TOELICHTING
Aan de Aandeelhouders
der Nederlandsche Hypotheekbank N.V.
als bedoeld bij Artikel 42 van het Wetboek van Koophandel.
De onroerende en roerende zaken der vennootschappen zijn gewaardeerd naar den volgenden
maatstaf:
a. de onroerende zaken naar de kosten van aankoop en stichting, verminderd met de plaats
gehad hebbende afschrijvingen;
b. de roerende lichamelijke zaken naar den aanschaffingsprijs, verminderd met de gedane
afschrijvingen
c. de effecten naar den beurskoers van den laatsten beursdag in het boekjaar, doch niet hooger
dan pari;
d. de vorderingen op naam naar het nominale bedrag, verminderd met de gedane afschrijvingen.
NEDERLANDSCHE HYPOTHEEKBANK N.V.
N.V. EERSTE NEDERLANDSCHE HYPOTHEEKBRIEFBANK
ARN. J. D’AILLY.
P.
W. J. H. CORT VAN DER LINDEN.
H. ALBARDA.
G.
NAUTA.
H. M. J. BLOMJOUS.
E.
VAN WELDEREN RENGERS.
W. B. BUMA.
D.
U. STIKKER.
J. HERES DIDDENS.
D.
R. DE MAREES VAN SWINDEREN.
F. I. DE GREVE.
R.
H. DE VOS VAN STEENWIJK-
J. H. GROENEVELD.
G.
WARNING.
CH. M. HENNY.
B.
A. POULIE WILKENS.
M. J. BOS.
C. A. KINOMA.
B. DORHOUT MEES.
J. WILKENS.
Wij namen kennis van het hierbijgaande schriftelijk verslag van de directie; met den inhoud
kunnen,wij ons geheel vereenigen. Dit zelfde geldt voor de balans en de winst- en verliesrekening; door
ons voorloopig goedgekeurd, stellen wij U voor beide vast te stellen in den aangeboden vorm. Het
rapport der door ons aangewezen accountants vindt U in dit verslag afgedrukt.
Wij kunnen accoord gaan met het dividendvoorstel van de directie. Wij verzoeken U dienover
eenkomstig te besluiten.
In verband met hun gezondheidstoestand namen de heeren Mr. Aug. Philips en V. J. A. Wilkens
ontslag als commissaris. Spoedig daarna overleed, zeer door ons allen betreurd, de laatstgenoemde.
Beide heeren hebben veel voor de thans verbonden banken kunnen doen. De heer Philips uitnemend
kenner van het vennootschapsrecht, de heer Wilkens: man met.scherp inzicht in zaken; beide hebben
zij onze instellingen gediend op een wijze, die hun heengaan als een ernstig verlies doet ervaren.
Als nieuwe commissarissen werden door aandeelhouders benoemd de heeren:
Mr. Arn. J. d’Ailly, te Amsterdam.
Mr. H. Albarda, te Wassenaar.
Mr. G. Nauta, te Rotterdam.
B. A. Poulie Wilkens, te Veendam.
Aan de beurt van aftreden zijn thans de heeren Blomjous, Groeneveld en van Welderen Rengers.
De commissie van toezicht bestond in 1941 uit de heeren: van Welderen Rengers, Warning
en Stikker.
Onze directie, die bij voortduring voor moeilijkheden van de meest verschillende aard werd
geplaatst, heeft met rust en bekwaamheid de belangen van onze, thans ruim een halve eeuw bestaande,
instellingen gediend, daarbij steun vindend in de goede traditie en de daaruit voortvloeiende krachtige
positie der banken.
Het college van commissarissen:
E. VAN WELDEREN RENGERS,
president.
8
De commissarissen:
De directie: