leerlingen, verwijzen wij U naar bijlage A op pag. 22 en 23 van dit
verslag.
Met de Friesch*Groningsche Hypotheekbank te Groningen sloten wij dit
jaar voor gezamenlijke rekening 7 leeningen af tot een totaal bedrag van
213.787.50.
De gemiddelde rente der ultimo December 1936 uitstaande leeningen be*
draagt 5.013 tegen 5.054 in 1935.
Bij 50 van de 4891 in den aanvang van dit boekjaar uitstaande leeningen
moesten wij tot verkoop van het verbonden onderpand overgaan en wel in 17
gevallen wegens faillissement of beslag, in 23 gevallen wegens wanbetaling en
in 10 gevallen wegens overlijden of andere oorzaken.
Een overzicht van deze verkoopen, waaronder zijn begrepen de gevallen,
waarin op ons advies door den debiteur vrijwillig tot verkoop werd overgegaan,
geven wij onder bijlage C op pag. 24.
De afwezigheid van kooplust op veilingen veroorzaakte, dat wij meer dan
in eenig voorgaand jaar zelf tot inkoop overgingen, in dien wij geen redelijk bod
konden verkrijgen.
Herhaaldelijk werd spoedig na de veiling het ingekochte onroerend goed
weder aan derden doorverkocht.
In deze gevallen hebben wij den wederverkoopprijs in bedoeld overzicht
opgenomen.
In de met gemerkte gevallen werd aan den kooper een nieuwe hypothe*
caire leening verstrekt tot ten hoogste het bedrag van de restant*hoofdsom.
Deze hypotheekverstrekking was na het intreden van de crisis in meerdere
mate dan voorheen noodzakelijk om verliezen bij executies te voorkomen en in
sommige gevallen eveneens om door verkoop uit de hand der verbonden per*
ceelen een sterkeren debiteur en veelal eenige aflossing op de bestaande leening
te verkrijgen.
Bij de dotaties aan de extra reserve hebben wij hiermede rekening
gehouden.
Volgens een sedert 1932 hiervan opgemaakte speciale berekening is in deze
reserve voor dit doel een bedrag van 314.814.41 begrepen.
Dit is het verschil tusschen de totale som der onder deze bijzondere om*
standigheden verstrekte leeningen en het totaal bedrag, dat wij op de daarbij
verbonden onderpanden blijkens een hertaxatie zouden hebben mogen ver*
leenen, indien het hier geen afwikkeling van bestaande credieten, doch het ver*
strekken van geheel nieuwe hypothecaire leeningen had gegolden.
Voor afschrijving van de vermeerdering van ons belang aan ingekochte
onderpanden in 1936 is een bedrag van 159.245.97 benoodigd, waarna de
ingekochte onderpanden wederom voor 2.op de gecombineerde balans
voorkomen.
De exploitatierekening der ingekochte onderpanden leverde een bate op
van 9.262.99, welk bedrag op de winst* en verliesrekening is gebracht.
De per 31 December 1936 in ons bezit zijnde 34 ingekochte onderpanden,
waarvan de kostprijs 450.772.42 heeft bedragen, zijn thans verhuurd voor
24.551.50.
8
