Aan Heeren Commissarissen der N.V. Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. Mijne Heeren 1 Overeenkomstig het voorschrift van art. 39 der statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag, behelzende de verrichtingen onzer vennoot* schap over het jaar 1931, met balans en winst* en verliesrekening. Gij zult ons echter vergunnen eerst een eerbiedige hulde te brengen aan de nagedachtenis van onzen kort na afloop van dit boekjaar overleden Commis* saris, den Heer H. Bosscher Jr. Van de oprichting af tot voor enkele jaren is de Heer Bosscher lid van den Raad van Toezicht geweest, en als zoodanig hebben wij hem om zijn noeste werkkracht en onkreukbare persoonlijkheid steeds gewaardeerd. ALGEMEEN OVERZICHT. Gedurende de eerste drie kwartalen van het afgeloopen boekjaar was geld op langen termijn in overvloed verkrijgbaar. De hypotheekrente daalde tot 4% De uitgifte van 4}^ pandbrieven werd stop gezet en 4 pandbrieven werden verkrijgbaar gesteld. De plaatsing van deze pandbrieven ging zeer vlot, waardoor ons ruime middelen toevloeiden; het werd echter allengs steeds moeilijker hiervoor een veilige en tevens loonende belegging te vinden. De groote bedragen, welke wij daarenboven tengevolge van vervroegde aflossing van hoog rentende leeningen ontvingen, moesten dan ook door ons worden besteed tot extra aflosbaarstelling van 5 pandbrieven. In het vierde kwartaal veranderde deze situatie geheel en al. Tengevolge van de crediet* en valutamoeilijkheden in Duitschland en in Engeland ontstond ook in ons land een credietcrisis. Na den val van het pond Sterling gaf het publiek er de voorkeur aan zijn gelden slechts op korten termijn uit te zetten en hield de vraag naar pandbrieven plotseling geheel op. Bovendien werden, veelal uit angst voor inflatie, obligaties en pandbrieven tegen steeds dalende koersen ten verkoop aangeboden. In deze omstandigheden hebben wij het gewenscht geacht de in* en verkoop van onze pandbrieven uitsluitend te leiden over de Amsterdamsche Effecten*

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1931 | | pagina 7