PANDBRIEVEN.
In dit jaar werden door ons uitgegeven ƒ590.300.5 2.126.200.
414 en 4.630.600.4 pandbrieven, of in totaal 7.347.100.terwijl voor
2.197.950.aan pandbrieven werd ingekocht en 2.221.950.uitgeloot, zoodat
de vooruitgang in 1931 bedraagt ƒ2.927.200.
De specificatie met opgave der beurskoersen is als volgt:
5
4
3J4
101%—96% I 10214—87
100—84
88
Verkocht
Ingekocht
590.300.—
504.000.—
4.630.600.—
575.650.—
14.250.—
Netto*verkoop
Netto*inkoop
Uitgeloot
86.300.—
1.963.150.—
1.022.150.—
4.054.950.—
247.750.—
14.250.—
11.050.—
Achteruitgang
Vooruitgang
1.876.850.—
1.022.150.—
3.807.200.—
25.300.-
Op 31 December 1931 was aan pandbrieven in omloop f 65.131.750.—.
Op 27 April 1931 is ten overstaan van den Notaris W. Boer te Veendam
uitgeloot aan 314 4 en 5 pandbrieven een bedrag van 1.245.300.en
op 8 Juni 1931 aan 5 pandbrieven nog een bedrag van 976.650.
De uitgelote stukken waren betaalbaar op 1 Juli 1931, doch vele houders
maakten gebruik van het hun gegeven recht tot omwisseling in 4 pand*
brieven met 14 koersreductie.
Ook dit jaar namen wij alle ons ten inkoop aangeboden pandbrieven terug,
hetzij rechtstreeks, hetzij ter beurze indien aldaar voor de aangeboden stukken
niet direct voldoende vraag bestond.
De gemiddelde rente der ultimo December 1931 in omloop zijnde pandbrieven
bedraagt 4.491 tegen 4.536 ultimo December 1930.
CONTROLE.
De controle op het beheer en de administratie der Bank geschiedt:
A. overeenkomstig de voorschriften der statuten door Commissarissen,
meer speciaal door den Raad van Toezicht;
B. door het Accountantsbureau van A. E. Meyer en J. Hörchner, welks
verklaring volgt op pag. 16, terwijl een overzicht der omvangrijke accountants*
controle op pag. 17 gegeven wordt;
C. door de Rijkspostspaarbank overeenkomstig de door haar vastgestelde
voorwaarden;
D. door de Commissie uit de Pandbriefhouders art. 37 al. 1 der statuten,
wier verslag volgt op pag. 18.
9
Koersen, waartegen
verhandeld.
f 2.126.200.—
1.104.050.—