18 Dit vele werk wordt onnoodig, wanneer ééns voor altijd geantwoord kan worden in eene Mede- deeling, die aan alle Banken wordt toegezonden. Deze toezending, ook aan de Banken, welke nog geene inlichtingen omtrent eene bepaalde zaak vroegen, heeft het voordeel, dat menigeen opmerk zaam gemaakt wordt op zaken, waaraan hij wel licht niet dacht, en die toch van het hoogste belang kunnen zijn. Daarenboven kunnen in deze Mededeelingen alle kennisgevingen opgenomen worden, die de Centrale Bank aan de aangesloten banken heeft te doen. BOERENLEENBANKEN. Toen het vorig nummer der „Mededeelingen" verscheen, waren bij de Coöp. Centr. Boeren leenbank 258 Boerenleenbanken aangesloten. Sedert dien tijd is haar aantal gestegen tot 294. De vol gende 36 Boerenleenbanken zijn toegetreden Maasbree (L.)Arcen (L.); Leveroy (LAb coude (U.); Standdaarbuiten (N.-Br.); Hees (Geld.); Gronsveld (L.); Vlierden (N.-Br.); Ittervoort (L.); Reusel (N.-Br.)den Hout bij Oosterhout (N.-Br.) Grevenbicht (L.)Epen-Wittem (L.)Rosma len (N.-Br.)Veldhoven (N.-Br.)Goirle (N.-Br.) Haarsteeg (N.-Br.)Liempde (N.-Br.)Mont- foort (U.)Haastrecht (Z.-H.)Notter (O.); Reek (N.-Br.)Schaesberg (L.)Munstersche- veld (D.)Rijswijk (Z.-H.); Valburg (Geld.); Gaanderen (Geld.)Weerselo (O.)Eijsden (L.) Stratum (N.-Br.); Princenhage (N.-Br.); Bos- koop(Z.-H.); Barendrecht(Z.-H.); Herveld(Geld.); Steenwijkerwold (O.) en Voerendaal (L.). REKENINGEN EN BALANSEN. Indien er nog Kassiers zijn, die er niet in kunnen slagen de rekening en balans over 1910 op te maken, dan kunnen zij dit mededeelen aan den Hoofdinspecteur der Coöp. Centrale Boerenleen bank. Hunne Boerenleenbanken worden dan zoo spoedig mogelijk geïnspecteerd (gewone jaarlijksche inspectie) en de inspecteur zal de rekening en balans wel opmaken. De Kassiers moeten er echter voor zorgen, dat de uittreksels hunner Grootboeken, als het eenigs- zins mogelijk is, vóór de inspectie geheel gereed zijn. RENTE OP AANDEELEN. Gelijk bekend is, keert de Centrale Bank ge woonlijk elk jaar eene rente uit, over het bedrag, dat door de Boerenleenbanken op haar aandeelen gestort is. Dikwijls krijgen wij van de kassiers vragen omtrent de wijze van boeking dier rente. Nu schrijven we wel eens graag aan onze kassiers, maar toch liefst niet zoo dikwijls over hetzelfde onderwerp. Dit zullen we kunnen voorkomen door hier die boeking der rente te verklarenzij is niet moeilijk, als men de zaak slechts goed begrijpt. De Centrale Bank houdt voor elke Boerenleen bank twee rekeningen aan ten lste de gewone loopende rekening, waarop alle bedragen komen te staan, waarvoor de Leen bank wordt gedebiteerd (op schuld geschreven of van te goed afgetrokken) of gecrediteerd (op te goed geschreven of van schuld afgetrokken); ten 2de de aandeelenrekening. Evenzoo houdt elke Boerenleenbank in haar Grootboek III een rekening „Centrale Bank"en een rekening „Aandeelen" aan. De eerste verandert dikwijls, want telkens zendt men geld naar de Centrale Bank en ontvangt men van haar geld en formulieren. Het is daarom nuttig, dat men menigmaal kan nagaan, of de rekening „Centrale Bank" wel klopt met de loopende rekening, die te Eindhoven van de Boerenleenbank wordt aan gehouden. Daartoe zendt de Centrale Bank elke maand een afschrift van de boekingen, die in de afgeloopen maand op die rekening zijn geschied en een opgave van haar eindbedragen. (Formu lieren H. en I.) De Boerenleenbank behoeft deze formulteren slechts te vergelijken met haar rekening „Centrale Bank" in Grootboek III. Alleen over de maand December worden de formulieren H. en I. niet gezonden. Daarvoor in de plaats ontvangen de Boerenleenbanken in het begin des jaars een afschrift van de geheele loo pende rekening over het afgeloopen jaar. De rekening „Aandeelen" verandert slechts één keer per jaar, nl. bij het bijschrijven der rente. 't Is daarom niet noodig, dat de Centrale Bank elke maand een opgave zendt van den stand der aandeelenrekening, die zij van iedere Boerenleen bank aanhoudt. Men begrijpe alzoo goed, dat in de bedragen der formulieren H. en 1. die der aan deelenrekening niet begrepen zijn en men denke niet, dat de twee eindbedragen, die op formulier I. voorkomen, moeten kloppen met de totaal-bedragen der kolommen 8 en 13 van het Dagboek. Immers de twee bedragen van formulier 1 zijn de totaal-bedragen der rekening „Centrale Bank" en behalve de bedragen van die rekening komen in de kolommen 8 en 13 ook nog de bedragen van alle andere rekeningen van Grootboek III. De stortingen op de aandeelen b.v. zijn geboekt in kolom 13, den aankoopsprijs van de brandkast plaatste men in kolom 13 en de afschrijving daarop in kolom 8. Handelt men in loopende rekening met leden, dan worden alle gelden, die dezen brengen, in kolom 8 en alle, die zij halen, in kolom 13 geboekt. Al deze bedragen komen natuurlijk niet voor op formulier H., dat de Centrale Bank toezendt, en de totaal-bedragen van formulier I. kunnen onmogelijk de eindbedragen zijn van de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1911 | | pagina 2