De gemiddelde rente der pandbrieven bedroeg ultimo December 3.4910% tegen 3.4862 op 31 December 1939. Uitgifte van pandbrieven vond niet plaats, doch er werd voor een bedrag van 400.000,tegen een rente van 41/« aan geldleeningen ex. art. 53 der statuten opgenomen en een bedrag van 822.000,— tegen een rente van 31/2 Dit laatste bedrag tegen inwisseling van 31/2 pandbrieven. De voorwaarden werden gelijkgesteld aan die der pandbrieven. In April had de verplichte uitloting van 33x/2 en in October die van 3Va pandbrieven plaats. Evenals het vorige jaar achtten wij het niet gewenscht alleen tegenover deze uitgelote stukken een nieuwe serie 4 pandbrieven te creëeren, waarom houders in de gelegenheid werden gesteld tot omwisseling in 4 pandbrieven der Friesch-Groningsche Hypotheekbank. In April bedroeg de omwisselingskoers 97 en in October aanvankelijk ÏOO1^ later 101 HYPOTHEKEN. Op 31 December 1939 stonden bij de Nederlandsche en de Eerste Neder- landsche Hypotheekbriefbank uit 3642 leeningen ad70.292.369,90 In 1940 werden gesloten 347 leeningen- 6.592.975, Overgenomen van de Friesch-Groningsche Hypotheekbank 3 leeningen - 20.375, 76.905.719,90 Afgelost werden 339 leeningen5.382.867.50 Aan periodieke aflossingen werd ontvangen- 1.269.730,90 Aan gedeeltelijke aflossingen werd ontvangen- 2.203.540, - 8.856,138,40 31 December 1940 stonden dus uit 3653 leeningen tot een bedrag van 68.049.581,50 Voor de verdeeling van de uitstaande, zoomede van de in 1940 gesloten leeningen, verwijzen wij U naar pagina’s 16 en 17 van dit verslag. De gemiddelde rente der uitstaande leeningen bedroeg ultimo December 4.2600 tegen 4.2691 op 31 December 1939. Door stijging van de gemiddelde rente der pandbrieven met 0.0048 en daling van die der hypotheken met 0.0091 werd het verschil in rente tusschen hypotheken en pandbrieven 0.0139 kleiner en kwam daardoor op 0.7690 Zooals uit de balans blijkt, was op 31 December 77.621,74 aan rente achterstallig, tegen 64.708,96 op 31 December van het vorige jaar. Dit bedrag was op 24 Februari verminderd tot 58.882,—. Volgens de normen van het contröle-orgaan dient daarop te worden afgeschreven ƒ28.753,01. Afgeschreven was reeds ƒ25.953,44, zoodat nog moet worden afgeschreven 2.799,57. Wij stellen U voor ƒ40.000,extra af te schrijven. In het afgeloopen jaar hebben wij 7 maal van ons recht van executie gebruik moeten maken, tegen 17 maal in het vorige jaar. Een overzicht van deze verkoopen, benevens van 4 gevallen, waarin op ons advies door den debiteur vrijwillig tot verkoop werd over gegaan geven wij op pagina 18. De hierbij geleden verliezen ad 14.752,14 zijn geboekt ten laste van de winsf- en verliesrekening. Het op de balans voorkomende bedrag van de reserve voor hypotheken ad 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1940 | | pagina 7