HYPOTHEKEN. Op 31 December 1940 stonden bij de Nederlandsche Hypotheekbank en de Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank uit 3653 leeningen ad68.049.581,50 In 1941 werden gesloten 387 leeningen- 9.062.405, Overgenomen van de Friesch-Groningsche Hypotheekbank 2 leeningen25.265, 77.137.251,50 Afgelost werden 513 leeningen7.064.392,50 Aan periodieke aflossingen werd ontvangen- 1.223.706, Aan gedeeltelijke aflossingen werd ontvangen- 2,284.478,— 10 572 576 50 31 December 1941 stonden dus uit 3529 leeningen tot een bedrag van66.564.675, Voorts werden na afloop van den leeningstermijn 458 leeningen tot een bedrag van 7.601.314,50 verlengd. Voor de verdeeling van de uitstaande, zoomede van de in 1941 gesloten leeningen, verwijzen wij U naar pagina’s 12 en 13 van dit verslag. De gemiddelde rente der uitstaande leeningen bedroeg ultimo December 4.1840 tegen 4.2600 op 31 December 1940. Door daling van de gemiddelde rente der pandbrieven met 0.0045 en van die der hypotheken met 0.0760 werd het verschil in rente tusschen hypotheken en pandbrieven 0.0715 kleiner en kwam daardoor op 0.6975 Zooals uit de balans blijkt, was op 31 December 95.623,80 aan rente achterstallig, tegen 77.621,74 op 31 December van het vorige jaar. Het hoogere bedrag is een gevolg van de oorlogsschade hoofdzakelijk te Rotterdam geleden. Dit bedrag was op 17 Maart verminderd tot 79.430,— Volgens de normen van het contröle-orgaan dient te worden afgeschreven 53.059,96. Afge schreven was reeds 68.753,01zoodat hiervan is vrijgekomen 15.693,05. Wij stellen U voor nog 20.000 extra af te schrijven, zoodat dan 35.693,05 meer is afgeschreven dan volgens de ge noemde normen noodig is. In het afgeloopen jaar hebben wij 9 maal van ons recht van executie gebruik moeten maken, tegen 7 maal in het vorige jaar. Een overzicht van deze verkoopen, benevens van 1 geval, waarin in overleg met den debiteur tot verkoop werd overgegaan geven wij op pagina 11. Van de hierbij geleden verliezen ad 10.100,— is 4.650,— geboekt ten laste van de winst- en verliesrekening, terwijl 5.450,reeds was gereserveerd op de reserve voor hypotheken. Het op de balans voorkomende bedrag van de reserve voor hypotheken ad 268.526,35 is door de afwikkeling van diverse posten en het inloopen van rente-achterstand ƒ148.361,35 hooger dan het bedrag, dat wij volgens de normen van het contröle-orgaan dienen te reserveeren ter zake van de onderpanden van leeningen waarvan de rente niet regelmatig binnenkomt. In het afgeloopen jaar verkochten wij voor een bedrag van 148.530,77 meer aan onroerende goederen, dan wij inkochten. Wij stellen U voor dit bedrag te boeken op de reserve voor inkoop van onderpanden. Ons bezit aan onroerende goederen blijft voor/2,te boek staan; op 31 December 1941 was het verhuurd voor 21.372.24. Nadere gegevens hierover vindt U op pagina 11. Het bedrag, waarvoor de bank bij door derden ingekochte onderpanden is betrokken bedroeg ƒ5.400,—. Overigens is zij niet betrokken bij den eigendom der perceelen, waarop zij gelden op hypotheek heeft verleend. De bedongen periodieke aflossingen op de leeningen kwamen in het algemeen regelmatig binnen. In totaal werd voor ongeveer 71/a der periodieke aflossingen vrijstelling verleend. Onze inspecteurs de Heeren J. Kamps en A. van Popta te ’s Gravenhage, A. M. Joustra te Haarlem, H. E. Wieringa te Naarden en G. Hoogerkamp te Groningen zorgden voor de controle op de voor ons verbonden perceelen en voor het verband met taxateurs, agenten en andere relaties. 3

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1941 | | pagina 5