7
wanneer men de f 0.40 op de linkerbladzijde van
deze laatste rekening boekt, in kolom Ét.
Daar straks zagen wij, dat de bedragen van alle
rekeningen, die in Grootboek III voorkomen, moeten
terug te vinden zijn in de kolommen 8 en 13 van
het Dagboek. Alle bedragen, die in kolom 13
staan, hebben de schuld der Leenbank verminderd
of een te goed gevormd. Het te goed der f 0.40
rente hoort dus ook in kolom 13 thuis en van
zelf ook in de totaal-kolom 10. In de boeking
in de kolommen 10 en 13 alléén, zou echter niet
voldoende zijn, want een bedrag, dat niet uit de
kas gegaan is. kunnen wij toch niet alleen in de
uitgaven boeken. We zouden dan een kasinhoud
hebben, die f 0.40 grooter is, dan hij volgens het
Dagboek zijn mag. Maar dit zal niet gebeuren,
wanneer we de f 0.40 óók onder de ontvangsten
boeken dus op de linkerbladzijde van het Dagboek.
En daar de f 0.40 rente een winst vormen, moeten
zij geplaatst worden in kolom 9, de winst-kolom
en natuurlijk ook in de totaal-kolom 5.
Na al het voorgaande zal de volgende regel
duidelijk zijn
De bijgeschreven rente op aandeden wordt geboekt
in het Dagboek in de kolom men 5, 9, 10 en 13 en
in Grootboek III, op de rekening „Aandeden"
links in kolom .6. 5~
OVERSCHRIJVING VAN SPAARGELDEN.
Zooals men zal weten is op de vorige Algemeene
Vergadering besloten, „dat inleggers van spaargel
den het recht hebben te eischen, dat hunne inlagen,
zonder renteverlies, zullen worden overgeschreven
op een andere leenbank, als zij, door verandering
van woonplaats, de oprichting van nieuwe of de
splitsing van bestaande leenbanken, niet meer be-
hooren tot den kring der leenbank, waarbij zij
hebben ingelegd". Bovendien bepaalde men, dat
de Centrale Bank bij die overschrijving kosteloos
haar medewerking zal verleenen.
Over de boekingen, waartoe de overschrijving
van spaargelden voor de kassiers aanleiding geeft,
willen wij hier het een en ander zeggen.
Laat ons aannemen, dat een lid van de Boeren
leenbank te A. verhuist naar B., waar ook een
Boerenleenbank gevestigd is. Indien wij verder
veronderstellen, dat A. den iodcn Maart verhuist,
dan heeft de overschrijving zijner spaargeldenden
,gd«" Maart plaats. Want indien de verhuizing in
de eerste helft der maand geschiedt, moeten de spaar
gelden den 16de" dierzelfde maand worden over
geschreven en bij eene verhuizing in de laatste
helft der maand, op den is,en der volgende maand.
De Kassier der Boerenleenbank te A. berekent
derhalve hoeveel rente de spaargelden van het lid
in 21/2 maand hebben opgebracht (van 1 Januari
tot 16 Maart.) Hij schrijft die rente den i6dc" Maart
bij, op de wijze, zooals hij dat den 3 iste" December
gewoon is te doen, zoodat het rentebedrag geboekt
wordt in de kolommen 5, 6, 10 en 14 van het
Dagboek en op de rechterzijde van het folio van
den inlegger in Grootboek I. Het tegoed van
dezen inlegger is nu met de bijgeschreven rente
vermeerderd. Gesteld, dat hij op 1 Januari f 200
te goed had en tot 16 Maart niets heeft ingelegd
of teruggehaald, dan heeft hij den i6dtn Maart een
te goed van f 200 kapitaal, plus f 1.25 rente, samen
f 201.25. rente moest over 21/2 maand be
rekend worden en wij hebben aangenomen, dat
de spaarbank 3 °/0 'sjaars vergoedt.
Deze f 201.25 gaan nu de spaarbank te A. uit en
worden daarom geboekt in de kolommen 10 en 11
van het Dagboek en op de linkerzijde van het folio
van den inlegger in Grootboek I, terwijl dit folio
daarna wordt afgesloten. Maar hoewel zij de spaar
bank uit gaan worden ze toch niet uitbetaald, maar
overgeschreven en gaan dus niet uit de kas. Eene
boeking, onder de uitgaven alleen, zou niet vol
doende zijn, maar een verschil in kas geven. Dit
wordt voorkomen, door de f 201.25 0°^ onder de
ontvangsten te boeken. De Centrale Bank is bij
de overschrijving behulpzaam en maakt de schuld,
die de Boerenleenbank te A. aan haar heeft, 12c 1.25
grooter of wel het te goed van die Leenbank
f 201.25 kleiner. Het is duidelijk, dat de Leenbank
hierbij geen nadeel heeft, want het te goed van
f 201.25, dat de inlegger had, is ook opgeheven,
zonder dat de Bank daarvoor geld uitgaf De
kassier te A. moet de f 201.25 nu boeken, alsof
hij ze van de Centrale Bank ontving, dus in de
kolommen 5 en 8 van het Dagboek en op de
rechterzijde van de rekening „Centrale Bank" in
Grootboek III. Het bedrag is nu zoowel onder de
ontvangsten geboekt, als onder de uitgaven in het
Dagboek en dit zal dan ook met de kas blijven
kloppen.
De kassier te A. mag vooral niet vergeten, tijdig,
d. w. z. uiterlijk 14 Maart, twee berichten te ver
zenden, een naar de Centrale Bank en een naar de
Boerenleenbank te B., waarbij hij mededeelt, dat
den i6dcn Maart een bedrag van f 201,25 aan spaar
gelden, nl. f 200 aan kapitaal en t 1.25 aan rente,
door bemiddeling der Centrale Bank wordt over
geschreven van zijne boerenleenbank naar die te B.
En het betrokken lid moet hij verzoeken, zoo
spoedig mogelijk na zijn aankomst te B. naar den
kassier te gaan,, om de zaak nader te regelen (in
vullen van het spaarboekje, enz
Als de kassier te B. het bericht uit A. ontvangt,
behoeft hij slechts als inlage in de spaarbank de
f 201,25 te boeken in de kolommen 5 en 6 van
het Dagboek en op de rechterzijde van het folio
van den nieuwen inlegger in Grootboek I. Het
geld komt echter niet in kas, maar de Boerenleen
bank te B. krijgt het te goed van de Centrale Bank,
of haar schuld is door deze met het bedrag ver
minderd.
De kassier moet het daarom ook nog boeken in