debet-saldo, dan worden zij in kolom 10 geboekt.
De rentegetallen, die betrekking hebben op een
credit-saldo, komen in kolom 11. Op het einde
des jaars hebben we niets anders te doen dan de
kolommen 10 en 11 op te tellen. De uitkomst
van kolom 10 wordt door 90 gedeeld en het getal,
dat we dan vinden, leert ons hoe dikwijls de
bank van het lid één gulden rente te vorderen
heeft. (In ons voorbeeld (2854 90) X 1.
31.71 x 1. 31.71).
De uitkomst van kolom 11 wordt door 120
gedeeld en het getal, dat we dan vinden, leert ons
hoe dikwijls de bank aan het lid één gulden rente
schuldig is. (In ons voorbeeld (1024 120) X/1.
8.53 X 1. 8.53).
Waaróm de uitkomsten van de optelling der
rentegetallen door 90 en 120 gedeeld moeten
worden, behoeven we hier niet te verklaren. De
31
„Handleiding'1 zegt het in voor ieder verstaanbare
woorden.
De debet- en credit-rente worden achtereen
volgens aan den voet van de rekening geboekt.
Daarna berekenen we Vs provisie over alle
debetposten {niet over de debet-saldo's en niet
over de debet-rente). In ons voorbeeld vinden
we V8 over 3.100.- 3.88. Deze ƒ3.88
worden ten slotte onder het laatste saldo geboekt
als debetpost, waarna we het eindsaldo vinden.
(In ons voorbeeld 97.94).
Welke is de groote fout in de renteberekening
op de oude wijze?
Dezelfde rekening als die, welke op blz. 29
volgens de Staffelmethode is uitgewerkt, volgt hier
onder overeenkomstig het oude Grootboek III.
(•uikt wordende berekening:
Crediet f 3000.
Vastgesteld op 15 September 1909.
D credit 3%. Provisie 1 8% over de uitgaven der bank.
Rentevoet voor—p-rn 6
debet 4 0 o.
waarop het lid geld te goed maakt. Den 24sten Mei
brengt hij 2.000.- Zijn schuld van 1750.75
wordt daardoor afgelost en hij krijgt een tegoed
van 249.25. Daardoor veranderen de rente
getallen natuurlijk van aard. Het worden rente
getallen van 30 o. Deze rentegetallen kunnen we
onmogelijk aftrekken van de rentegetallen van
4 Evenmin als we zeggen kunnen 6 koeien
2 schapen 4 koeien.
Hier zit dus de groote fout Werken we beide
rekeningen eens na, dan zullen we zien, dat bij
toepassing der juiste methode (Staffelmethode)
ƒ31,71 debet-rente en 8,53 credit-rente gevonden
wordt, hetgeen gelijk is aan 23,18 debet-rente.
Volgen we het oude Grootboek III, dan vinden
we 20,54 debet-rente, waardoor de bank zich
dus 2,64 benadeelt.
Er is dus alles voor te zeggen om voortaan bij
loopende rekening met leden de Staffelmethode
toe te passen.
12 13
14
Onderwerp.
Door de Boeren-
leenb. ontvangen.
15 1»)
Provisie
Kapitaal,
en kosten r
Gld ct. gij. ct
17
Renten berekend
18 f9 20 21
da- Rente- Bedrag,
van tot getal-
§en l^n.
Gld. ct.
22
Aanmer
kingen.
Mei 24 Contanten
Juli 28
Nov. 11
Dec. 31 Saldo rentegetallen
2000 -'Vs 31/i2 215 43Ó0
157575 -s'7 si/12 152 2394
900
447575
49 441
1849
8984
1911 Jan. 1. Saldo van Kapitaal f 100.58.