MEDEDEELINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN. Februari 1912. N°. 9. BOERENLEENBANKEN. Toen het vorig nummer der „Mededeelingen" verscheen, waren bij de Coöp. Centr. Boerenleen bank 309 Boerenleenbanken aangesloten. Sedert dien tijd is haar aantal gestegen tot 317. De volgende 8 Boerenleenbanken zijn toegetreden Haren bij Megen (N.-Br.), Beegden (L.), Luijks- gestel (N.-Br.), Susteren (L.), Oosterhout (N.-Br.) Afferden (L.), Weurt (Geld.) en Lutterade (L.). LEERGANGEN. 7 en 8 Februari 1912 werd te Sitïard een leer gang gehouden in het beheer der Boerenleen bankenvoor Born, Beek, Echt, Elsloo, Grevenbicht, Hoensbroek, Hulsberg, Kerkrade, Nieuwenhagen, Nieuwstadt, Nuth, Ohé en Laak, Peij-Echt, Schaes- berg, Schimmert, Schinnen, Spaubeek, Stein, Ste- vensweert, Susteren, Ubach over Worms, Ubachs- berg en Voerendaal. 22 en 23 Februari zal te Oostburg een leergang gehouden worden voor de Boerenleenbanken van Aardenburg, Axel, Eede, Oostburg, IJzendijke en Westdorpe. Dit zal de laatste zijn in den winter 1911 1912. GELDLEENINGEN AAN GEMEENTEN. Het gebeurt meermalen, dat een gemeente zich tot de Boerenleenbank wendt tot het sluiten eener geldleening. Groot is het gevraagde bedrag meestal niet. Laat ons aannemen, dat een gemeente f 2.000 te leen vraagt. Wat moet dan gebeuren? Allereerst moet bij de aanvrage worden over gelegd een bewijs, dat de Gedeputeerde Staten der provincie de leening goedkeuren. Kan men dit bewijs niet geven, dan is het in geen geval geoorloofd de gemeente het verlangde geld te leenen. Wordt het bewijs overgelegd, dan mag de Boerenleenbank nog niet aanstonds het geld ver strekken. Een leening aan gemeenten is immers niet een gewoon voorschot, maar een geldbeleg ging, waarvoor de toestemming van het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank noodig is. Deze toestemming kan door het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank alleen gegeven worden, wanneer de Boerenleenbank minstens 1'3 van het saldo harer spaargelden te Eindhoven belegd heeft, tenzij in buitengewone omstandigheden ontheffing van art. 8 H. R. is verkregen. Natuurlijk mag het Bestuur der Coöp. Centr. Boerenleenbank de geldbelegging om bijzondere redenen ook ver bieden, al voldoet de Boerenleenbank overigens ook aan de voorwaarde betreffende het te Eind hoven belegde bedrag. Nu en dan ontmoet men eene gemeente, die als lid tot de Boerenleenbank is toegetreden. Burgemeester en Wethouders of Burgemeester en Secretaris teekenden dan namens de gemeente het ledengister der Boerenleenbank. Deze handteeke- ningen geven de Boerenleenbank in geen geval de bevoegdheid de gemeente een gewoon voor schot te geven, ook al zou zij het geld uitsluitend ten bate van den landbouw gebruiken, want: ten ls,e mag de Boerenleenbank eene gemeente niet als lid aannemen, wijl men haar toch moeilijk beschouwen kan als „eene vereeniging, ten bate van den landbouw opgericht" ten 2de mag de gemeente niet als lid tot de Boerenleenbank toetreden, omdat zij, zondereen, door Gedeputeerde Staten goedgekeurd besluit van den gemeenteraad, geene geldelijke verplich tingen kan aanvaarden. EEN VRAAG. Voor eenigen tijd kwam in het Landbouwweek blad „Land en Vee" deze vraag voor: „Aan de plaatselijke leenbank te M., aangesloten bij de Centrale te Eindhoven, vraagt A. een voor schot van f 600.voor den tijd van 6 jaar, met de verplichting jaarlijks f 100.af te lossen. B blijft borg met naam en onderteekening „goed voor zes honderd gulden." Na de 6 jaar heeft A. pas f 300.— afgelost. Is B. nu na die zes jaar ook nog aansprakelijk of is hij nu van zijne verplich tingen, welke hij door de onderteekening op zich nam, ontheven?" Deze vraag vinde ook in onze „Mededeelingen" een antwoord. B. is nog aansprakelijk na verloop der zes jaren. De Boerenleenbank heeft dus het recht, als de 6 jaar om zijn, de nog niet afgeloste 300. van den borg B. te vorderen. Waarschijnlijk zal de Boerenleenbank dit evenwel niet doen. A. toch, die al 300.— afgelost heeft, zal, indien hij eenig uitstel krijgt, zelf zijn schuld wel geheel kunnen afbetalen. Maar de borg blijft aansprakelijk, ook al krijgt A. uitstel. De Boerenleenbank heeft dus altijd zekerheid. De Boerenleenbanken zijn echter gewoon er de borgen niet „aan te wagen," maar als 't eenigszins kan de terugbetaling van den schuldenaar te vorderen. Daarom ook wordt aan iemand, die buiten zijn schuld niet in staat is te betalen, gewoonlijk gaarne uitstel gegeven. Wel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1912 | | pagina 1