Aan Heeren Commissarissen der N.V. Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. Mijne Heeren! Overeenkomstig het voorschrift van art. 39 der statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag, behelzende de verrichtingen onzer vennootschap over het jaar 1932, met balans en winst? en verliesrekening. ALGEMEEN OVERZICHT. De eerste helft van het afgeloopen jaar stond nog steeds onder den invloed van het algemeene wantrouwen, door de daling van het Engelsche Pond onder het beleggend publiek teweeggebracht. Het was ons dan ook aanvankelijk niet mogelijk pandbrieven van een lager rentetype dan 5 te plaatsen. De middelen, welke ons hierdoor toevloeiden, stelden ons in staat tegen een rente van 5/2 weder door te gaan met het verstrekken van eerste hypothecaire geldleeningen, waarbij wij echter uiteraard met het lager prijsniveau van onroerend goed rekening hebben gehouden. Gedurende de tweede helft van het jaar keerde het vertrouwen in een meer rustige economische ontwikkeling geleidelijk terug; in het najaar werd door ons de uitgifte van de 5 pandbrieven gestaakt en tot uitgifte van 4.V2 pandbrieven tegen 99 overgegaan. Door de toenemende geldruimte werd het echter steeds moeilijker om voor de middelen uit dien hoofde en uit aflossing van bestaande leeningen verkregen een veilige en loonende belegging te vinden en moesten wij in November de uitgifte van de 4% pandbrieven stopzetten. Evenals vorige jaren namen wij alle ons ten inkoop aangeboden pandbrieven terug, hetzij rechtstreeks, hetzij ter beurze indien aldaar voor de aangeboden stukken niet direct voldoende vraag bestond. Hoewel de credietcrisis in de bouwnijverheid door het herstel van het ver? trouwen een einde had genomen, was toch de algemeene toestand ook voor dezen tak van bedrijf minder rooskleurig, daar vooral in de duurdere woning? typen het te kort in een te veel was veranderd. 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1932 | | pagina 7