MEDEDEELINGEN
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN.
onze: me:de:de:elingen.
Juli 1909. N°. 4.
Meer dan een jaar is verloopen sedert liet vorig
nummer der „Mededeelingen" verscheen. De Boe
renleenbanken kunnen er dus niet over klagen,
dat we haar hl te veel te lezen hebben gegeven.
Nu, zulke klachten hebben we dan ook niet
gehoord. Of er dan misschien over geklaagd is,
dat de „Mededeelingen" zoo zelden uitkomen? O,
zoo weinig! Alleen door den afgevaardigde der
Boerenleenbank van Breda op onze laatste alge-
meene vergadering en een hoogst enkelen keer bij
een inspectie.
Nu zouden wij dit verschijnsel heel graag uit
sluitend toeschrijven aan de groote bescheidenheid
der beheerders onzer Boerenleenbanken, die de
Centrale Bank wellicht niet meer werk willen be
zorgen dan dringend noodzakelijk is. Liefst denken
wij altijd het beste.
Maar ziet, soms komen we in de verzoeking een
andere oorzaak te veronderstellen en wel deze:
de Mededeelingenverheugen zich niet alom in
die belangstelling, waarop zij, naar onze meening,
aanspraak mogen maken.
Bij menige Boerenleenbank geeft men zich niet
eens de moeite de nummers te bewaren. Nog slechts
weinige beheerders hebben den raad opgevolgd, dien
wij in Nummer 2 gaven: er kwamen nog veel te
weinig briefkaartjes bij ons in, met verzoek porte
feuilles toe te zenden voor de „Mededeelingen."
Hadden wij verwacht, dat het uitzondering zou
worden, de „Mededeelingen" in het een of ander
boek, of heelemaal niet te vinden, en regel, dat ze
ordelijk in een portefeuille bewaard zouden worden,
het scheelt maar weinig of het omgekeerde is het geval.
Bovendien troffen wij Boerenleenbanken aan,
waar de „Mededeelingen" verstopt lagen tusschen
een hoop oude papieren en het bandje zat er
nog om, alsof de brievenbesteller zoo juist het
blaadje gebracht had. Dhar leest men de „Mede
deelingen" dus in 't geheel niet en ongetwijfeld
zullen er ook wel beheerders zijn, die ze maar half
lezen en er zoodoende nagenoeg niets uit leeren.
Ziehier de voornaamste twee gevolgen van een
en ander
Ten lste. Telkens komen er brieven van per
sonen, wien de „Mededeelingen" geregeld zijn toe
gezonden, maar die niettemin inlichtingen vragen,
welke zij duidelijk en uitgebreid in de „Mede
deelingen" kunnen vinden.
Ten 2d=. Bij vele inspectiën merken we, dat
de wenken, in de „Mededeelingen" gegeven, niet
worden opgevolgd.
Dat dit voor ons geen spoorslag geweest is, om
de blaadjes dikwijls te doen verschijnen, spreekt
van zelf. Van een staken der uitgave, zooals door
sommigen gevreesd werd, is echter volstrekt geen
sprake. Hiertoe zal ook wel niet besloten worden,
zoo lang er nog Boerenleenbanken zijn en ook
van deze zouden wij gelukkig een flink aantal
kunnen aanwijzen waar men de nieuwe poging
der Centrale Bank, om den beheerders zooveel moge
lijk voor te lichten, op prijs stelt.
Wij van onzen kant willen er zelfs gaarne voor
zorgen, dat de nummers elkander met minder lange
tusschenpoozen opvolgen, indien de andere Boeren
leenbanken bewijzen, dat haar onverschilligheid ten
opzichte der „Mededeelingen" heeft opgehouden.
Zij kunnen dit door het volgende in acht te nemen
a. Zoo spoedig mogelijk wordt er voor gezorgd,
dat allen, die de „Mededeelingen" ontvangen, de
blaadjes zorgvuldig bewaren, hetgeen zeer gemakke
lijk kan geschieden in een portefeuille, welke de
Centrale Bank daartoe tegen dertig centen verkrijg
baar stelt. Deze portefeuilles kunnen op korten
der Boerenleenbank worden aangeschaft.
b Wanneer een nieuw nummer der „Mededee
lingen" verschijnt, wordt het op de eerstvolgende
vergaderingen van Bestuur en Raad van Toezicht
aandachtig gelezen en besproken.
c. Alvorens een beheerder inlichtingen vraagt
aan de Centrale Bank, ga hij even na, of de „Mede
deelingen" hem niet op de hoogte kunnen brengen.
De toepassing dezer drie punten zal de „Mede
deelingen" eerst goed tot haar recht doen komen
en den beheerders het werk gemakkelijker en aan
genamer maken.
DE BOEREN-HYPOTHEEKBANK.
Onze Boeren Hypotheekbank mag zich verheugen
in een grooten bloei. Om dit te bewijzen, behoeven
we alleen maar te zeggen, dat op den ist,:nJuli 1909
reeds f 90.300.aan hypotheken was uitgegeven,
terwijl ook voor f 90.300,aan pandbrieven was
geplaatst. Wetend hoe uiterst voorzichtig en zeker
het Bestuur der Hyptheekbank te werk gaat
bij het geven van hypothecair crediet en dat boven
dien geen één pandbrief tegen een lageren koers
dan 100 l/4 geplaatst is, zullen allen het er stellig
over eens zijn, dat aan den groei onzer jeugdige
instelling niet behoeft te worden getwijfeld.
De Boerenleenbanken, die aan de Boeren-Hypo-
theekbank een aanvrage inzenden voor een zekere
som gelds op hypotheek, zullen goed doen door
er toch vooral voor te zorgen, dat het aanvraag-
biljet zoo nauwkeurig en volledig mogelijk wordt
ingevuld. Herhaalde malen gebeurde het reeds,
dat het aanvraag-biljet eenige keeren moest worden