MEDEDEELINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN. September igoó. N". i. EEN WOORD VOORAF. De aangesloten leenbanken maken veelvuldig gebruik van hare bevoegdheid, om inlichtingen bij de Centrale Bank in te winnen. Dit is een verblijdend teeken, wijl het getuigt van den ernst, waarmede deze lokale banken be heerd worden. Maar zeer dikwijls worden dezelfde vragen gesteld. Het ligt voor de hand, dat het veel werk en tijd vordert, dezelfde vragen telkens uitvoerig te moeten beantwoorden. Dit vele werk wordt onnoodig, wanneer ééns voor altijd geantwoord kan worden in een Mede- deeling, die aan alle Banken wordt toegezonden. Deze toezending, ook aan de Banken, welke nog geene inlichtingen omtrent eene bepaalde zaak vroegen, heeft het voordeel, dat menigeen opmerk zaam gemaakt wordt op zaken, waaraan hij wel licht niet dacht, en die toch van het hoogste belang kunnen zijn. Daarenboven kunnen in deze Mededeclingen alle kennisgevingen opgenomen worden, die de Centrale tiank aan lie uaugcMutcii banken heeft te ca en. Op ongeregelde tijden zullen deze mededeelingen verschijnen, naar gelang van de behoeften. OVER HYPOTHEKEN. Persoonlijk en zakelijk Crediet. Wanneer aan een lid der boerenleenbank een "voorschot gegeven wordt onder borgstelling van een persoon, noemt men zulk crediet persoonlijk. Wanneer echter het lid in plaats van een persoon eene zaak als borg of onderpand wil stellen, noemt men zulks zakelijk crediet. Soorten van zakelijk Crediet. 1. Wanneer men een voorschot ontvangt, kan men als onderpand bij de bank beleggen effecten of waardepapieren. Deze effecten blijven in de brandkast der lokale Bank berusten totdat het voorschot is terugbetaald, of op andere wijze borg of onderpand is gesteld. Betaalt de voorschot nemer zijn voorschot niet terug, dan is de Bank gerechtigd de in onderpand gegeven effecten met inachtneming der wettelijke bepalingen te verkoopen, om daaruit het voorschot terug te betalen. Wat er overblijft ontvangt de schuldenaar terug. 2. Maar men kan ook en dit is gewoonlijk het geval onroerend goed (huis of landerijen) als onderpand stellen. Wanneer men onroerend goed als onderpand geeft, dan geeft men, wat men noemt, hypotheek op zijn goed (grondcrediet, als het onderpand in hoofdzaak land is). Hoe hoog mag het crediet zijn, aan een lid gegeven? De hoogte van het persoonlijk crediet wordt door de algemeene vergadering van iedere leenbank bepaald. Eveneens ka7i bepaald worden, dat met zake lijk onderpand een zeker bedrag niet mag worden overschreden. Wordt omtrent dit laatste niets bepaald, dan gelden de bepalingen van de Statuten, nl. dat bij deponeering of in-pand-geving van waarde papieren, de overwaarde 1 3 moet bedragen, en bij het geven van hypotheek, slechts 2 3 van de werkelijke waarde van het onderpand als voorschot kan worden verstrekt. Wel mag aan hetzelfde lid een persoonlijk crediet gegeven worden en een zakelijk voor het bedrag, dat het persoonlijk crediet overschrijdt. Bij voorbeeld Iemand vraagt een voorschot van 5000 gld. V"_rnd?-ste! hoogste som <jje onder persoonlijke borgstelling aan een lid mag gegeven worden, 1000 gld. bedraagt, dan kan hij deze als persoonlijk crediet ontvangen, maar moet voor de overblijvende 4000 gld. zakelijk onderpand geven. Hypotheek aan niet-leden. Aan niet-leden mogen enkel gelden op hypotheek gegeven worden als geldbelegging. Wanneer 1/a der ingelegde gelden in de spaarbank bij de Centrale Bank zijn belegd, en de overige -/$ nog niet aan leden zijn uitgeleend, mag men aan niet-leden hypotheek geven. Men houde echter wel in 't oog, dat vooral bij het begin eener leenbank gewoonlijk weinig geld ter leen wordt gevraagd, maar dat toch na korten tijd bijna altijd veel gebruik van de Bank gemaakt wordt. Daarom zij men voorzichtig met terstond te veel op hypotheek te zetten. Vooral is de hoogste voorzichtigheid aan te raden bij geldbelegging buiten de eigen gemeente, vooral in de steden, waar de huizen zoo moeilijk te schatten zijn, en zoo gemakkelijk in waarde kunnen dalen. Wat heeft men in het oog te houden, als hypotheek gevraagd wordt 1Men moet zich overtuigen of degene, die hypotheek geeft, daartoe bevoegd is. In het alge meen is de eigenaar van het pand daartoe bevoegd. Men gaat dus na of degene, die hypotheek wil

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Mededeelingen' (CCB) | 1906 | | pagina 1