MEDEDEELINGEN
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN.
Juni 1912. N°. 11.
BOERENLEENBANKEN
Toen het vorig nummer der „Mededeelingen"
verscheen, waren bij de Coöp. Centr. Boeren
leenbank 327 Boerenleenbanken aangesloten.
Sedert dien tijd is haar aantal gestegen tot 341.
De volgende 14 Boerenleenbanken zijn toege
treden
Neeritter L.Oldemarkt (O.), Steggerda (F.),
Wolvega (F.), Bergen op Zoom (N.-Br.), Eckel-
rade (L.), Hoonhorst (O.), Dalmsholte (O.), Schin-
veld (L.), Bergeijk 't Hol'(N.-Br.), St. Oedenrode
(N.-Br.), Gend; (Geld.), en Berg a. d. Maas (L.)
en Velp (N.-Br.)
UITTREKSELS GROOTBOEK II EN III.
Reeds vele Boerenleenbanken zonden ons gelijk
met de rekening en balans over 1911 de uittreksels
der Grootboeken II en III. Er zijn evenwel ook
Boerenleenbanken, die aan ons verzoek, opgenomen
in het vorig nummer der „Mededeelingen", nog
niet voldeden. Mogen we daarom nog eens de
aandacht vestigen op ons artikeltje „Uittreksels
Grootboek 11 en 111", op blz. 40 van No. 10 der
„Mededeelingen"
OVERSCHRIJVING VAN SPAARGELDEN.
Door de Algemeene Vergadering van 1906 is
besloten, „dat inleggers van spaargelden het recht
hebben te eischen, dat hunne inlagen zonder rente
verlies zullen worden overgeschreven op eene
andere leenbank, als zij door verandering van
woonplaats, de oprichting van nieuwe of de split
sing van bestaande leenbanken, niet meer behooren
tot den kring der leenbank, waarbij zij hebben
ingelegd." Ook bepaalde dezelfde Algemeene Ver
gadering, dat de Coöp. Centr. Boerenleenbank bij
deze overschrijving kosteloos haar medewerking
zal verleenen.
Over de boekingen, waartoe de overschrijving
van spaargelden voor de kassiers aanleiding geeft,
willen wij hier het een en ander zeggen.
Laat ons aannemen, dat een inlegger van de
Boerenleenbank te A. verhuist naar B., waar ook
een Boerenleenbank gevestigd is. Indien wij verder
veronderstellen, dat A. den 10den Maart verhuist,
dan heeft de overschrijving zijner spaargelden den
10den Maart plaats, want bij verhuizing in de eerste
helft der maand moeten de spaargelden den 16dt'"
dier zeilde maand worden overgeschreven en bij
verhuizing in de laatste helft der maand, den lslcn
der volgende maand.
De kassier der Boerenleenbank te A. berekent
derhalve hoeveel rente de spaargelden van den
verhuizenden inlegger van 1 Januari tot 16 Maart,
dus in 21 2 maand, hebben opgebracht. Laat ons
aannemen, dat het kapitaal f 200.bedraagt en
de Boerenleenbank 3" 0 rente vergoedt, dan be
draagt de vordering van den inlegger op 16 Maart
dus ƒ201,25 200. kapitaal en 1.25 rente).
De kassier schrijft deze 1.25 rente op 16 Maart
bij, op de wijze, zooals hij dat den 3 l!t-'n December
gewoon is te doen, zoodat het rentebedrag geboekt
1 wordt in de kolommen 5, 6, 10 en 14 van het
Dagboek en in Grootboek I op de rechterzijde
van het folio des inleggers.
De vordering, die de inlegger op de Boerenleen
bank te A. heeft, moet nu overgeschreven worden
op de Boerenleenbank te B. Zij houdt dus op
een schuld der Boerenleenbank te A. te zijn. De
kassier moet daarom de 201,25 boeken alsof hij
ze uitbetaalde aan den inlegger, dus in de kolommen
10 en 11 van het Dagboek en in Grootboek I
op de linkerzijde van het folio des inleggers. Dit
folio kan nu worden afgesloten en buitengebruik
gesteld. Hoewel de kassier der Boerenleenbank
van A. de ƒ201,25 boekte als uitbetaald, zijn ze
echter de kas niet uitgegaan Ze zijn n.1. door
tusschenkomst van de Coöp. Centr. Boerenleen
bank overgeschreven op de Boerenleenbank van B
Eerst had de Boerenleenbank van A. een schuld
van 201,25 aan den inlegger. Deze schuld bestaat
na de overschrijving niet meer, maar is vervangen
door een schuld van 201,25 aan de Coöp. Centr.
Boerenleenbank of een vermindering van het
tegoed bij deze instelling met ƒ201,25. Ook deze
nieuwe schuld of vermindering van tegoed moet
uit de boeken der Boerenleenbank te A. blijken
en daarom boekt de kassier op 16 Maart 201,25
als ontvangen van de Coöp. Centr. Boerenleenbank
in de kolommen 5 en 8 van het Dagboek, terwijl
hij in Grootbroek III de rekening der Coöp.
Centr. Boerenleenbank voor 201,25 crediteert.
Onmiddellijk nadat de inlegger zijn verlangen
tot het overschrijven zijner spaargelden van de
Boerenleenbank te A. naar die te B. aan den
kassier der Boerenleenbank te A. bekend maakt,
schrijft de kassier twee brieven: een aan de Coöp.
Centr. Boerenleenbank en een aan den kassier
der Boerenleenbank te B. De Coöp. Centr. Boe
renleenbank verzoekt hij op 16 Maart ƒ201,25
spaargelden over te schrijven van A. naar B.
In de boeken der Coöp. Centr. Boerenleenbank
wordt dan den 16den Maart de Boerenleenbank
van A. voor 201,25 gedebiteerd en die te B.
ij voor 201,25 gecrediteerd.