1 f Staat van achterstallige renten en aflossingen telkens op 31 December van de jaren 19211930 met daarnaast de bedragen van de renten en aflossingen, welke op 1 November van dezelfde jaren waren verschenen. 1921 29.884.76 1.466.434.24 1926 7.746.37 1.486.530.71 1922 27.326.— 1.472.828.42 1927 2.857.14 1.470.724.20 1923 21.164.22 1.555.888.74 1928 1.157.49 1.410.241.40 1924 16.634.29 1.550.606.67 1929 1.437.84 1.387.468.19 1925 14.510.56 1.551.809.56 1930 2.662.22 1.416.294.79 PANDBRIEVEN. In dit jaar werden door ons uitgegeven ƒ883.450.— 5 en 6.671.750.-r- 454 pandbrieven, of in totaal 7.555,200.—, terwijl voor 2.225.650.— aan pandbrieven werd ingekocht en uitgeloot, zoodat de vooruitgang in 1930 be* draagt 5.329.550. De specificatie met opgave der beurskoersen is als volgt: 5 454 4 35^2 101 ïootë 101—975^ 96—9U/2 90—87 V erkocht 883.450.— 6.671.750.— Ingekocht 161.700.— 1.323.400.— 269.200.— 5.950.— Netto*verkoop 721.750.— 5.348.350.— Netto*inkoop 269.200.— 5.950.— Uitgeloot 197.200.— 259.650.— 8.550. Achteruitgang 528.850.— 14.500.— Vooruitgang 721.750.— 1 5.151.150.— Op 28 April 1930 is ten overstaan van den Notaris W. Boer te Veendam uitgeloot aan 3J4 4 en 454 pandbrieven een bedrag van ƒ465.400. De uitgelote stukken waren betaalbaar op 1 Juli 1930, doch vele houders maakten gebruik van het hun gegeven recht tot omwisseling in 454 pand* brieven met 54 koersreductie. Overeenkomstig onze steeds gevolgde gewoonte namen wij ook dit jaar alle ons ten inkoop aangeboden pandbrieven op de gebruikelijke wijze terug. De gemiddelde rente der ultimo December 1930 in omloop zijnde pandbrieven bedraagt 4.536 tegen 4.528 ultimo December 1929. 8 Koersen, waartegen verhandeld.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1930 | | pagina 10