6
HERBENOEMINGEN.
In de artikelen 21 en 31 der Statuten van onze
Boerenleenbanken is de aftreding van Bestuur en
Raad van Toezicht geregeld. Waar de statuten
toelaten, dat een aftredend lid onmiddellijk herkies
baar is, zal de kans, zitting te blijven houden, voor
den aftredende gewoonlijk groot zijn.
Maar al is deze nog zoo goed gezien bij zijne
medeleden en al heeft hij de belangen der Leen
bank steeds behartigd, zoo goed het kon, dan is
het daarom toch niet zeker, dat alle leden gaarne
zullen hebben, dat hij aanblijft.
Maar evenmin is het zeker, dat zij, die liever op
een ander stemmen, dit voor de volle vergadering
willen doen. Werd dus over personen mondeling
gestemd, dan zouden er al licht leden zijn, die niet
ronduit hunne meening zeiden. Toch moet er een
vrije stemming zijn, over personen evengoed als
over zaken.
Daarom zegt art. 44 der statuten
„De stemming geschiedt met gesloten briefjes,
wanneer het personen geldt".
Dit artikel maakt dus geen onderscheid tusschen
stemmingen bij vacatures en bij gewone aftredingen
en 't is duidelijk, dat alle stemmingen, dus ook die,
bij het aftreden van een lid, schriftelijk en met
gesloten briefjes moeten geschieden.
We achtten het noodig hierop de aandacht te ves
tigen, omdat er wel Boerenleenbanken zijn, waarbij
de aftredende leden van Raad van Toezicht en
Bestuur, of de Kassier bij acclamatie worden her
kozen. Zoo'n herbenoeming met gejuich en hand
geklap brengt wel is waar een vroolijke stemming
in de vergadering en is gemakkelijk bovendien, doch
zij is in strijd met de Statuten en dus beslist
ongeldig.
RENTE OP AANDEELEN.
Gelijk bekend is, keert de Centrale Bank gewoon
lijk elk jaar eene rente uit, over het bedrag, dat
door de Boerenleenbanken op haar aandeelen gestort
is. Dikwijls krijgen wij van de kassiers vragen
omtrent de wijze van boeking dier rente. Nu schrij
ven we wel eens graag aan onze kassiers, maar toch
liefst niet zoo dikwijls over hetzelfde onderwerp.
Dit zullen we kunnen voorkomen door hier cl ie
boeking der rente te verklaren, zij is niet moeilijk,
als men de zaak slechts goed begrij pt.
De Centrale Bank houdt van elke Boerenleenbank
twee rekeningen aan:
ten iste de gewone loopende rekening, waarop
alle bedragen komen te staan, waarvoor de Leen
bank wordt gedebiteerd (op schuld geschreven of
van te goed afgetrokken) of gecrediteerd (op te
goed geschreven of van schuld afgetrokken);
ten 2dc de aandeelenrekening.
Evenzoo houdt elke Boerenleenbank in haar Groot
boek III een rekening „Centrale Bank" en een
rekening „Aandeelen" aan. De eerste verandert
dikwijls, want telkens zendt men geld naar de
Centrale Bank en ontvangt men van haar geld
en formulieren. Het is daarom nuttig, dat men
menigmaal kan nagaan, of de rekening „Centrale
Bank" wel klopt met de loopende rekening, die
te Eindhoven van de Boerenleenbank wordt aan
gehouden. Daartoe zendt de Centrale Bank elke
maand een afschrift van de boekingen, die in de
afgeloopen maand op die rekening zijn geschied
en een opgave van haar eindbedragen. (Formu
lieren H. en I.) De Boerenleenbank behoeft deze
formulieren slechts te vergelijken met haar rekening
„Centrale Bank" in Grootboek III.
Alleen over de maand December worden de
formulieren H. en 1. niet gezonden. Daarvoor in
de plaats ontvangen de Boerenleenbanken in het
begin des jaars een afschrift van de geheele loopende
rekening over het afgeloopen jaar.
De rekening „aandeelen" verandert slechts één
keer per jaar, nl. bij het bijschrijven der rente.
't Is daarom niet noodig, dat de Centrale Bank
elke maand een opgave zendt van den stand der
aandeelenrekening, die zij van iedere Boerenleen
bank aanhoudt. Men begrijpe alzoo goed, dat in
de bedragen der formulieren H. en I. die der aan
deelenrekening niet begrepen zijn en men denke
niet, dat de twee eindbedragen, die op formulier I.
voorkomen, moeten kloppen met de totaal-bedragen
der kolommen 8 en 13 van het Dagboek.
Immers de twee bedragen van formulier I. zijn
de totaal-bedragen der rekening „Centrale Bank"
en behalve de bedragen van die rekening komen
in de kolommen 8 en [3 ook nog de bedragen van
alle andere rekeningen van Grootboek III.
De stortingen op de aandeelen b.v. zijn geboekt
in kolom 13, den aankoopsprijs van de brandkast
plaatste men in kolom 13 en de afschrijving daarop
in kolom 8. Handelt men in loopende rekening
met leden, dan worden alle gelden, die dezen
brengen, in kolom 8 en alle, die zij halen, in kolom
13 geboekt. Al deze bedragen komen natuurlijk
niet voor op formulier H., dat de Centrale Bank
toezendt, en de totaal-bedragen van formulier I.
kunnen onmogelijk de eindbedragen zijn van de
kolommen 8 en 13 van het Dagboek. Men moet
echter nagaan of het dezelfde zijn als die van de
rekening „Centrale Bank."
Heeft men het bovenstaande goed begrepen, dan
zal het gemakkelijk zijn, ook de boeking der bijge
schreven rente op aandeelen te vatten.
Wanneer de Centrale Bank aan eene Boeren
leenbank mededeelt, dat op haar aandeelenrekening
b.v. f 0.40 is bijgeschreven als rente-vergoeding
over het afgeloopen jaar, dan wil dat zeggen, dat
het te goed van die Boerenleenbank op haar aan-
deelenrekening, die door de Centrale Bank wordt
aangehouden, f o 40 grooter is geworden.
Deze aandeelenrekening moet overeenkomen met
de rekening „Aandeelen," die de Boerenleenbank
in haar Grootboek III heeft en dit zal zoo zijn;