Aan
de Aandeelhouders der N.V. Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
Mijne Heeren,
Ter voldoening aan het voorschrift van art. 39 der Statuten leggen wij
hierbij aan U over het door de Directie opgemaakt verslag over het boekjaar
1935 met Balans en Winst* en Verliesrekening, vergezeld van eene toelichting.
Met dit uitvoerig verslag kunnen wij ons vereenigen.
In ’t bizonder komt ons het gemotiveerde oordeel der Directie omtrent
hetgeen onze Bank wel en niet te doen staat in de voortdurend onzekere en
teleurstellende tijden, die elk bankbedrijf in meerdere of mindere mate door*
leeft, juist voor, en ondersteunen wij ten volle hare daarmede verband houdende
voorstellen tot nog krachtiger versterking der reserves en tot nog grootere
afschrijvingen dan in het vorige jaar.
In het afgeloopen jaar leden wij door het overlijden van twee onzer Commis*
sarissen telkens een groot verlies.
Mr. H. Smeenge was sinds 1893 als zoodanig werkzaam en gedurende al dien
tijd heeft hij de belangen onzer Bank met groote toewijding behartigd. Hij was
een altijd werkzame man,, die eenvoud des harten paarde aan een zeer sterke
behoefte aan dienstbetoon. Ook wij hebben dat dankbaar ervaren.
De Heer Th. W. Blijdenstein was sinds 1923 Commissaris onzer Bank.
In hem verloren wij ten derden male een Directeur der Twentsche Bank, van
welke instelling van af de oprichting onzer Bank in 1890 een harer Directeuren
onze Commissaris is geweest.
Zoowel in onze vergaderingen als in zijn werkkamer in het gebouw der
Twentsche Bank kwamen zijne uitnemende adviezen de krachtige ontwikkeling
onzer Bank sterk ten goede. Dezen kundigen, hartelijken en opgewekten man,
die onze instelling zoo toegenegen was, herdenken wij met groote dankbaarheid.
3