RAPPORT
VERSLAG van de Commissie den 6 Mei 1935
door Pandbriefhouders benoemd in de algemeene
vergadering van aandeelhouders der naamlooze
vennootschap „N.V. Nederlandsche Hypotheekbank”
te Veendam (Art. 37 al. 1 der Statuten).
van de „N.V. Algemeen Administratie* en Trustkantoor”
hebben onderzocht en met de in den loop van 1935, ingevolge art. M der genoemae over»
eenkomst, aan ons verstrekte gegevens hebben vergeleken en een en ander accoord
heb^Daaruit°?s ons gebleken, dat de Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank sedert
hare oprichting tot 31 December 1935 aan leeningen onder eerste hpothecair ver*
band heeft gesloten tot een bedrag vanT oö.oa/.öuo.—
en dat daartegen op 31 December 1935 het saldo van de gecreëerde,
De juistheid van het saldo der uitstaande leeningen werd ons bevestigd, doordat
voor iedere leening een onderteekend saldobiljet werd overgelegd.
N.V. Algemeen Administraties en Trustkantoor,
De ondergeteekenden, leden der Commissie benoemd door Pandbriefhouders vol»
te Amsterdam, een meening hebben kunnen vormen over het beheer der Bank.
De overtuiging heeft zich bij hen gevestigd, dat de belangen van pandbriefhouders
op uitnemende wijze worden behartigd.
De Commissie wil gaarne een woord van waardeering uiten over de wijze, waarop
de Directie ook over dit boekjaar het beheer heeft gevoerd.
te Rotterdam.
Rotterdam, 13 Maart 1936.
waarop in genoemd tijdvak is afgelost
blijft 11.222.595.—
na aftrek van de vernietigde Algemeene Hypotheekbrieven bedroeg;
4.882.000.—
4.314.500.—
rentende 4
4M!
5
100.—
totaal
9.196.600.—
Mr. ED. L. JACOBSON.
Mr. F. J. BREVET.
gens art. 37 al. 1 der statuten verklaren hierdoor, dat zij zich na alle door hen gevraagde
uitvoerige inlichtingen van de Directie te hebben verkregen en na inzage van het
accountantsrapport van het Accountantsbureau opgericht door A. E. Meijer en J. Horchner
Veendam, 2 Maart 1936.
L. W. WILDERVANCK,
Directeur van het Kantoor Deventer
der Rotterdamsche Bankvereeniging N.V.
J. HAMSTRA,
Directeur van het Kantoor Leeuwarden
der Amsterdamsche Bank N.V.
21