Accountantsbureau van de Heeren A. E. Meyer en J. Hörchner op ongezette
tijden aan een onderzoek onderworpen en in goede orde bevonden. De balans
geeft blijkens hunne verklaring den juisten toestand op 31 December 1931 weer.
Wij hebben derhalve overeenkomstig het voorschrift van art. 42 Wetboek
van Koophandel de door de Directie opgemaakte balans en winst* en verlies*
rekening met de toelichting onderteekend en stellen U voor aan een en ander
Uw goedkeuring te hechten en Directie en Commissarissen décharge te verleenen
ter zake van het gevoerde beheer.
Het bedrag der te verdeelen winst, dat de balans aanwijst, houdt verband
met voorafgaande afschrijvingen en reserveering uit de winst tot een bedrag
van 368.075.82, omvattende, onder meer, ook het bizonder groote koersverlies
op de effecten ad 133.938.72 evenals het koersverlies op de pandbrieven.
Het zeer voorzichtig beleid der Directie, dat haar tot die voorstellen leidde,
zal door U gelijk door ons worden gewaardeerd.
Uit de te verdeelen winst kan worden betaald een dividend van ƒ42.
per aandeel van 1.000.waarop 20 is gestort en van 21.per aandeel
serie B van 1.000.waarop 10 is gestort. Op ieder oprichtersbewijs zal
alsdan 107.75 worden uitbetaald. Wijl stellen U voor ook dienovereenkomstig
te besluiten.
In de vorige Algemeene vergadering werd de Heer Mr. Ch. M. Henny,
Directeur van het kantoor ’s Gravenhage der firma R. Mees en Zoonen, tot
Commissaris benoemd. Dit jaar is de Heer Mr. W. B. Buma aan de beurt van
aftreding.
Wij spreken tenslotte onze groote waardeering uit voor het beleid der
Directie in het afgeloopen boekjaar, waardoor zij gunstige resultaten van het
bedrijf heeft bereikt en tevens de krachtige positie van de Bank nog meer wist
te versterken.
Namens Commissarissen:
D. R. DE MAREES VAN SWINDEREN, Voorzitter.
4