EEN KLACHT OVER FORMULIER 12.
14
teruggezonden vóór het in orde was. Dit brengt
niet alleen geld- en tijdverlies met zich voor de
Hypotheekbank, doch heeft bovendien ten gevolge,
dat de aanvrager langer op zijn geld moet wachten,
dan hem wellicht lief is. Het aanvraag-biljet toch
is de grondslag, waarop de Boeren-Hypotheekbank
voort moet bouwen en zoo lang alle vragen van
dit biljet niet in de puntjes beantwoord zijn, kan
en mag het Bestuur er niet aan denken, verdere
maatregelen te nemen tot het verstrekken van het
gevraagde geld.
De Boerenleenbanken, die pandbrieven van de
Boeren-Hypotheekbank hebben, kunnen de vervallen
coupons inzenden aan de Centrale Bank. Deze
crediteert de Boerenleenbank voor het volle bedrag
der coupons. De boeking zal den Kassiers niet
moeilijk vallen, wanneer zij het volgend voorbeeld
eens aandachtig bekijken en vervolgens nawerken.
Wij nemen aan, dat de Boerenleenbank drie
pandbrieven van de Boeren-Hypotheekbank heeft,
elk van f iooo.en dat zij de December-coupons
den 28ste" December naar de Centrale Bank te
Eindhoven zendt. (Het is beter, dat dit den 28st,D
December dan den 3 r,en gebeurt, opdat de boekingen,
die het opzenden der coupons tengevolge heeft, bij de
Boerenleenbank en bij de Centrale Bank in hetzelfde
jaar kunnen geschieden.) Op 28 December moeten
dan in het Dagboek twee posten geboekt worden
ten lste f 60.op naam der rekening „Pand
brieven Boeren-Hypotheekbank," links, in de kolom
men 5 en 9
ten 2^c f 60.- op naam der rekening „Centrale
Bank," rechts in de kolommen 10 en 13.
In Grootboek III worden de f 60.geboekt op
de rechterzijde der rekening „Pandbrieven Boeren-
Hypotheekbank," onder de ontvangen rente en op
de linkerzijde der rekening „Centrale Bank" onder
het naar Eindhoven gezonden kapitaal.
Op onze laatste algemeene vergadering klaagde een
der afgevaardigden er over, dat men voor de schuld
bekentenissen (formulier 12) papier gebruikte, waar
van hij vreesde, dat men het niet jaren lang zou
kunnen bewaren. Hoewel de klacht slechts van
ééne zijde tot ons kwam, meenen we toch in het
belang der Boerenleenbanken te handelen door het
volgende aan te bieden:
Mochten er Kassiers zijn, wier stellige meening
het is, dat het papier van de schuldbekentenissen
niet aan die eischen voldoet, welke men er, vooral
met het oog op het groote gewicht dier formulieren,
aan mag stellen, dan zullen wij hun kosteloos nieuwe
schuldbekentenissen zenden, zoodra wij de oude
van hen hebben ontvangen.
ZIJN AL UW VOORSCHOTNEMERS LID?
Het gebeurt wel eens, dat het Bestuur eener
Boerenleenbank een voorschot toestaat aan een
persoon, die nog geen lid is van de Boerenleenbank.
Men handelt daardoor, gelijk elk Bestuurslid en
Kassier weet, in strijd met de statuten, die nadruk
kelijk bepalen, dat alleen leden een voorschot
kunnen krijgen. Men denke er dus wel aan, dat
het Bestuur nooit geld mag uitleenen, als het niet
zeker weet, dat de aanvrager lid is.
Er bestaat natuurlijk geen bezwaar tegen, dat
iemand tegelijkertijd aanvraagt om lid te worden
en een voorschot te verkrijgen. Eveneens mag het
Bestuur gerust op een en dezelfde vergadering iemand
als lid aannemen en hem een voorschot toekennen.
Wordt de volgende maatregel door de Kassiers
toegepast, dan zullen zij niet licht een voorschot
uitbetalen aan iemand, die zijn handteekening nog
niet in het ledenregister heeft geplaatst.
Op de rekening, die voor eiken schuldenaar in
Grootboek II wordt aangelegd, schrijve men boven
aan, links in den hoek het nummer, waaronder de
naam van den leener in het ledenregister voorkomt.
Het hoofd der linkerbladzijde ziet er, wanneer
het is ingevuld, dan aldus uit:
Register No. 14.
Naam en Woonplaats
van den schuldenaar: A. Jansen, Heidorp.
van den borg of de borgen: P. Kools, Dommeloord.
Als de Kassiers nu ook nog zoo goed zijn,.
bedoelde nummers te plaatsen op de bladzijden
der voorschotten, die thans reeds in omloop zijn,
dan is het niet onmogelijk, dat zij hier of daar
nog een schuldenaar vinden, die aan hun aandacht
ontsnapte en nog altijd geen lid is.
Nu we toch over de voorschotten aan't spreken
zijn, willen we er meteen op wijzen, dat het niet
aan te bevelen, is mter dan één voorschot op
dezelfde bladzijde te boeken.
Twee voorschotten, ook al zijn ze aan den
zelfden persoon verstrekt, worden nagenoeg altijd
gegeven onder verschillende voorwaarden.
't Zou al een groot toeval zijn, als de wijze van
aflossing voor beide voorschotten dezelfde was.
Hieruit volgt, dat het hoofd, dat voor het eene
voorschot eenmaal is ingevuld, onmogelijk voor
het andere kan dienen. Men moet dus gaan door
halen en veranderen of men moet onder de eerste
rekening een geheel nieuw hoofd maken. Dat
netheid en duidelijkheid van Grootboek II daar
onder veel gaan lijden, spreekt van zelf. Nog erger
wordt het, wanneer op ééne bladzijde de rekeningen
geplaatst worden van twee verschillende schulde
naars. Want, is de schuldenaar er dan bij tegen
woordig, wanneer de kassier zijne rekening bijwerkt,
dan loopt de geheimhouding groot gevaar.
We geven daarom den ernstigen raad
De Kassier neme voor elk voorschot een afzon
derlijk blad in Grootboek II.
DRIE GEWICHTIGE PUNTEN.
Wij zullen hier drie gewichtige punten opnoemen,.