RAPPORT
van de „N.V. Algemeen Administraties en Trustkantoor”
te Rotterdam.
Hiermede verklaren wij, dat wij, ingevolge artikel 21 der Overeenkomst met
de N.V. Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank te ’s*Gravenhage op
27 November 1897 voor den Notaris W. J. M. de Bas te ’s*Gravenhage verleden,
op heden te onzen kantore, hare registers hebben onderzocht en met de in
den loop van het jaar 1931 ingevolge artikel 20 der genoemde Overeenkomst
aan ons verstrekte gegevens hebben vergeleken en een en ander hebben accoord
bevonden.
Daaruit is ons gebleken, dat de Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank
sedert hare oprichting tot 31 December 1931 aan leeningen onder eerste hypo*
thecair verband heeft gesloten tot een bedrag van65.333.400.
waarop in genoemd tijdvak is afgelost50.781.659.50
blijft 14.551.740.50
en dat daartegen op 31 December 1931 het saldo van de ge*
creëerde, na aftrek van de vernietigde, Algemeene Hypo*
theekbrieven bedroeg:
rentende 4 5.174.000.
4V2%oi 6.205.400.-
5 3.366.000.—
te zamen 14.745.400.
waarvan zij aan ons ingezonden en alzoo
tijdelijk aan den omloop onttrokken
heeft een bedrag van 726.400.
--14.019.000.—
De juistheid van het saldo der uitstaande leeningen werd ons bevestigd
doordat voor iedere leening een onderteekend saldobiljet werd overgelegd,
behalve van één leening. Van deze leening verklaarde de Directie van de Eerste
Nederlandsche Hypotheekbriefbank dat zij na gehouden verkoop krachtens
art. 1223 B.W. de opbrengst van het onderpand onder zich had, maar nog niet
tot verdeeling kon geraken wegens een hangende rangregeling. Inmiddels is die
rangregeling perfect geworden en de betrokken leening, als afgelost, door ons
van de lijst afgevoerd.
N.V. Algemeen Administratief en Trustkantoor,
gevestigd te Rotterdam:
Mr. N. J. VAN AALST.
Mr. F. J. BREVET.
24
Rotterdam, 29 Febr. 1932.
