VERSLAG van de Commissie den 28 April 1931 door Pandbriefhouders benoemd in de algemeene vergadering van aandeelhouders der naamlooze vennootschap „N.V. Nederlandsche Hypotheekbank” te Veendam (Art. 37 al. 1 der Statuten). De ondergeteekenden, leden der Commissie benoemd door Pandbriefhou* ders volgens artikel 37 al. 1 der Statuten, verklaren hierdoor dat hun inzage is gegeven van alle door hen gevraagde boeken en bescheiden, zoo ook van het accountantsrapport van het Bureau der Heeren A. E. Meijer J. Hörchner te Amsterdam, waardoor zij zich naar aanleiding van de hun gegeven opdracht een meening konden vormen over de wijze waarop het beheer der Bank gevoerd wordt. Op grond van het bovenstaande heeft zich bij hen de overtuiging gevestigd, dat de belangen der Pandbriefhouders op uitnemende wijze worden behartigd. F. A. J. C. M. LAANE, Secretaris van de Directie der Rotterdamsche Bankvereeniging te Rotterdam. G. A. KÜHNE, Directeur van de Amsterdamsche Bank te Apeldoorn. Veendam, 12 April 1932.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1931 | | pagina 19