sommige kassiers eigenaardige moeilijkheden oplevert. Wij willen hier daarom in den breede aangeven, hoe de effecten-rekeningen geboekt en bijgehouden dienen te worden. Hierin zullen wij eenigszins afwijken van de bekende Handleiding en Modellen, omdat wij er van overtuigd zijn, dat de weg, dien wij thans aangeven, den kassiers gemakkelijker zal zijn dan de tot dusver gevolgde. De Boerenleenbank te A. ontvangt door bemid deling van de Centrale Bank den isten April [908 f 2000.4 0 0 Gemeente Amsterdam, aangekocht tegen een koers van 101 0 0. De Centrale Bank brengt dan in rekening: f 2COO 4 °/0 Amsterdam 101 °/0 f2020. 3 maanden rente (1 Januari1 April) - 20. V/o provisie 2.50 Te zamen f 2042.50 De Centrale Bank debiteert dus de Boerenleen bank te A. voor f 2042.50 en de kassier van deze Boerenleenbank boekt dit bedrag op naam van de Centrale Bank in de kolommen 5 en 8 van het Dagboek en op de rekening der Centrale Bank in grootboek III, rechts in kolom 16. Vervolgens worden de f 2042.50 in het dagboek onder de uitgaven geboekt op de volgende wijze kolom 1 1 April; kolom 4: Effecten 4 °/0 Am sterdam. kolom 10: 2042.50; kolom 13: 2020. kolom 14: 22.50; en onder de aanmerkingen 3 maanden rente en 'Is °l0 provisie. In Grootboek III legt de Kassier een rekening aan, die het volgende hoofd krijgt Effecten Gemeente Amsterdam. Rentevoet 4 0 0. Vervaldagen der Coupons 30 Juni en 31 December. Op de linkerzijde dier rekening boeke men het volgende: Kolom 1: 1 April; kolom 3: 2 stuks ad f IOOD; kolom 5: 2.020; kolom 6: 1 Januari; kolom 7: 31 December; kolom 8: 360; kolom 10: f 80. Wij merken hier op, dat de rente berekend wordt voor het geheele jaar (kolom 10: f 80). Dit moet men doen, omdat de coupons, die van 1 Januari tot 1 Juli loopen, nog aan de stukken gehecht zijn, wanneer deze aan de Boerenleenbank worden geleverd. De 3 maanden rente, die de Centrale Bank zelf moest vergoeden, toen ze de effecten voor de Boerenleenbank kocht, heeft ze deze dan ook in rekening gebracht. Koopt de Boerenleenbank wederom effecten, doch van een ander soort, b.v. Pandbrieven der Boeren- hypotheekbank of Effecten van de gemeente Vlaar- dingen, dan worden deze afzonderlijk geboekt op een nieuw folio in Grootboek lil. Elk soort effecten krijgt in Grootboek III dus zijn eigen rekening. Dit is gemakkelijk met het oog op de bij- of afschrijving, in geval van koersverandering. II Op 31 December 1908 blijkt b.v., dat de stukken der gemeente Amsterdam rnet '|2 °/0 gestegen zijn. Dit geeft aanleiding tot de volgende boekingen In het Dagboek op naam der rekening „Effecten Amsterdam" f 10.-in de kolommen 5, 9 10 en 13 en in Grootboek III op genoemde rekening f 10. in kolom 5 der linkerbladzijde. Deze effecten eindigen 1908 en beginnen 1909 dus met een waarde van f 2030.en het is dit bedrag (en dus niet de aankoopswaarde), dat op de balans vermeld wordt. Was de koers gedaald met 1/2 dan waren de f 10.geboekt in de kolommen 5, 8, 10 en 14 van het Dagboek en in Grootboek III in kolom 16 der rechterbladzijde. De effecten waren dan op een waarde gekomen van f 2.010. Loopende rente. Niet alle coupons vervallen 30 Juni en 3 1 Decem ber, zooals in bovenbehandeld voorbeeld is aan genomen. Vele vervallen b.v. op 31 Maart en 30 September, andere op 30 April en 31 October. In deze en dergelijke gevallen en ook wanneer de op 31 December vervallende coupons eerst in begin Januari verzilverd worden, zal de kassier op 31 Dec een loopende rente te boeken hebben. Deze boeking geschiedt alleen in Grootboek III en niet in het Dagboek. Op de rekening der effecten in Grootboek III boekt hij een saldo kapitaal en een saldo rente en hij brengt beide saldo's naar het nieuwe jaar over. Het saldo der rente wordt dus niet bij het kapitaal, bij de waarde der effecten, bijgeschreven. Dit neemt niet weg, dat het bedrag van het rente saldo invloed moet uitoefenen op het winstcijfer der Boerenleenbank, want de rente is winst over het afgeloopen jaar. Daarom boekt de kassier het bedrag van genoemd saldo op het uittreksel van Grootboek III in kolom 10 en op de Balans onder no. 11 Het bepalen der koerswaarde op 31 December. De groote nieuwsbladen geven eiken dag een opgave van de koerswaarden, tegen welke de effecten verhandeld zijn. Op die opgaven komen echter niet alle stukken voor en niet iedereen is in de gelegenheid die effectenlijst te raadplegen. Wij geven den Boerenleenbanken daarom den raad, begin Januari aan de Centrale Bank de effecten op te geven, welke zij bezitten, met verzoek haar te berichten, welke de koerswaarde dier effecten was op 31 December 11. De Centrale Bank voldoet gaarne aan dit verzoek en de kassier behoeft haar opgave slechts te vergelijken met de waarde, tegen welke de effecten in zijn Grootboek III geboekt staan, om te weten welke bedragen moeten worden bij- of afgeschreven. Uitloting of verkoop van effecten. Laat ons aannemen, dat f 1000 van de boven-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1908 | | pagina 3