Aan
de Aandeelhouders der N.V. Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
Dames en Heeren!
Ter voldoening aan het voorschrift van art. 39 der statuten leggen wij
hierbij aan U over het door de Directie opgemaakt verslag, behelzende de ver*
richtingen van de vennootschap over het boekjaar 1936 met balans en winst*
en verliesrekening, vergezeld van een toelichting.
In de vergadering van aandeelhouders, 31 Maart 1936 gehouden, werd in
de vacature, ontstaan door het overlijden van den Heer Th. W. Blijdenstein,
aan wiens nagedachtenis wij in het vorig jaarverslag eenige welgemeende
woorden mochten wijden, voorzien door de benoeming van den Heer
G. Warning, evenals destijds de overledene, Directeur van De Twentsche
Bank N.V. te Amsterdam.
Tevens werd de periodiek aftredende Commissaris Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda
van Starkenborgh Stachouwer herkozen en deze herbenoeming werd gaarne
aanvaard. Zij heeft echter het voor onze bank zoo gewenschte effect niet kunnen
hebben. Want bij Koninklijk Besluit van 9 Juni 1936 werd onze evengenoemde
Commissaris benoemd tot Gouverneur*Generaal van Nederlandsch*Indië en
in verband daarmede nam hij zijn ontslag als Commissaris van onze banken.
Wij hebben ons van harte verheugd in deze zoo uitermate eervolle benoe*
ming, die echter tot ons leedwezen aan onze samenwerking met hem een einde
moest maken. Aan dat tijdperk van samenwerking bewaren wij gelijk hij
de meest aangename herinnering. Groot was zijne belangstelling in het gemeen*
schappelijk werk en helder was zijn inzicht in de nooden en behoeften onzer
instelling, zooals hij daarvan zoo dikwijls blijk gaf gedurende de belangrijke
jaren van zijn Commissariaat. Voor het een en voor het ander gevoelen wij
groote waardeering en wij zullen hem daarvoor blijvend erkentelijk zijn.
Met het uitvoerig verslag van de Directie kunnen wij ons vereenigen.
Onder het hoofd „Algemeen Overzicht” wijdt de Directie in haar verslag
waardevolle beschouwingen aan de gedurende een groot gedeelte van 1936 nog
stand gehouden en zelfs verscherpte overheidsmaatregelen, die een opbloei van
het hypotheekbankbedrijf te eenenmale onmogelijk bleven maken, en aan eenige
3
