of 1 Mei. De Boerenleenbank heeft
dan het geld al opgevraagd te Eindhoven en ont
vangen, of de gelden, die de laatste dagen zijn
ingekomen, tot een bedrag, gelijk aan het aange
vraagde voorschot, niet opgezonden.
Onder deze omstandigheden zou het billijk zijn
van den aanvrager een provisie te vorderen, gelijk
aan de verloren rente, 't Is echter duidelijk, dat
afzegging van het aangevraagde voorschot slechts
zelden voorkomt en nog minder gebeurt het, dat
de Boerenleenbank er geldelijke schade door lijdt,
't Lijkt ons dan ook allerminst noodig een bepaling
in het leven te roepen, die het mogelijk maakt
een provisie te heffen, wanneer een aangevraagd
voorschot niet in ontvangst wordt genomen. Nu
zou elk gevaar van verlies lijden wel te onder
vangen zijn door den aanvrager zijn provisie reeds
April 1913. N°. 15.