in de kolommen 10 en 13 van zijn Dagboek, als
gezonden aan de Coöp. Centr. Boerenleenbank,
670.en in Grootboek III belast hij de rekening
der Coöp. Centr. Boerenleenbank met 670.
Het spreekt van zelf, dat hij dan ook van de
Coöp. Centr. Boerenleenbank een kwitantie zal
ontvangen, ten bedrage van 670.
Wij willen er nadrukkelijk op wijzen, dat derge
lijke inwisseling alléén kan geschieden met coupons
der Boeren-Hypotheekbank en met die van enkele
leeningen, op welker coupons duidelijk vermeld
staat, dat zij betaalbaar zijn ten kantore der Coöp.
Centr. Boerenleenbank te Eindhoven.
Met recht meenen wij van onze Kassiers te
mogen verwachten, dat zij den houders van pand-
.brieven der Boeren-Hypotheekbank ter wille zullen
zijn en geen bezwaar maken tegen inwisseling der
coupons op de hierboven aangegeven wijze.
GELDLEENINGEN AAN VEREENIG 1NGEN.
In November 1912 werd namens den Raad van
Toezicht der Coöp. Centr. Boerenleenbank aan
alle Boerenleenbanken een rondschrijven gezonden
van den volgenden inhoud
„De Raad van Toezicht der Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank, gebruik makend
van de hem verleende bevoegdheid bij art. 6
sub. 5 van het Huishoudelijk Reglement, heeft
de eer U mede te deelen, dat in zijne verga
dering van 2 October j.1. als gewichtige ver
bintenis (bedoeld bij art. 8 sub 4 der statuten)
is aangewezenhet verstrekken van stichtings-
of bedrijfskapitaal aan allerlei soort vereeni-
gingen als bedoeld bij art. 4 der plaatselijke
statuten.
Tot dusverre was alleen het verschaffen van
stichtingskapitaal aan stoomzuivelfabrieken (zie
art. 6 sub I van het Huishoudelijk Reglement)
onderworpen aan de goedkeuring van het Bestuur
der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank. Het
verleenen van crediet aan handkrachtfabrieken en
aan andere vereenigingen behoefde die goedkeuring
niet, en tot dusverre bestond er geen reden om
daarin wijziging te brengen, omdat deze vereeni
gingen in nagenoeg alle gevallen werden opgericht
volgens goedgekeurde model-statuten. In de laatste
vergadering echter is ons gebleken, dat met de
bestaande voorschriften dient te worden gebroken,
omdat hier en daar vereenigingen worden opge
richt volgens statuten, welke niet voldoen aan de
daaraan te stellen eischen. Zoo zijn aan het Bestuur
achtereenvolgens een drietal statuten ter visie inge
zonden (van coöperatieve vereenigingen), in ver
schillende opzichten niet beantwoordende aan de bij
de Wet op de Coöperatieve Vereenigingen gestelde
eischen, zoodat zelfs die vereenigingen niet als
rechtspersoon konden worden aangemerkt. Van
daar dat de bovengenoemde aanvulling van ons
Huishoudelijk Reglement noodig en noodzakelijk
is geoordeeld.
Van heden af dus mag geen enkele bij ons aan
gesloten Boerenleenbank crediet toestaan aan ver
eenigingen (Boerenbonden, stoomzuivelfabrieken,
handkrachtfabrieken, maalderijen, veeverzekeringen,
brandverzekeringen, pakhuizen, stierhouderijen,
hengstenhouderijen e. d.) indien niet vooraf de
goedkeuring van het Bestuur der Coöp. Centr.
Boerenleenbank is gevraagd en verkregen.
Bij het inzenden dezer aanvragen aan ons Bestuur
moeten deze vergezeld gaan van de statuten en
van het huishoudelijk reglement der aanvragende
vereeniging, onder opgave van de wijze, waarop
de crediet-vragende vereeniging zich voorstelt zeker
heid te verleenen voor het op te nemen kapitaal."
Na het verzenden van dit rondschrijven werd
ons door den Kassier eener Boerenleenbank ge
vraagd, of vereenigingen, niet bedoeld bij art. 4
der plaatselijke statuten, nu voortaan bij de Boeren
leenbank geld konden leenen en nog wel zonder,
dat daartoe de goedkeuring noodig was van het
Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank. Deze
vraag, die misschien bij meer lezers van het rond
schrijven is opgekomen, moet beslist ontkennend
worden beantwoord. Vereenigingen, als bedoeld
bij art. 4 van de statuten der plaatselijke Boeren
leenbanken, zijn die, welke:
a. ten bate van den landbouw zijn opgericht;
b. rechtspersoonlijkheid bezitten;
terwijl sommige Boerenleenbanken in art. 4 nog
een derden eisch stellen, n.1. dat zij
c. bij den Boerenbond zijn aangesloten.
Vereenigingen, die aan deze voorwaarden niet
voldoen, hebben van onze Boerenleenbanken nooit
voorschotten mogen ontvangen en het spreekt van
zelf, dat hierin geen verandering is gekomen na
bovenstaand rondschrijven, dat een verscherping
inhoudt der bepalingen, omtrent geldleeningen aan
vereenigingen gesteld. Bedoeld rondschrijven heeft
de zaak heel eenvoudig doen worden. Leden van
den Raad van Toezicht, Bestuurders en Kassiers
onzer Boerenleenbanken hebben nu slechts te
onthouden
Aan geen enkele vereeniging mag, hetzij als
voorschothetzij als belegging, geld verstrekt
worden, zonder dat daartoe toestemming is ver
kregen van het Bestuur der Coöp. Centr. Boeren
leenbank.
Let wel: de toestemming moet verkregen zijn.
Het is dus niet voldoende, dat men haar heeft
aangevraagd. Zoolang het bericht van toestemming
niet bij de Boerenleenbank is ingekomen, blijve
de deur der brandkast gesloten
GEMEENTEN, POLDERS, ENZ.
In No. 9 der „Mededeelingen" hebben wij er
op gewezen, dat een gemeente niet als lid tot een
55