BIJLAGE A.
De in 1931 gesloten leeningen zijn verdeeld als volgt:
A. Naar de ligging.
3 leeningen in Groningen146.000.
1 Friesland12.000.
15 Drenthe172.000—
2 Overijsel 24.000.
20 Gelderland307.900.
10 Utrecht 323.000—
72 NoordsHolland1) 1.699.650.
32 ZuidsHollands) 476.750.
3 Zeeland129.000.
18 NoordïBrabant s 317.100.
3 Limburg45.000.
68 Amsterdam3.545.550.
41 ’ssGravenhage 1.532.650.
54 Rotterdam1.591.000.
342 10.321.600—
De totale taxatie van de onderpanden van deze leeningen beloopt
15.619.446.—.
B. Naar den aard.
315 leeningen, onderpand in hoofdzaak gebouwd9.802.400—
27 - ongebouwd 519.200.
342 leeningen tot een bedrag vanƒ10.321.600.
C. Naar de grootte.
93 leeningen tot en met 10.000.625.850.
140 van 10.001.— t/m. 25.000.—2.418.200—
50 25.001— 50.000—1.701.250—
35 50.001— 75.000— 2.216.800—
12 75.001— 100.000— 1.103.500—
12 boven 100.000— 2,256.000—
342 leeningen tot een bedrag vanf 10.321.600.
30
1) Exclusief Amsterdam.
a) Exclusief Rotterdam en ’s Gravenhagc