l6
BOERENLEENBANKEN.
Toen het vorig nummer onzer „Mededeelingen"
verscheen, waren bij de Centrale Bank 229 Boeren
leenbanken aangesloten. Sedert dien tijd is het
ledental tot 258 gestegen.
De volgende 31 Boerenleenbanken zijn toege
treden
Zwolle, Gecsteren, Albergen, Simpelveld, Oude
water, IJsselstein, Schelle, Olst, Elsloo, Bunde,
Caberg, America, Wilré-Oud-Vroenhoven, Nieuw-
stadt, Klimmen, Meerlo, Heijen, Meterik, Oerle,
Breda, Rucphen, Ubachsberg, Reuver, Boerhaar,
Barger-Compascuum, Rijen, Spaubeek, Reijmerstok
Bergen, Rossum en Mheer.
De Boerenleenbank te Mierlo werd ontzet en die
te Heeswijk trad vrijwillig uit.
ZONDER CENTRALE BANK.
Zooeven hebben we gezien, dat de Boerenleen
bank te Mierlo uit het lidmaatschap van de Cen
trale Bank is ontzet en dat die te Heeswijk vrij
willig is uitgetreden. Eerstgenoemde leenbank werd
ontzet, omdat zij zich niet wilde onderwerpen aan
de voorschriften, welke de Centrale Bank gaf, in
het belang der Boerenleenbank zelf. De bank te
Heeswijk trad uit, zonder opgave van redenen.
Ongetwijfeld zal menigeen, die dit leest, zich
afvragen ,.Kan een Boerenleenbank dan zóó ge
makkelijk werken zonder Centrale Bank?"
Het gedrag der Boerenleenbanken van Mierlo en
Heeswijk geeft inderdaad aanleiding tot deze vraag.
Hoe zij beantwoord moet worden, moge blijken uit
het volgende:
Nauwelijks is op een dorp een Boerenleenbank
opgericht, of er komen leden, die hunne spaargelden
bij de nieuwe instelling willen beleggen en anderen,
die gaarne een voorschot ontvangen. Nu zijn drie
gevallen mogelijk:
ten eerste. De spaargelden bedragen genoeg, om
er de gevaagde voorschotten van te kunnen ver
strekken
ten tweede. Er worden meer gelden in de spaar
bank gebracht, dan aan voorschotten gevraagd
ten derde. De spaargelden zijn niet toereikend
om aan de aanvrage van voorschotten te voldoen.
In het eerste geval kan de Boerenleenbank zich
zelf helpen, doch slechts voor een oogenblik, want
een nieuwe storting in de spaarbank of de aan
vrage van een nieuw voorschot doet den toestand
reeds veranderen.
In het tweede geval moet de leenbank er voor
zorgen, dat de gelden, die zij over heeft, degelijk
worden belegd. Een belegging in effecten of hypo
theken kan hier geen dienst doen, want de inleg
gers kunnen elk oogenblik hun spaargeld terug
vragen. De Boerenleenbank moet er dus te allen
tijde over kunnen beschikken, hetgeen natuurlijk
onmogelijk zou zijn, als zij daartoe eerst effecten
(misschien wel met verlies) zou moeten verkoopen
of hypotheken opzeggen. Ook de Rijkspostspaar
bank kan zij het geld niet in bewaring geven, daar
deze minder rente geeft dan de leenbank zelf aan
de inleggers moet vergoeden. Er blijft dus niets
anders over dan dat de Boerenleenbank zich wendt
tot een bankinstelling, die voor haar het geld be
waart, het vergoedt met een rente, die hooger is
dan de rente, welke de spaarders bij de Boeren
leenbank genieten, hooger dus dan 3 en die
bovendien op eerste aanvrage het geld onmiddellijk
aan de Boerenleenbank zal teruggeven.
In het derde geval moet de Boerenleenbank het
noodige geld trachten te krijgen tegen een lagere rente
dan die, welke zij zelf van haar voorschotnemei s
ontvangt, tegen minder dan 4 °/c dus. Daarenboven
moet zij de zekerheid hebben het geld te mogen
behouden, zoo lang zij hare verplichtingen nakomt.
Om kort te gaande Boerenleenbank moet zich
in verbinding stellen met een bank, die ten eerste
voo.tdurend hare gelden aanneemt, deze met 3^4
'sjaars vergoedt en ze op eerste aanvrage terug
zendt en die ten tweede altijd bereid is het noodige
geld tegen 33 4 'sjaars voor te schieten en het
niet terug zal vragen, zoolang de Boerenleenbank
haar plicht doet.
Welnu, aan deze ei-chen kan een gewone bank
instelling, wier hoofddoel het is winst te maken,
nooit voldoen. Wij behoeven ons slechts te herin
neren, dat men in het jaar 1907 b.v., bij deze banken
voor geldleeningen 7 en 8 °/0 betalen moestEn
hoe vaak gebeurt het niet, dat voor belegde gelden
slechts H/g of 2 °/0 wordt vergoed!
Er is werkelijk slechts ééne instelling, die den
Boerenleenbanken steeds en onder alle omstandig
heden de noodige hulp kan bieden, n.1. de Coöpe
ratieve Centrale Boerenleenbank. Voor haar alleen
is het maken van winst niet de hoofd-, doch slechts
een bijzaak; zij alleen heeft als voornaamste doel,
haar leden, de Boerenleenbanken, voortdurend met
raad en daad bij te staan.
Wij zouden nog kunnen wijzen op het toezicht
dat de Boerenleenbanken wel kunnen uitoefenen op
de Centrale Bank, maar nimmer op een gewone
bankinstelling; op den invloed, dien zij hebben op
het beheer; op de voorlichting en leiding der
inspectieop de zorgen der Centrale Bank voor
het zedelijk welzijn der Boerenleenbanken; op het
gevaar van faillissementen van gewone banken en
op tal van zaken meer. De beheerders onaer Boe
renleenbanken weten echter van dit alles meer dan
voldoende. Wij meenden alleen eens te moeten
aantoonen, dat het voor een Boerenleenbank, die
de spaargelden met 3 °|0 wil vergoeden en voor de
voorschotten niet meer dan 4 °|0 verlangt, beslist
onmogelijk is,geregeld te werken met een gewone bank.
Alleen bij de Centrale Bank is de Boerenleen
bank zeker en veilig en scheurt zij zich van deze
los, of handelt zij zóó, dat zij ontzet moet worden,
dan doet zij niet alleen onverstandig, doch roekeloos
bovendien.
Roermondsche Stoomdrukkerij, Roermond.