Aan Heeren Commissarissen der N.V. Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. Mijne Heeren 1 Overeenkomstig het voorschrift van art. 39 der statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag, behelzende de verrichtingen onzer vennootschap over het jaar 1934, met balans en winst* en verliesrekening. ALGEMEEN OVERZICHT. De bedrijfsvoering in het afgeloopen jaar werd geheel beheerscht door de daling van de rentestand en de teruggang van de huren. Tengevolge van deze beide economische verschijnselen was ons beleid meer gericht op een innerlijke versterking van ons bedrijf dan op uitbreiding daarvan. Wij meenden tijdig de gevolgen van de rentedaling, waaraan geleidelijk onze uitstaande hypotheken onderworpen zijn, te moeten opvangen door succes* sievelijk in den loop van het jaar alle nog uitstaande 5 pandbrieven ten bedrage van 15.803.650.aflosbaar te stellen en grootendeels door 4 pand* brieven te vervangen. Hoewel de verlaagde pandbriefrente hoofdzakelijk eerst 1 Januari 1935 ingaat, stellen wij U veiligheidshalve voor de hooge kosten ten bedrage van 166.389.93, welke deze conversie meebracht, reeds thans geheel af te schrijven. Tengevolge van bovenstaande bedrijfspolitiek werd een veel geringer be* drag dan het vorige jaar aan nieuwe hypotheken afgesloten en wel in totaal voor 6.709.675.welk bedrag afkomstig is van 7.558.296.23 door aflossing van hypotheken vrij gekomen gelden. Ondanks den ernstigen economischen toestand was op het totaal bedrag aan uitstaande hypotheken per 31 December ad 71.262.846.11 slechts 15.668.92 aan rente achterstallig. Het aantal executies (39) is kleiner dan het vorig jaar (49). De daarbij per saldo geleden verliezen ad 9.691.02 zijn uit de winst afgeschreven. Wanneer in veiling niet direct een redelijk bod was te verkrijgen, kochten wij de onderpanden zelf in. Ons belang aan ingekochte onderpanden vermeer* 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1934 | | pagina 5